Deelregeling meerjarige activiteitensubsidies Fonds Podiumkunsten 2017–2020

Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2016.
Geldend van 11-11-2015 t/m heden

Deelregeling meerjarige activiteitensubsidies Fonds Podiumkunsten 2017–2020

Paragraaf 1. : Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • andere-inkomstenquote: het totaal van alle inkomsten met uitzondering van de vaste voet en het subsidie per uitvoering op basis van deze regeling gedeeld door de totale baten;

  • bestuur: de raad van bestuur van de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

  • eigeninkomstenquote: het totaal van de publieksinkomsten, directe en indirecte opbrengsten en bijdragen uit private middelen gedeeld door de totale baten;

  • concours: een competitie gericht op podiumkunstenaars die aan het begin van een professionele carrière staan waarbij het wedstrijdelement het verbindende element tussen de activiteiten vormt;

  • festival: reeks van onderling samenhangende activiteiten die gedurende een in de tijd beperkte periode onder een gemeenschappelijke noemer worden georganiseerd;

  • Fonds Podiumkunsten: de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

  • Nederland: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland inclusief Bonaire, Sint-Eustatius en Saba;

  • podiumkunstenaar: iemand die artistiek-inhoudelijk actief is in de podiumkunsten en in die hoedanigheid aantoonbaar geïntegreerd is in de professionele podiumkunstpraktijk in Nederland;

  • schoolvoorstelling of schoolconcert: besloten podiumkunstactiviteit die specifiek gericht is op (groepen) scholieren en waarbij sprake is van een (muziek)theatraal concept of choreografisch idee of een muzikale programmatische samenhang;

  • uitvoering: een voorstelling of concert dan wel een schoolvoorstelling of schoolconcert;

  • voorstelling of concert: openbaar toegankelijke podiumkunstactiviteit die bedoeld is voor publiek en waarbij sprake is van een (muziek)theatraal concept of choreografisch idee of een muzikale programmatische samenhang.

Artikel 1.2. Doel

Het bestuur kan meerjarige activiteitensubsidies verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardig en pluriform aanbod van professionele podiumkunsten in Nederland in de jaren 2017 tot en met 2020 en het opbouwen en bereiken van een publiek daarvoor.

Artikel 1.4. Beschikbare subsidiebedragen

  • 1 Voor de periode 2017–2020 zijn per kalenderjaar de volgende bedragen beschikbaar voor het verstrekken van subsidies voor het produceren van uitvoeringen als bedoeld in paragraaf 3 van deze regeling:

    voor theater € 10.200.000;

    voor muziektheater € 2.100.000;

    voor dans € 5.000.000;

    voor muziek € 6.000.000.

  • 2 De bijdrage talentontwikkeling komt niet ten laste van de beschikbare budgetten als bedoeld in het eerste lid. Het bestuur kan voor de bijdrage talentontwikkeling een subsidieplafond vaststellen.

  • 3 Voor de periode 2017–2020 is per kalenderjaar het volgende bedrag beschikbaar voor het verstrekken van subsidies als bedoeld in paragraaf 4 van deze regeling:

    € 2.100.000.

  • 4 De in het eerste tot en met het derde lid genoemde bedragen gelden als subsidieplafond.

  • 5 Het bestuur kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen. Een besluit tot het vaststellen, verhogen of verlagen van een subsidieplafond wordt bekendgemaakt via www.fondspodiumkunsten.nl.

Artikel 1.5. Weigeringsgronden

  • 1 Het bestuur kan subsidie weigeren:

    • a. als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

    • b. als de aanvrager geen rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is;

    • c. als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;

    • d. als de aanvrager niet voldoet aan de voor de betreffende instelling gebruikelijke normen met betrekking tot good governance op het terrein van goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording;

    • e. als de aanvraag niet aan het bepaalde in deze regeling voldoet.

Artikel 1.6. Fusie

  • 1 Als er sprake is of zal zijn van een juridische fusie tussen twee of meer instellingen wordt bij het bepalen of de aanvraag voldoet aan het bepaalde in deze regeling uitgegaan van het totaal van de individuele prestaties.

  • 2 Aan de subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot de termijn waarbinnen het in de aanvraag opgenomen voornemen tot fusie gerealiseerd moet zijn.

Paragraaf 2. : Procedure

Artikel 2.1. Aanvraagformulier

  • 1 Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in paragraaf 3 of 4 van deze regeling wordt ingediend met behulp van een door het bestuur opgesteld formulier voor de betreffende periode.

  • 2 Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Fonds Podiumkunsten en vergezeld gaat van de op het formulier vermelde bijlagen.

  • 3 Het bestuur kan digitale indiening mogelijk maken. Het bepaalde in de leden een en twee is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.3. Beoordeling

  • 1 Aanvragen die voldoen aan de vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen worden voor advies voorgelegd aan een van de volgende adviescommissies: theater, muziektheater, dans, muziek of festivals.

  • 2 Het bestuur beslist aan welke adviescommissie advies wordt gevraagd.

  • 3 De adviescommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de criteria in deze regeling.

  • 4 De adviescommissie adviseert over de subsidiehoogte op basis van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 2.4. Verdeling budget

  • 1 Aanvragen voor een meerjarige productiesubsidie of een meerjarige festivalsubsidie die aan de voorwaarden voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen worden onderverdeeld in:

    • A: honoreren;

    • B: honoreren voor zover het budget dat toelaat; en

    • C: niet honoreren.

  • 2 Als een subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen met het advies ‘honoreren voor zover het budget dat toelaat’ te honoreren, worden de aanvragen in een rangorde geplaatst op basis van de van toepassing zijnde criteria.

  • 3 Het bestuur honoreert eerst de aanvragen met het advies ‘honoreren’. Vervolgens worden de aanvragen met het advies ‘honoreren voor zover het budget dat toelaat’ gehonoreerd in volgorde van de rangorde. Het bestuur verdeelt het beschikbare budget volgens de rangorde, waarbij aanvragen worden toegewezen of gedeeltelijk toegewezen totdat het van toepassing zijnde subsidieplafond is bereikt. De resterende aanvragen worden afgewezen.

  • 4 Indien het bestuur een subsidieplafond verhoogt, wordt eerst het subsidie van een aanvraag die wegens ontoereikendheid van het budget gedeeltelijk was toegewezen alsnog verhoogd tot het geadviseerde bedrag. Vervolgens wordt steeds de eerstvolgende aanvraag toegewezen totdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 2.5. Besluit

Het bestuur informeert de aanvrager binnen 22 weken na de uiterlijke indiendatum schriftelijk over zijn besluit. Als voor de motivering van het besluit wordt verwezen naar een over de aanvraag uitgebracht advies wordt de tekst van het advies aan de aanvrager toegezonden.

Paragraaf 3. : Meerjarige productiesubsidie

Artikel 3.1. Wie kan aanvragen

Een aanvraag voor een meerjarige productiesubsidie kan uitsluitend worden gedaan door een instelling met rechtspersoonlijkheid die primair gericht is op het zelf ontwikkelen en produceren van uitvoeringen met een herkenbare artistieke signatuur.

Artikel 3.2. Waarvoor kan worden aangevraagd

  • 1 Een aanvraag voor meerjarige productiesubsidie kan worden ingediend voor het produceren van uitvoeringen door professionele podiumkunstenaars.

  • 2 Minimaal 50% van de uitvoeringen waarvoor subsidie wordt aangevraagd dient in Nederland plaats te vinden.

  • 3 In de aanvraag geeft de aanvrager aan hoeveel uitvoeringen hij wil realiseren in de subsidieperiode en zonodig voor hoeveel uitvoeringen hij subsidie wenst te ontvangen.

  • 4 Een aanvrager dient gemiddeld minimaal 40 uitvoeringen per jaar te realiseren.

Artikel 3.3. Drempelnormen

  • 1 Een aanvrager die over de periode 2013–2016 meerjarige activiteitensubsidie van het Fonds Podiumkunsten heeft ontvangen dient te kunnen aantonen dat hij in de jaren 2013, 2014 en 2015 minimaal gemiddeld 40 uitvoeringen per kalenderjaar heeft gerealiseerd en dat de gerealiseerde eigeninkomstenquote over deze periode minimaal 20/100ste bedraagt. Als een reeds gesubsidieerde aanvrager niet aan deze eisen voldoet, kan hij desondanks een aanvraag indienen. Het bestuur gaat alleen over tot definitieve subsidieverlening als voldoende aannemelijk is dat over de gehele periode 2013–2016 aan deze eisen wordt voldaan.

  • 2 Een aanvrager die over de periode 2013–2016 geen meerjarige activiteitensubsidie van het Fonds Podiumkunsten heeft ontvangen kan een aanvraag indienen als hij kan aantonen dat hij in de jaren 2013, 2014 en 2015 minimaal gemiddeld 20 uitvoeringen per kalenderjaar heeft gerealiseerd en dat de gerealiseerde eigeninkomstenquote over deze periode minimaal 20/100ste bedraagt. Het bestuur kan bijkomende eisen stellen aan de inhoud van de aanvraag.

  • 3 Een aanvrager zendt complete speellijsten en jaarrekeningen over de jaren 2013, 2014 en 2015 mee bij zijn aanvraag, tenzij deze al in het bezit zijn van het Fonds Podiumkunsten. De jaarrekening 2015 mag worden nagezonden, mits deze uiterlijk 1 april 2016 is ontvangen.

  • 4 Als een aanvrager geen jaarrekening kan overleggen over enig jaar dient hij een vergelijkbaar opgave in. Het bestuur kan nadere eisen aan deze opgave stellen.

Artikel 3.4. Beoordeling

  • 1 Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. artistieke kwaliteit;

    • b. ondernemerschap;

    • c. pluriformiteit van het podiumkunstenaanbod in Nederland;

    • d. geografische spreiding in Nederland.

  • 2 Bij het maken van een keuze tussen twee of meer aanvragen die ex aequo zijn geëindigd, is de bijdrage die de aanvraag zal leveren aan de pluriformiteit leidend.

Artikel 3.5. Hoogte subsidie

  • 1 Het subsidie per jaar bestaat uit een vaste voet van € 75.000 per jaar plus een bedrag per uitvoering. Er wordt voor maximaal 100 uitvoeringen subsidie verstrekt voor aanvragen op het gebied van theater, muziektheater of dans en voor maximaal 80 uitvoeringen voor aanvragen op het gebied van muziek.

  • 2 Een aanvrager kan ervoor kiezen in zijn aanvraag meer uitvoeringen op te nemen dan waarvoor hij subsidie aanvraagt.

  • 3 Als een aanvrager meerdere uitvoeringen van een productie realiseert op een dag is het uitgangspunt dat deze samen als een subsidiabele prestatie worden gerekend, tenzij er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat er sprake is van zelfstandige uitvoeringen die apart subsidiabel moeten zijn.

  • 4 Er zijn verschillende bedragen voor locaties met een capaciteit tot en met 400 bezoekers en voor locaties met een capaciteit van 401 bezoekers of meer. De bedragen zijn vastgelegd in bijlage A.

Artikel 3.6. Bijdrage talentontwikkeling

  • 1 Aan aanvragers aan wie een meerjarige productiesubsidie wordt verstrekt kan aanvullend een bijdrage talentontwikkeling worden toegekend als de aanvrager activiteiten ontplooit op het gebied van talentontwikkeling in de podiumkunsten. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage talentontwikkeling dient de aanvrager in zijn aanvraag concreet aan te geven welke activiteiten hij op dit terrein wil uitvoeren, welke extra kosten dit met zich meebrengt en wat de toegevoegde waarde van deze activiteiten is.

  • 2 De bijdrage talentontwikkeling bedraagt maximaal 20% van het subsidie dat aan een instelling wordt verstrekt.

  • 3 De bijdrage talentontwikkeling wordt alleen verstrekt voor zover de financiële middelen dat toelaten en kan voor een kortere periode worden verstrekt dan vier jaar.

Artikel 3.7. Verplichtingen met betrekking tot te realiseren eigen inkomsten

  • 1 Aan het subsidie is de verplichting verbonden tot het realiseren van een bepaald aandeel eigen inkomsten in de vorm van een eigeninkomstenquote. De hoogte van de quote is afhankelijk van de bedragen per uitvoering die een aanvrager ontvangt en het aantal bijbehorende uitvoeringen waarvoor subsidie wordt verleend. De aan de bedragen per uitvoering verbonden quotes zijn vastgelegd in bijlage A.

  • 2 Als een aanvrager de eigeninkomstenquote als bedoeld in het eerste lid over de periode 2017–2020 niet realiseert worden daaraan geen consequenties verbonden als hij wel de andere-inkomstenquote die hoort bij het verstrekte subsidie realiseert.

Paragraaf 4. : Meerjarige festivalsubsidie

Artikel 4.1. Wie kan aanvragen

Een aanvraag voor het organiseren van een festival of concours kan uitsluitend worden gedaan door een instelling met rechtspersoonlijkheid die primair gericht is op het organiseren van een festival of concours op het gebied van podiumkunsten dat jaarlijks of tweejaarlijks plaatsvindt.

Artikel 4.2. Waarvoor kan worden aangevraagd

Een aanvraag voor meerjarige subsidie kan worden ingediend voor het organiseren van een festival of concours op het gebied van de professionele podiumkunsten dat minimaal eens per twee jaar plaatsvindt.

Artikel 4.3. Drempelnormen

  • 1 Een aanvrager die in aanmerking wil komen voor een meerjarige subsidie dient te kunnen aantonen dat hij minimaal drie edities van het betreffende festival of concours heeft georganiseerd en dat de eigeninkomstenquote van de aanvrager in de periode 2013–2015 minimaal 20/100ste bedraagt.

  • 2 Een aanvrager zendt complete programmagegevens en jaarrekeningen over de jaren 2013, 2014 en 2015 mee bij zijn aanvraag, tenzij deze al in het bezit zijn van het Fonds Podiumkunsten. De jaarrekening 2015 mag worden nagezonden, mits deze uiterlijk 1 april 2016 is ontvangen.

  • 3 Als een aanvrager geen jaarrekening kan overleggen over enig jaar dient hij een vergelijkbare opgave in. Het bestuur kan nadere eisen aan deze opgave stellen.

Artikel 4.4. Categorieën

  • 1 Bij het beoordelen van aanvragen worden deze ingedeeld in een van de volgende categorieën: concours, klein/middelgroot festival of groot festival.

  • 2 Als groot festival worden aangemerkt festivals die:

    • meer dan honderd voorstellingen of concerten programmeren en

    • meer dan 7 dagen duren of gemiddeld minimaal 1 miljoen euro aan baten hebben gerealiseerd, exclusief de meerjarige activiteitensubsidie van het Fonds Podiumkunsten.

    Overige festivals worden als klein/middelgroot aangemerkt.

  • 3 Uitgangspunt voor de categorie-indeling is de situatie in de periode 2013–2015, tenzij op basis van de aanvraag aannemelijk is dat die niet representatief is voor de periode waarvoor wordt aangevraagd.

Artikel 4.5. Beoordeling

Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • a. artistieke kwaliteit;

  • b. bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten;

  • c. ondernemerschap;

  • d. pluriformiteit van het podiumkunstenaanbod in Nederland;

  • e. geografische spreiding in Nederland;

  • f. aanwezigheid financiële bijdrage van provincie of gemeente.

Artikel 4.6. Hoogte subsidie

  • 1 Het subsidie bestaat uit een bedrag per editie.

  • 2 De hoogte van het bedrag per editie is gelijk aan het bedrag dat in bijlage A voor de betreffende categorie is opgenomen.

Artikel 4.7. Bijdrage (co-)productie

  • 1 Op basis van de aanvraag kan aanvullend op een meerjarige festivalsubsidie een bijdrage worden toegekend als de aanvrager een bijzondere bijdrage levert aan het tot stand komen van nieuw aanbod als (co-)producent.

  • 2 De bijdrage (co-)productie bedraagt 20% van het subsidie dat aan een instelling wordt verstrekt.

  • 3 Om in aanmerking te komen voor een bijdrage (co-)productie dient de aanvrager in zijn aanvraag concreet aan te geven welke activiteiten hij op dit terrein wil uitvoeren, welke extra kosten dit met zich meebrengt en wat de toegevoegde waarde van deze activiteiten is.

Artikel 4.8. Verplichtingen met betrekking tot te realiseren eigen inkomsten

Aan het subsidie is de verplichting verbonden tot het realiseren van een bepaald aandeel eigen inkomsten in de vorm van een eigeninkomstenquote. De hoogte van de quote is afhankelijk van de hoogte van het subsidiebedrag dat een aanvrager ontvangt. De aan de subsidiebedragen verbonden eigeninkomstenquotes zijn vastgelegd in bijlage A.

Paragraaf 5. : Verplichtingen en verantwoording

Artikel 5.1. Aan het subsidie verbonden verplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger meldt onverwijld aan het bestuur als:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

    • b. niet geheel aan de aan het subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

    • c. er aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 2 De subsidieontvanger plaatst het logo of de naam van het Fonds Podiumkunsten op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten en stuurt exemplaren van drukwerk dat betrekking heeft op de gesubsidieerde activiteiten aan het Fonds Podiumkunsten.

  • 3 Het bestuur kan bij beschikking andere dan de in het eerste en tweede lid opgenomen verplichtingen aan het subsidie verbinden.

Artikel 5.2. Verantwoording

  • 1 De subsidieontvanger stuurt jaarlijks voor 1 april een verantwoording in van de uitgevoerde activiteiten in het vorige kalenderjaar.

  • 2 De verantwoording omvat een inhoudelijk en een financieel deel. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit een verslag over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 4 Het bestuur kan nadere voorwaarden aan de inrichting van de verantwoording stellen.

  • 5 De subsidieontvanger werkt mee dan wel draagt er zorg voor dat de accountant meewerkt aan onderzoeken naar de door de accountant verrichte (controle)werkzaamheden door een door het bestuur aan te wijzen partij. De daaraan voor de subsidieontvanger verbonden kosten komen voor zijn rekening.

Artikel 5.3. Vaststelling subsidie

  • 1 Het bestuur stelt het subsidie vast na ontvangst van de complete verantwoording over de subsidieperiode.

  • 2 Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan het subsidie verbonden verplichtingen stelt het bestuur het subsidie binnen 22 weken overeenkomstig de verlening vast.

Paragraaf 6. : Overige bepalingen

Artikel 6.1. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 6.2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6.3. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling meerjarige activiteitensubsidies Fonds Podiumkunsten 2017–2020.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

H. Post,

directeur/bestuurder

Bijlage A. bij de Deelregeling meerjarige activiteitensubsidies fonds podiumkunsten

Producerende instellingen

 

Omvang zaal

Vaste voet

Bedrag per uitvoering

Te behalen eigen inkomsten (EIQ)

Te behalen andere inkomsten (AIQ)

Maximum aantal subsidiabele uitvoeringen

Maximaal subsidie

Maximale bijdrage talentontwikkeling

muziek

Bezoekerscapaciteit tot en met 400

75.000

500

20%

nvt

80

115.000

23.000

 

1.300

30%

40%

179.000

35.800

 

2.800

40%

60%

299.000

59.800

Bezoekerscapaciteit 401 en meer

3.900

25%

30%

387.000

77.400

 

6.200

35%

50%

571.000

114.200

 

8.500

45%

70%

755.000

151.000

theater, dans, muziektheater

Bezoekerscapaciteit tot en met 400

75.000

1.250

20%

nvt

100

200.000

40.000

 

2.500

30%

40%

325.000

65.000

 

4.100

40%

60%

485.000

97.000

Bezoekerscapaciteit 401 en meer

3.500

25%

30%

425.000

85.000

 

5.000

35%

50%

575.000

115.000

 

6.200

45%

70%

695.000

139.000

Festivals en concoursen

 

Afbakening

Drempelnormen

Te behalen eigen inkomsten (EIQ)

Subsidie per editie

Bijdrage (co-) productie

 

Concoursen

Competitie als centraal element

Minimaal 3 eerdere edities

Eigeninkomstenquote 25%

50.000

10.000

Concoursen

 

Eigeninkomstenquote 20% in 2013–2015

     
         
         
         

Kleine/middelgrote festivals

Aantal voorstellingen tot en met 100

minimaal 3 eerdere edities

Eigeninkomstenquote 25%

125.000

25.000

Kleine/middelgrote festivals

en/of 7 dagen of korter en omzet kleiner dan 1 miljoen

Eigeninkomstenquote 20% in 2013–2015

     
         
         
         
             

Grote festivals

Aantal voorstellingen > 100

minimaal 3 eerdere edities

Eigeninkomstenquote 50%

250.000

50.000

Grote festivals

plus meer dan 7 dagen of omzet exclusief meerjarig subsidie groter dan 1 miljoen euro

Eigeninkomstenquote 20% in 2013–2015