Wet taken meteorologie en seismologie

[Regeling treedt (deels) in werking per 01-01-2016.]
Geraadpleegd op 07-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2002.
Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Wet van 23 september 2015, houdende regels omtrent de overheidszorg op het gebied van meteorologie en seismologie (Wet taken meteorologie en seismologie)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de overheidszorg op het gebied van meteorologie en seismologie wordt vastgelegd;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • openbaar lichaam: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

  • overheidsbedrijven: overheidsbedrijven als bedoeld in artikel 25g van de Mededingingswet, voor zover zij een publiekrechtelijke taak uitvoeren.

Hoofdstuk 2. Zorgplicht meteorologie en seismologie

Artikel 3

  • 1 Onze Minister draagt zorg voor:

    • a. het kosteloos verstrekken van algemene weerberichten omtrent de toestand van het huidige weer en het te verwachten weer;

    • b. waarschuwingen aan het algemeen publiek bij verwacht of werkelijk gevaarlijk of maatschappij-ontwrichtend weer of waarschuwingen bij calamiteiten waarbij het weer een belangrijke rol speelt;

    • c. het onverwijld informeren van het algemeen publiek bij een significante bodembeweging door geofysische bronnen of vulkanische activiteit;

    • d. het kosteloos ondersteunen van bestuursorganen in de gevallen, bedoeld in artikel 5.

    • e. het voortbrengen of verzamelen van meteorologische, seismologische en andere geofysische gegevens in het kader van de uitvoering van de taken bedoeld in dit artikel;

    • f. het beheer en onderhoud van de voor de uitvoering van zijn taken noodzakelijke technische infrastructuur;

    • g. het overeenkomstig ministeriële regeling desgevraagd ondersteunen van bestuursorganen, de rechterlijke organisatie, overheidsbedrijven of openbare lichamen op het terrein van meteorologie, seismologie of andere geofysische terreinen bij de uitvoering van aan hen bij of krachtens wet opgedragen taken;

    • h. onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling met betrekking tot meteorologie, seismologie en andere geofysische terreinen;

    • i. meteorologische, seismologische en andere geofysische gegevens of het onderzoek, bedoeld in onderdeel h, op verzoek van internationale organisaties voortbrengen, verzamelen of beschikbaar stellen;

    • j. het voor hergebruik als bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie, zonder dat daartoe een verzoek is gedaan op grond van die wet, beschikbaar stellen van meteorologische, seismologische en andere geofysische gegevens of onderzoeksresultaten, of de opzet daarvan, voor zover intellectuele eigendomsrechten van anderen dat niet beperken, waarbij er op basis van een overeenkomst aanvullende dienstverlening kan worden verleend;

    • k. internationale samenwerking op het gebied van meteorologie en seismologie en andere geofysische terreinen; en

    • l. het verlenen van meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:

    • a. de inhoud, verwachtingstermijn en openbare bekendmaking van algemene weerberichten, waarschuwingen of informatie, bedoeld in het eerste lid, respectievelijk onderdeel a, onderdeel b en onderdeel c;

    • b. het leveren van de ondersteuning, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, waarbij de volgende verzoeken altijd worden ingewilligd:

      • 1°. een verzoek om ondersteuning op het terrein van openbare orde, veiligheid en bevolkingsonderzoek bij significante bodembeweging door geofysische bronnen of vulkanische activiteit;

      • 2°. een verzoek van de rechterlijke organisatie; of

      • 3°. een verzoek van de raad, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Rijkswet Onderzoeksraad voor Veiligheid;

    • c. onderzoek en technologische ontwikkeling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, en het daartoe aangaan van samenwerkingsovereenkomsten; en

    • d. beschikbaar stellen van meteorologische, seismologische en andere geofysische gegevens en aanvullende dienstverlening als bedoeld in het eerste lid, onderdeel j.

  • 3 Bij ministeriele regeling kunnen regels gesteld worden over internationale verplichtingen op het gebied van meteorologie, seismologie en andere geofysische terreinen.

Artikel 4

  • 1 Onze Minister stelt ten minste elke vier jaar een programma vast waarin alle activiteiten zijn opgenomen die hij ingevolge het bij of krachtens deze wet bepaalde voornemens is uit te voeren.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen regels gesteld worden omtrent de voorbereiding, inrichting en inhoud van het programma.

Hoofdstuk 2a. Bestuursorganen en openbare lichamen

Artikel 5

Bestuursorganen nemen de ondersteuning, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel g, af bij Onze Minister indien sprake is van verwacht of werkelijk maatschappij-ontwrichtend weer of calamiteiten waarbij het weer een belangrijke rol speelt.

Hoofdstuk 3. Wetenschappelijk onderzoek

Artikel 6

  • 1 Onze Minister geeft geen aanwijzingen met betrekking tot de methoden, volgens welke de onderzoeken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel h, worden uitgevoerd en de resultaten die daarvan worden gerapporteerd.

  • 2 Er is een raad van toezicht die tot zorg heeft de wetenschappelijke kwaliteit van alle producten en activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, de onderzoeksmethodiek en de onafhankelijkheid van het onderzoek te bewaken. De raad rapporteert jaarlijks hierover aan Onze Minister. Deze rapporten worden ter inzage gelegd.

  • 3 Het totaal aantal leden van de raad van toezicht bedraagt ten minste vijf leden en ten hoogste zeven leden, waaronder een voorzitter.

  • 4 Onze Minister benoemt leden, waaronder hen die deskundig zijn op het terrein van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van meteorologie, seismologie of andere geofysische terreinen, voor een periode van vier jaren. Een lid van de raad van toezicht is geen door het Rijk aangestelde ambtenaar.

  • 6 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de samenstelling, taken en werkzaamheden van de raad van toezicht en de rechtspositie van zijn leden.

Hoofdstuk 4. Kosten

Artikel 7

  • 1 De volgende kosten worden ten minste integraal doorberekend aan bestuursorganen en overheidsbedrijven, voor zover deze niet tot de Staat behoren, indien zij afnemen:

    Onze Minister maakt dit inzichtelijk in de administratie.

  • 2 Artikel 25i, eerste en derde lid, en de krachtens artikel 25m van de Mededingingswet gestelde regels zijn van overeenkomstige toepassing op het berekenen van de integrale kosten, bedoeld in het eerste lid.

Hoofdstuk 5. Wijzigings- en slotbepalingen

Artikel 11

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Hiertoe behoort in ieder geval de mate van toegankelijkheid van de algemene weerberichten en de waarschuwingen aan het algemeen publiek in geval van gevaarlijk of maatschappij-ontwrichtend weer.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 23 september 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

W.J. Mansveld

Uitgegeven de achtste oktober 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur