Regeling Monitoring Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen

[Regeling vervallen per 01-01-2016.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 09-07-2015 en zichtdatum 09-07-2015.
Geldend van 09-07-2015 t/m 31-12-2015

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen

Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van informatieverstrekking voor de monitoring van zorguitgaven.

Artikel 2. Doel van de regeling

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze regeling heeft tot doel het stellen van regels over de informatie die zorgkantoren/ Wlz-uitvoerders als genoemd in artikel 1 van deze regeling moeten aanleveren ten behoeve van het monitoren van de uitgaven Persoonsgebonden budget (PGB) en de besteding aan individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen.

Deze gegevens worden gebruikt om te bepalen in hoeverre de beschikbare ruimten voor PGB’s toereikend zijn om het toegekende budget aan de budgethouders te bekostigen en in hoeverre het mogelijk is om nog budgetten toe te kennen aan aspirant budgethouders. Voor de individueel aangepaste hulpmiddelen worden de gegevens gebruikt om te bepalen of de uitgaven hiervan passen binnen de door VWS gestelde ruimte. Deze regels hebben betrekking op de inhoud van de informatie zelf, de wijze waarop deze moet worden aangeleverd en de termijnen waarbinnen dat dient te geschieden.

Artikel 3. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Voor overige begrippen wordt verwezen naar de Beleidsregel Definities Wlz (CA-BR-1504a).

Artikel 4. Te verstrekken informatie PGB

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Zorgkantoren als bedoeld in artikel 1 zijn voor het budgetjaar 2015 verplicht om in dat jaar maandelijks een opgave te verstrekken van het totaalbedrag aan budgethouders toegekende budgetten (toegekende trekkingsrechten) PGB voor het lopende jaar, de reserveringen PGB tot einde lopende jaar en de reserveringen voor het volgende jaar.

  • 2 Zorgkantoren zijn verplicht de NZa vóór, doch uiterlijk 15 juli van het jaar t een definitieve (werkelijke) opgave te verstrekken van de feitelijke uitgaven van het PGB in het jaar t-1. Dit lid is pas van toepassing in 2016.

  • 3 Voor de opgaven bedoeld in het eerste en tweede lid moet gebruik worden gemaakt van het hiertoe bestemde formulier, dat door de NZa beschikbaar wordt gesteld.

  • 4 De opgave bedoeld in het eerste lid van dit artikel moet ingediend worden bij de NZa voor de 15e van de opvolgende maand en heeft als peildatum de laatste dag van de maand. De opgave is compleet indien deze het volledig ingevulde digitale formulier bevat en ten minste de volgende gegevens:

    • aantal budgethouders PGB;

    • toegekende budgetten (afgegeven trekkingsrechten) voor PGB- houders voor het jaar t;

    • gereserveerd bedrag PGB vanaf het moment van opgave tot einde jaar t;

    • gereserveerde bedrag PGB voor het jaar t+1;

    • aantal cliënten op wachtlijst voor toekenning van een PGB;

    • onderbouwing van afwijkingen ten opzichte van de cijfers van voorgaande periodes.

  • 5 De opgave bedoeld in het tweede lid van dit artikel is compleet indien deze ten minste de volgende onderdelen bevat:

    • totaal aantal budgethouders PGB, met een peildatum op 31 december jaar t-1;

    • toegekende budgetten (afgegeven trekkingsrechten) voor het jaar t-1; Deze opgave sluit aan bij de gegevens uit de maandopgaven. Een afwijking hierin moet worden toegelicht;

    • totaal feitelijke uitgaven PGB, peildatum 31 december jaar t-1.’

Artikel 5. Te verstrekken informatie individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Zorgkantoren als bedoeld in artikel 1 zijn voor het budgetjaar 2015 verplicht om in dat jaar maandelijks een opgave te verstrekken van de uitgaven Wlz-hulpmiddelen van de voorgaande kalendermaand. Onderdeel van deze uitvraag is tevens een opgave van de uitgaven aan hulpmiddelen voor de groep cliënten waarvan de geriatrische revalidatiezorg reeds in 2014 is begonnen en het gebruik van de persoonsgebonden hulpmiddelen doorloopt in 2015. De opgave moet ingediend worden bij de NZa voor de 15e van de opvolgende maand en heeft als peildatum de laatste dag van de maand.

  • 2 Zorgkantoren zijn verplicht de NZa vóór, doch uiterlijk 15 maart van het jaar t een definitieve (werkelijke) opgave te verstrekken van de uitgaven hulpmiddelen in het jaar t-1.

  • 3 Voor de opgaven bedoeld in het eerste en tweede lid moet gebruik worden gemaakt van het hiertoe bestemde formulier, dat door de NZa beschikbaar wordt gesteld.

  • 4 De opgave bedoeld in het eerste lid van dit artikel is compleet, indien deze ten minste de volgende onderdelen bevat.

    Het volledig ingevulde digitale formulier met het totaalbedrag uitgaven aan individueel aangepaste hulpmiddelen en als peildatum laatste dag van een maand.

  • 5 De opgave bedoeld in het tweede lid van dit artikel is compleet indien deze ten minste de volgende onderdelen bevat: het totaal bedrag uitgaven individueel aangepaste hulpmiddelen jaar t-1, peildatum 31 december jaar t-1. Deze opgave moet aansluiten bij de gegevens uit de maandopgaven.

Artikel 6. Wijze van verstrekking

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Het in artikel 4, derde lid, en artikel 5, derde lid, genoemde formulier is beschikbaar gesteld op de website van de NZa (www.nza.nl). Zorgkantoren/ Wlz-uitvoerders dienen de in artikel 4 en artikel 5 bedoelde informatie in te dienen per e-mail aan info@nza.nl.

Artikel 7. Gebrekkige aanlevering

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Van een gebrekkige aanlevering is sprake indien de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie onjuist, onvolledig, niet, of niet tijdig wordt aangeleverd.

  • 2 Van een onjuiste of onvolledige aanlevering is sprake, indien de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie weliswaar binnen de geldende indieningstermijnen is verstrekt, maar niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig de eisen die hieraan in deze regeling of in de toepasselijke formulieren, zijn gesteld. Bij een onjuiste of onvolledige aanlevering stelt de NZa het zorgkantoor/ Wlz-uitvoerder ten minste eenmaal in de gelegenheid – kosteloos en zonder verdere gevolgen – alsnog binnen een nader te stellen termijn over te gaan tot aanlevering van de juiste, respectievelijk volledige, informatie. Indien de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie na herhaaldelijk verzoek onjuist of onvolledig is aangeleverd, kan de NZa in beginsel gebruik maken van de haar toekomende handhavende bevoegdheden zoals genoemd in hoofdstuk 6 van de Wmg. Voor deze gevallen wordt een separaat en nader in te vullen handhavingstraject vastgesteld. Daarbij wordt ook bepaald in welk geval welk handhavingsinstrument (aanwijzing, boete, last onder dwangsom, etc.) wordt ingezet.

  • 3 Van een niet, of niet tijdige, aanlevering is sprake, indien na het verstrijken van de geldende indieningstermijnen geen, of alsnog een aanlevering van de in artikel 4 en 5 genoemde informatie is ontvangen. Bij de beoordeling of sprake is van een niet tijdige aanlevering, is niet relevant of de informatie onjuist, onvolledig, of compleet is. Indien de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie niet, of niet tijdig is ontvangen, kan de NZa gebruik maken van de haar toekomende handhavende bevoegdheden zoals genoemd in hoofdstuk 6 van de Wmg.

Artikel 8. Overschrijding PGB-kader

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Indien een zorgkantoor verwacht het regionale PGB-kader te overschrijden, moet dit tijdig kenbaar worden gemaakt bij de NZa. Hierbij moet niet worden gewacht tot de maandelijkse informatieverstrekking zoals beschreven in deze regeling.

Een zorgkantoorregio mag het beschikbaar gestelde PGB subsidieplafond niet overschrijden. Om een overschrijding van een regionaal plafond te voorkomen kan een zorgkantoor:

  • middelen overhevelen vanuit de contracteerruimte voor zorg in natura uit de eigen regio;

  • andere zorgkantoren verzoeken om middelen over te hevelen vanuit het PGB-kader of contracteerruimte voor zorg in natura;

  • een pgb-stop afkondigen en zorg in natura aanbieden;

  • indien bovenstaande niet mogelijk is, een knelpuntenprocedure starten.

Artikel 9. Intrekking oude regel

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de Regeling Informatieverstrekking monitoring Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen, met kenmerk CA-1553 per 1 januari 2015 ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeerregel

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015, tenzij de Staatscourant waarin de regeling ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg, wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2014, in welk geval de regeling in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst, en terugwerkt tot en met 1 januari 2015.

Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Regeling Monitoring Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen.’

De Raad van bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit

M.J. Kaljouw

voorzitter Raad van Bestuur