-
–
Autoriteit Consument en Markt: Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;
-
–
basisrentelening: lening met een vaste contractrente vermeerderd met een opslag die periodiek door
de instantie die die lening verstrekt wordt herzien, welke voldoet aan de eisen voor
het verstrekken van borging als opgenomen in de standaardleningovereenkomst van de
borgingsvoorziening;
-
–
beleggingen: door toegelaten instellingen of dochtermaatschappijen uitgezette middelen die tijdelijk
niet benodigd zijn om aan hun lopende financiële verplichtingen te voldoen, met uitzondering
van financiële derivaten;
-
–
bewonersorganisaties: in het belang van huurders van woongelegenheden van toegelaten instellingen werkzame
huurdersorganisaties en bewonerscommissies als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f respectievelijk g, van de Wet op het overleg huurders
verhuurder;
-
–
complex: een verzameling van meer dan één in elkaars nabijheid gelegen woongelegenheden welke
financieel, administratief, bouwkundig of anderszins een eenheid vormen;
-
–
daeb-tak: administratief afzonderlijk ingericht deel van de toegelaten instelling, dat werkzaamheden
verricht die behoren tot de diensten van algemeen economisch belang;
-
–
financiële derivaten:
-
a. financiële contracten waarvan de waarde is afgeleid van een onderliggende waarde of
een referentieprijs, of
-
b. onderdelen van financiële contracten die, op zichzelf beschouwd, financiële contracten
als bedoeld in onderdeel a zijn;
-
–
financiële onderneming: onderneming die in een lidstaat het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen,
beleggingsdiensten mag verlenen, beleggingsinstellingen mag beheren, rechten van deelneming
in een beleggingsmaatschappij mag aanbieden, of het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen;
-
–
fuserende toegelaten instelling: toegelaten instelling of instellingen die, al dan niet gezamenlijk met andere bij
een fusie betrokken rechtspersonen of vennootschappen, een verzoek om goedkeuring
van een door haar of hen voorgenomen fusie indient of indienen, of die indiening voorbereiden;
-
–
fusie: fusie als bedoeld in artikel 309 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
-
–
gemengd complex: complex waarvan zowel woongelegenheden deel uitmaken met betrekking tot welke de
waardering van de kwaliteit, bedoeld in artikel 5 van het Besluit huurprijzen woonruimte, kan leiden tot een huurprijs van ten hoogste het in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag genoemde bedrag, als woongelegenheden deel uitmaken met betrekking tot welke die
waardering kan leiden tot een huurprijs die hoger is dan dat bedrag;
-
–
gemengd geliberaliseerd complex: gemengd complex waarin met betrekking tot minder dan 10% van de daarvan deel uitmakende
woongelegenheden de waardering van de kwaliteit, bedoeld in artikel 5 van het Besluit huurprijzen woonruimte, kan leiden tot een huurprijs van ten hoogste het in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag genoemde bedrag;
-
–
gemengd gereguleerd complex: gemengd complex waarin met betrekking tot 10% of meer van de daarvan deel uitmakende
woongelegenheden de waardering van de kwaliteit, bedoeld in artikel 5 van het Besluit huurprijzen woonruimte, kan leiden tot een huurprijs van ten hoogste het in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag genoemde bedrag;
-
–
getaxeerd: na een taxatie overeenkomstig bij ministeriële regeling te geven voorschriften opgenomen
in een taxatierapport dat is opgesteld door een onafhankelijke taxateur die is ingeschreven
in een register dat tot doel heeft zijn deskundigheid te waarborgen, dan wel opgenomen
in een document dat als ten minste even betrouwbaar kan worden beschouwd als een zodanig
taxatierapport;
-
–
hedging: door het sluiten van payer swaps afdekken dan wel beperken van risico’s die gepaard
gaan met een stijging van de rente op variabele leningen;
-
–
herstructurering:
-
a. transformeren van onroerende zaken die verband houden met werkzaamheden die behoren
tot de diensten van algemeen economisch belang in onroerende zaken die verband houden
met werkzaamheden die niet behoren tot de diensten van algemeen economisch belang,
door middel van:
-
1°. het slopen van onroerende zaken als eerstgenoemd in de aanhef en het ter plaatse van
die sloop bouwen van onroerende zaken als laatstgenoemd in de aanhef, of
-
2°. het zodanig treffen van ingrijpende voorzieningen aan of het samenvoegen van onroerende
zaken als eerstgenoemd in de aanhef, dat die zaken nadien onroerende zaken als laatstgenoemd
in de aanhef zijn, of
-
b. verwerven van onroerende zaken die verband houden met werkzaamheden die behoren tot
de diensten van algemeen economisch belang teneinde die zaken te transformeren overeenkomstig
onderdeel a, en vervolgens dat zodanig transformeren;
-
–
intrinsieke waarde: waarde van een aandeel in een rechtspersoon of vennootschap, verkregen door het saldo
van activa en schulden van die rechtspersoon of vennootschap te delen door het aantal
aandelen in die rechtspersoon of vennootschap;
-
–
investering: aangaan van een verplichting of achtereenvolgende samenhangende verplichtingen tot
het doen bouwen of verwerven van onroerende of roerende zaken respectievelijk met
elkaar samenhangende onroerende of roerende zaken, of het beschikbaar stellen van
eigen of vreemd vermogen of verlenen van garanties aan of ten behoeve van een verbonden
onderneming;
-
–
leegwaarde: marktwaarde vrij van huur en gebruik;
-
–
lidstaat: lidstaat van de Europese Unie, andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende
de Europese Economische Ruimte, en Zwitserland;
-
–
liquiditeitsbuffer: som van de liquide middelen van een toegelaten instelling, haar direct of vrijwel
direct liquide te maken beleggingen en de direct opeisbare en met het oog op het bereiken
van een voldoende omvang van die buffer aan te wenden leningsfaciliteiten;
-
–
marktwaarde:
-
a. voor de toepassing van het bepaalde bij en krachtens dit lid en de artikelen 25, 26, 61, eerste lid, en 69, eerste en vierde lid: waarde waartegen een onroerende zaak in de gebruiksstaat waarin die zich bevindt
wordt overgedragen in een situatie waarin partijen volledig geïnformeerd, prudent
en niet onder enigerlei dwang handelen en
-
b. voor de toepassing van het bepaalde bij en krachtens de artikelen 31, eerste en derde lid, 44, derde lid, 61, vijfde lid, 75, tweede lid, 79, tweede lid, 80, tweede lid, en 82, tweede lid: waarde van een onroerende zaak in verhuurde staat, bepaald overeenkomstig het bepaalde
bij en krachtens artikel 31;
-
–
niet-daeb-tak: administratief afzonderlijk ingericht deel van de toegelaten instelling, dat werkzaamheden
verricht die niet behoren tot de diensten van algemeen economisch belang;
-
–
payer swap: renteswap van de partij die een vaste rente betaalt en een variabele rente ontvangt;
-
–
rating: taxatie van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een lidstaat;
-
–
ratingbureau: bureau dat een rating verstrekt;
-
–
rentecap: financieel derivaat tussen twee partijen bij of inzake een financiering, waarbij
de koper tegen betaling van een geldsom gedurende een bij dat derivaat overeengekomen
periode de garantie van een ten hoogste te betalen rentetarief verkrijgt;
-
–
renteswap: financieel derivaat tussen twee partijen om gedurende een bij dat derivaat overeengekomen
periode kasstromen in de vorm van rentebetalingen uit te wisselen;
-
–
saneringsplan: plan als bedoeld in de artikelen 29, eerste lid, en 57, eerste lid, onderdeel a, van de wet;
-
–
splitsing: splitsing als bedoeld in artikel 334a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
-
–
variabele lening: lening waarvan de rente elke 12 maanden of vaker wordt herzien;
-
–
wet:
Woningwet;
-
–
WOZ-waarde: aan een onroerende zaak overeenkomstig de artikelen 17 en 18 van de Wet waardering onroerende zaken toegekende waarde, vastgesteld overeenkomstig artikel 22, eerste lid, van die wet.