Regeling capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot

Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 13-09-2004.
Geldend van 09-04-2004 t/m heden

Regeling capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 5 van de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot;

Besluit:

Artikel 2

  • 1 De eigenaar van een in de vaart te brengen binnenschip als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Raadsverordening verzoekt de Minister om toezending van een aanmeldingsformulier.

  • 2 Binnen veertien dagen na ontvangst van het aanmeldingsformulier zendt de eigenaar het door hem volledig en naar waarheid ingevulde en ondertekende formulier terug naar de Minister. Daarbij maakt de eigenaar de keuze bekend, bedoeld in artikel 4, derde lid, van de Raadsverordening.

  • 3 De Minister houdt een register bij van de ingediende aanmeldingen.

Artikel 3

De eigenaar van het binnenschip die voldoet aan een van de voorwaarden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Raadsverordening, ontvangt van de Minister daarvan een bewijs.

Artikel 4

Aanvragen om een slooppremie als bedoeld in artikel 6 van de Raadsverordening dan wel aanmeldingen van compenserende tonnage als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de Raadsverordening voor een binnenschip worden ingediend bij de Minister.

Artikel 5

Bij de indiening van een aanvraag dan wel aanmelding als bedoeld in artikel 4 legt de eigenaar met betrekking tot het desbetreffende binnenschip, ter vaststelling of dat binnenschip tot de actieve vloot behoort en bedrijfszeker is, de volgende bescheiden over:

Artikel 6

Bij de vaststelling of aan een van de voorwaarden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Raadsverordening, is voldaan en bij de vaststelling van de slooppremie wordt een gedeelte van een ton naar boven afgerond tot een hele ton, een gedeelte van een kilowatt naar boven afgerond tot een hele kilowatt en delen van guldens onderscheidenlijk euro’s naar boven afgerond tot hele guldens onderscheidenlijk euro’s.

Artikel 7

  • 1 Ten aanzien van een binnenschip dat wordt gesloopt:

    • a. licht de eigenaar van het binnenschip de Minister ten minste twee en zeventig uur, voordat met de daadwerkelijke sloop wordt aangevangen, daaromtrent in;

    • b. is de eigenaar van het binnenschip niet gerechtigd om de romp van het binnenschip te vervreemden;

    • c. laat de eigenaar van het binnenschip het binnenschip slopen overeenkomstig de aanwijzingen van een ambtenaar als bedoeld in artikel 7, onderdeel c, van de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot.

  • 3 In het geval de romp van een binnenschip onherstelbaar is verschroot of, wanneer het een duwboot betreft, de romp en de motor onherstelbaar zijn vernietigd in een andere lidstaat dan Nederland of in Zwitserland, is het eerste lid niet van toepassing en levert de eigenaar in afwijking van het tweede lid, onderdeel a, na de daadwerkelijke sloop een door de bevoegde autoriteit van het desbetreffende land afgegeven verklaring in omtrent de onherstelbare verschroting van de romp van het binnenschip of, wanneer het een duwboot betreft, de onherstelbare vernietiging van de romp en de motor.

Artikel 8

De eigenaar van een binnenschip dat definitief uit de vaart is genomen in afwachting van sloop levert de volgende bescheiden bij de Minister in:

  • a. een door hem ondertekende verklaring met de exacte gegevens van de ligplaats van het binnenschip;

  • b. voor zover van toepassing de bescheiden, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel e.

Artikel 10

  • 1 De Minister houdt een register bij van de binnenschepen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Raadsverordening.

Artikel 11

In het geval ter voldoening aan een van de voorwaarden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Raadsverordening, een in een andere lidstaat dan Nederland of in Zwitserland geregistreerd binnenschip is gesloopt, levert de eigenaar van het in de vaart te brengen binnenschip een door de bevoegde autoriteit van het desbetreffende land afgegeven verklaring in omtrent de vaststelling, dat aan alle vereisten met betrekking tot de sloop van een binnenschip in het kader van de oud-voor-nieuwregeling is voldaan.

Artikel 12

  • 2 Het model van het bewijs, bedoeld in artikel 3, wordt vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling gevoegde bijlage 2.

  • 3 Het model van het formulier waarmee een aanvraag om een slooppremie als bedoeld in artikel 4 wordt ingediend wordt vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling gevoegde bijlage 3.

  • 4 Het model van het formulier waarmee aanmelding wordt gedaan van het voornemen tot sloop van een binnenschip in het kader van compenserende tonnage als bedoeld in artikel 4 wordt vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling gevoegde bijlage 4.

  • 6 Het model van het formulier waarmee binnenschepen worden aangemeld bij het register, bedoeld in artikel 10, eerste lid, wordt vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling gevoegde bijlage 6.

Artikel 13

  • 1 Het is de eigenaar van een binnenschip dat in afwachting van de sloop definitief uit de vaart moet worden genomen verboden het binnenschip te gebruiken voor vervoer of opslag.

Artikel 14

  • 1 [Red: Wijzigt het Besluit aanwijzing toezichthouders en opsporingsambtenaren Rijksverkeersinspectie.]

  • 2 [Red: Wijzigt het Privacy-reglement RVI.]

Artikel 15

  • 1 De Regeling oud-voor-nieuw in Europese binnenvaart wordt ingetrokken.

  • 2 De Sloopregeling sleep-, duw- of duwsleepboten wordt ingetrokken.

Artikel 17

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen 1 tot en met 6, die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos