Regeling prudentieel toezicht verzekeraars met beperkte risico-omvang

Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 18-01-2016 en zichtdatum 18-01-2016.
Geldend van 18-01-2016 t/m heden

Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 7 januari 2016 houdende regels met betrekking tot het prudentieel toezicht op verzekeraars met beperkte risico-omvang (Regeling prudentieel toezicht verzekeraars met beperkte risico-omvang)

De Nederlandsche Bank N.V.;

Gelet op de artikelen 4, vierde lid, 131, eerste lid133 en 135 van het Besluit prudentiële regels Wft;

Gelet op de artikelen 5, tweede en derde lid, 6, derde lid, en artikel 9 van het Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft;

Na consultatie van de betrokken representatieve organisaties;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. DNB: De Nederlandsche Bank N.V.;

  • b. Wft: Wet op het financieel toezicht;

  • e. totale intragroeppositie: totale financiële verhouding die voortvloeit uit alle intragroepovereenkomsten.

Hoofdstuk 2. Rapportagevereisten verzekeraars met beperkte risico-omvang

Bepalingen ter uitvoering van artikel 131, eerste lid, en 133 van het Besluit prudentiële regels Wft

Artikel 2:1. (Modellen van staten)

Artikel 2:2. (Indieningstermijnen)

  • 3 In afwijking op het tweede lid verstrekt een verzekeraar of een bijkantoor de staten bedoeld in het tweede lid aan DNB over een kwartaal in boekjaar 2016 binnen 8 weken na afloop van dat kwartaal, over een kwartaal in boekjaar 2017 binnen 7 weken na afloop van dat kwartaal.

Artikel 2:3. (Geconsolideerde staten)

  • 2 De verzekeraar waardeert ten behoeve van de geconsolideerde, waaronder gesubconsolideerde, staten de actief- en passiefposten en de posten buiten de balansstelling op basis van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij uit de Wft of hetgeen bij of krachtens de Wft is vastgesteld, anders voortvloeit.

  • 3 De verzekeraar betrekt ten behoeve van geconsolideerde, waaronder gesubconsolideerde, staten uitsluitend die gerelateerde entiteiten die op grond van de Wft of hetgeen krachtens de Wft is vastgesteld, in de reikwijdte van consolidatie worden opgenomen.

Hoofdstuk 3. Branchegroepen en opgave van gesloten verzekeringen

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 131, eerste lid, en 135 van het Besluit prudentiële regels Wft

Artikel 3:1

Het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, eerste lid, van het Besluit prudentiële regels Wft, in te dienen door een levensverzekeraar met beperkte risico-omvang met zetel in Nederland met betrekking tot de vanuit Nederland of vanuit een bijkantoor in een andere lidstaat gesloten overeenkomsten van verzekering, wordt vastgesteld zoals is opgenomen in het onderdeel bijkantoren en vrije dienstverrichting levensverzekeraars met beperkte risico-omvang van bijlagen 1 en 2 bij deze regeling.

Artikel 3:2

De branchegroepen en het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, tweede lid, van het Besluit prudentiële regels Wft, in te dienen door een schadeverzekeraar met beperkte risico-omvang met zetel in Nederland, met betrekking tot de vanuit Nederland of vanuit een bijkantoor in een andere lidstaat gesloten overeenkomsten van verzekering, worden vastgesteld zoals zij zijn opgenomen in het onderdeel bijkantoren en vrije dienstverrichting schadeverzekeraars met beperkte risico-omvang van bijlagen 1 en 2 bij deze regeling.

Artikel 3:3

Het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, derde lid, van het Besluit prudentiële regels Wft, in te dienen door een natura-uitvaartverzekeraar wordt vastgesteld zoals is opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling.

Hoofdstuk 4. Waardering deelnemingen van verzekeraars met beperkte risico-omvang

Bepalingen ter uitvoering van artikel 4, vierde lid, van het Besluit prudentiële regels Wft

Artikel 4

  • 2 Een verzekeraar met beperkte risico-omvang waardeert een deelneming in een entiteit niet zijnde een verzekeraar met beperkte risico-omvang overeenkomstig de waarderingsmethode die hij in zijn jaarrekening toepast, voor zover deze waarderingsmethode op basis van marktwaardering is.

  • 3 Indien het niet mogelijk is om een deelneming bedoeld in het tweede lid op basis van marktwaardering te waarderen, waardeert een verzekeraar met beperkte risico-omvang de deelneming overeenkomstig de waarderingsmethoden die hij in zijn jaarrekening toepast. De verzekeraar licht de redenen toe waarom het niet mogelijk is de betreffende deelneming op basis van marktwaardering te waarderen.

Hoofdstuk 5. Rapportagevereisten verzekeraars met beperkte risico-omvang in een verzekeringsgroep

Artikel 5:1

  • 2 Van een significante individuele intragroepovereenkomst is sprake wanneer het bedrag van de hieruit voortvloeiende intragroeppositie meer bedraagt dan twintig procent van het solvabiliteitskapitaalvereiste van de verzekeraar. Van een significante totale intragroeppositie is sprake indien deze positie meer bedraagt dan twintig procent van het solvabiliteitskapitaalvereiste van de verzekeraar.

  • 3 Op verzoek van de verzekeraar bedoeld in het eerste lid kan DNB afwijken van het eerste en tweede lid.

Artikel 5:2

  • 1 Voor de toepassing van artikel 5:1, eerste lid, wordt ten aanzien van elke significante individuele intragroepovereenkomst aangegeven:

    • a. het bedrag van de vordering: de intragroeppositie, waarbij alleen actiefposten en daarmee vergelijkbare off balance sheet instrumenten worden gerapporteerd; en

    • b. met welke onderneming van de groep de intragroepovereenkomst is aangegaan.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 5:1, eerste lid, wordt ten aanzien van elke significante totale intragroeppositie aangegeven:

    • a. het bedrag van de totale intragroeppositie; en

    • b. met welke ondernemingen van de groep de intragroepovereenkomst is aangegaan.

  • 3 Voor de toepassing van artikel 5:1, eerste lid, worden de significante intragroepovereenkomsten en -posities ondergebracht in één van de volgende categorieën:

    • a. beleggingen;

    • b. rekening courant vorderingen;

    • c. leningen;

    • d. overige vorderingen;

    • e. garanties en posten buiten de balans;

    • f. herverzekeringstransacties en retrocessie; of

    • g. overeenkomsten met betrekking tot kostentoedeling.

  • 4 De in het derde lid, onderdeel d, bedoelde overige vorderingen gaan vergezeld van een toelichting betreffende de aard van de vordering.

Bepalingen ter uitvoering van artikel 6, derde lid, en artikel 9 van Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft

Artikel 6

  • 2 De staten, bedoeld in het eerst lid, worden uiterlijk 6 weken na de ingevolge artikel 2:2, eerste lid, van toepassing zijnde indieningstermijn bij DNB ingediend.

Amsterdam, 7 januari 2016

De Nederlandsche Bank N.V.

J. Sijbrand,

directeur

Bijlage 1. : Modellen van jaarstaten voor verzekeraars met beperkte risico-omvang

[Ligt ter inzage bij de Nederlandsche Bank N.V.]

Bijlage 2. : Modellen van kwartaalstaten voor verzekeraars met beperkte risico-omvang

[Ligt ter inzage bij de Nederlandsche Bank N.V.]

Bijlage 3. : Door accountant te waarmerken jaarstaten voor verzekeraars met beperkte risico-omvang

Bijlage bij artikel 2:4

Overzicht van de staten die de accountant betrekt bij zijn onderzoek

NAW

nee

Samenvatting

nee

Balans-1

ja

Balans-2

nee

Balans-3

nee

Beleggingen Toelichting beleggingen

ja

Rendement

nee

PSK Premies, schaden en kosten

ja

EV Eigen vermogen

ja

SKV-1 Solvabiliteitskapitaalvereiste

ja

SKV-2 Solvabiliteitskapitaalvereiste – marktrisico

ja

SKV-3 Solvabiliteitskapitaalvereiste – tegenpartijkredietrisico

ja

SKV-4 Solvabiliteitskapitaalvereiste – levensverzekeringstechnisch risico

ja

SKV-5 Solvabiliteitskapitaalvereiste – ziekteverzekeringstechnisch risico

ja

SKV-6 Solvabiliteitskapitaalvereiste – schadeverzekeringstechnisch risico

ja

SKV-7 Solvabiliteitskapitaalvereiste – rampenrisico in het schade- en ziekteverzekeringsbedrijf

ja

SKV-8 Solvabiliteitskapitaalvereiste – operationeel risico

ja

MKV Minimumkapitaalvereiste

ja

TV-1 Technische voorzieningen voor leven, natura-uitvaart en arbeidsongeschiktheid

ja

TV-2 Technische voorzieningen schadeverzekeringen

ja

TV-3 Projectie toekomstige bruto kasstromen Leven (Beste schatting – leven, natura-uitvaart en arbeidsongeschiktheid)

nee

TV-4 Projectie toekomstige bruto kasstromen Schade (Beste schatting – schade)

nee

TV-5A Informatie te betalen schaden schadeverzekering (rapportagegroep A)

nee

TV-5B Informatie te betalen schaden schadeverzekering (rapportagegroep B)

nee

TV-5C Informatie te betalen schaden schadeverzekering (rapportagegroep C)

nee

TV-6 Spreidingsprofiel verliezen schadeverzekeringen

nee

TV-7 Risicoprofiel verzekeringsportefeuille schade

nee

TV-8 Schadeverzekeringstechnische risico’s – grootste netto risico’s

nee

TV-9 Grootste netto risico’s Leven (inclusief natura-uitvaart en AOV)

nee

HVZ-1 Aandeel herverzekeraars

nee

HVZ-2 Herverzekeringsprogramma komende verslagperiode

nee

W&V Winst- en verliesrekening (vennootschappelijk)

ja

Natura Natura-uitvaartverzekeringen

ja

Windstorm

nee

Zorg

nee

Voor geen van de kwartaalrapportages voor verzekeraars met een beperkte risico-omvang zal certificering door de externe accountant gevraagd gaan worden.

Bijlage 4. : Opgave van gesloten verzekeringen door natura-uitvaartverzekeraar

Het model van de opgave, bedoeld in artikel 135, derde lid, van het Besluit prudentiële regels Wft, in te dienen door een natura-uitvaartverzekeraar als bedoeld in artikel 3:87, eerste lid, van de Wft.

   

Naam natura-uitvaartverzekeraar: ..........

Boekjaar: ..........

Zetel: .........

Betreft dienstverrichting naar Nederland vanuit: .........

 

x EUR 1000

Premie

 

Ondertekening door bestuurder

Naam:

handtekening:

............

..........

Plaats:

datum:

..........

..........

Bijlage 5. : Modellen van staten voor verzekeraars met beperkte risico-omvang in een verzekeringsgroep

[Ligt ter inzage bij de Nederlandsche Bank N.V.]