Uitkeringsreglement WW 2015

Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2019 en zichtdatum 29-06-2024.
Geldend van 01-07-2015 t/m heden

Uitkeringsreglement WW 2015

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 101 van de Werkloosheidswet;

Besluit:

§ 1. Algemeen

Artikel 1. Begrippen

In dit reglement wordt verstaan onder:

§ 2. Controlevoorschriften

Artikel 2. Aanvraag werkloosheidsuitkering

  • 2 De aanvraag wordt door de werknemer ondertekend. Indien de aanvraag elektronisch wordt ingediend, vindt ondertekening plaats via DigiD.

Artikel 3. Gegevensverstrekking werknemer

  • 1 De werknemer geeft onverwijld en uit eigen beweging aan het UWV alle feiten en omstandigheden door, waarvan het hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de uitkering. De werknemer gebruikt hiervoor het door het UWV beschikbaar gestelde wijzigingsformulier en stuurt dit formulier aan het UWV op de wijze zoals beschreven in de Beleidsregel elektronische communicatie UWV en de daarbij behorende bijlage.

  • 2 De werknemer vult maandelijks een formulier inkomstenopgave in. De werknemer stuurt het ingevulde formulier zo snel mogelijk na afloop van de kalendermaand, maar uiterlijk voor afloop van de daaropvolgende kalendermaand aan het UWV op de wijze zoals beschreven in de Beleidsregel elektronische communicatie UWV en de daarbij behorende bijlage.

  • 3 Gedurende de periode, waarover de werknemer de in het tweede lid bedoelde formulieren inkomstenopgave invult en aan het UWV stuurt, is hij ontheven van de verplichting bedoeld in het eerste lid, voor zover deze verplichting ziet op het onverwijld en uit eigen beweging doorgeven van de gegevens die op het formulier inkomstenopgave uitgevraagd worden.

  • 4 Ingevulde wijzigingsformulieren en formulieren inkomstenopgave worden door de werknemer ondertekend. Indien een formulier elektronisch aan het UWV wordt gestuurd, vindt ondertekening plaats via DigiD.

Artikel 4. Overige controlevoorschriften

  • 1 De werknemer, die een aanvraag voor een werkloosheidsuitkering heeft gedaan:

    • a. verschijnt op verzoek van het UWV op een aangewezen plaats en tijd;

    • b. is aanwezig op zijn woon- of verblijfplaats op door het UWV aan te wijzen uren;

    • c. maakt controle door een daartoe door het UWV gemachtigde persoon mogelijk;

    • d. neemt, indien hij niet bereikbaar is op zijn woon- of verblijfplaats, de aanwijzingen in acht die zijn achtergelaten door de in onderdeel c van dit lid bedoelde persoon;

    • e. verleent op verzoek van het UWV inzage en verstrekt tegen kostprijs informatie voor zover deze betekenis kan hebben voor het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering of het bedrag van de uitkering dat aan de werknemer wordt betaald;

    • f. is verplicht om op verzoek van het UWV via het daarvoor aangewezen kanaal binnen de door het UWV vastgestelde termijn alle informatie te verstrekken die noodzakelijk is voor de beoordeling van het recht op uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering of op het bedrag van de uitkering dat aan de werknemer wordt betaald.

  • 2 De werknemer bewaart de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, tot het einde van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop de informatie betrekking heeft.

  • 3 De werknemer is verplicht ten behoeve van de uitvoering van de Werkloosheidswet het bepaalde in het eerste lid, onderdelen a en e en het bepaalde in het tweede lid ook na te komen als het recht op uitkering is beëindigd.

§ 3. Vakantievoorschriften

Artikel 5. Melding van vakantie

  • 1 De werknemer, die een aanvraag voor een werkloosheidsuitkering heeft gedaan en die voornemens is tijdens de duur van de uitkering met vakantie te gaan, doet voor de aanvang van die vakantie op het wijzigingsformulier mededeling van de voorgenomen duur van de vakantie en van de periode waarin deze zal plaatsvinden.

  • 2 De werknemer doet onverwijld op het wijzigingsformulier mededeling aan het UWV van wijziging van de eerder opgegeven periode of duur van de vakantie.

§ 4. Betaling van de uitkering door tussenkomst van de werkgever

Artikel 6. Bevoegdheid uitkeringsaanvraag door werkgever

Indien de werkgever op grond van artikel 628, negende lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek niet verplicht is het loon te betalen, kan het UWV toestaan dat de aanvraag, bedoeld in artikel 2, namens de werknemer door de werkgever wordt gedaan en dat de betaling van de uitkering door tussenkomst van de werkgever plaatsvindt.

Artikel 7. Verplichtingen werkgever

  • 1 De werkgever aan wie is toegestaan de aanvraag te doen als bedoeld in artikel 6, houdt een administratie bij van de dagen waarop en de uren gedurende welke de werknemer of werknemers, namens wie hij genoemde aanvraag heeft gedaan, uitsluitend als gevolg van buitengewone omstandigheden niet hebben gewerkt. Deze administratie voldoet aan de door het UWV daaraan gestelde eisen. Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3 Als het UWV daarom verzoekt, zendt de werkgever aan wie de in artikel 6 bedoelde toestemming is verleend de formulieren inkomstenopgave van ieder van de werknemers, namens wie hij de aanvraag heeft gedaan, overeenkomstig artikel 4 tegen een door het UWV aan te geven tijdstip aan het UWV.

Artikel 8. Sanctie op overtreding verplichtingen werkgever

Als de werkgever aan wie de in artikel 7, eerste lid bedoelde toestemming is verleend, één of meer verplichtingen, bedoeld in artikel 7, eerste en derde lid niet naar behoren nakomt, kan het UWV besluiten om de door de werkgever als voorschot op de uitkering aan de werknemer gedane betalingen, geheel of gedeeltelijk niet te vergoeden.

§ 5. Voorwaarden bij ontvangen van uitkering

Artikel 9. Voorwaarden bij betaling van voorschotten

  • 1 De werknemer aan wie het UWV een voorschot op de uitkering heeft verleend, maakt op verzoek van het UWV zijn eventuele aanspraak naar burgerlijk recht geldend.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde werknemer dient, op verzoek van het UWV, zo spoedig mogelijk bij de bevoegde gemeente een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand in.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde werknemer machtigt het UWV desgevraagd tot het in ontvangst nemen van de gelden die hij, over de periode waarover voorschotten zijn verleend, ontvangt van degene jegens wie hij zijn aanspraak naar burgerlijk recht tracht geldend te maken tot ten hoogste het bedrag van de verleende voorschotten.

  • 4 De in het eerste lid bedoelde werknemer machtigt het UWV desgevraagd tot het in ontvangst nemen van de bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand die hij van de in het tweede lid bedoelde gemeente ontvangt, indien en voor zover deze bijstand betrekking heeft op de periode waarover voorschotten zijn verleend tot ten hoogste het bedrag van de verleende voorschotten.

  • 5 Het UWV kan aan de betaling van voorschotten andere voorschriften verbinden.

Artikel 10. Voorwaarden bij betaling van uitkering

Het UWV betaalt de uitkering binnen twee weken nadat de werknemer over de betreffende kalendermaand heeft voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 3, tweede lid.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 11. Intrekking Uitkeringsreglement WW 2009 en overgangsrecht

Artikel 12. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2015, onder voorbehoud van goedkeuring door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2015, treedt het in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 juli 2015.

Amsterdam, 28 april 2015

B.J. Bruins,

Voorzitter Raad van Bestuur UWV