Warenwetbesluit explosieveilig materieel 2016

[Regeling treedt (deels) in werking per 23-02-2016.]
Geraadpleegd op 23-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2000 en zichtdatum 20-12-2024.
Geldend van 20-04-2016 t/m heden

Besluit van 17 februari 2016, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit explosieveilig materieel 2016 en wijziging van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten (Warenwetbesluit explosieveilig materieel 2016)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 december 2015, nr. 2015-0000309188;

Gelet op richtlijn nr. 2014/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor het gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (herschikking) (PbEU 2014, L 96), alsmede op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 7, 7a, derde lid, 11, 12, 13, 14 en 32b van de Warenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 januari 2016; nr. W12.15.0460/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 februari 2016, nr. 2016-0000017870

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. richtlijn: richtlijn nr. 2014/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor het gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (herschikking) (PbEU 2014, L 96);

    • b. accreditatie: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • c. apparaten: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • d. beveiligingssystemen: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • e. CE-markering: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • f. componenten: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • g. conformiteitsbeoordeling: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • h. distributeur: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • i. EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie: conformiteitsbeoordelingsinstantie, genoemd in artikel 2 van de richtlijn;

    • j. fabrikant: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • k. geharmoniseerde norm: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • l. gemachtigde vertegenwoordiger: hetgeen artikel 2 van richtlijn daaronder verstaat;

    • m. importeur: hetgeen artikel 2 van richtlijn daaronder verstaat;

    • n. in de handel brengen: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • o. marktdeelnemer: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • p. nationale accreditatie-instantie: nationale accreditatie-instantie bedoeld in artikel 2 van de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie;

    • q. op de markt aanbieden: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • r. producten: hetgeen artikel 1, eerste lid, van de richtlijn daaronder verstaat; en

    • s. wet: Warenwet.

  • 2 Dit besluit is niet van toepassing op producten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de richtlijn.

Artikel 2. Algemene verplichtingen

  • 1 Het is verboden producten in de handel te brengen, in bedrijf te stellen, op de markt aan te bieden of te gebruiken die niet voldoen aan de bij of krachtens dit besluit gestelde voorschriften.

  • 2 Het is verboden producten in de handel te brengen of op de markt aan te bieden anders dan met inachtneming van de bij of krachtens dit besluit gestelde voorschriften met betrekking tot het bezigen van vermeldingen of aanduidingen.

  • 3 Het is verboden producten in de handel te brengen, in bedrijf te stellen, op de markt aan te bieden of te gebruiken, indien de bij of krachtens dit besluit voorgeschreven conformiteitbeoordelingsprocedures niet in acht zijn genomen.

  • 4 Het is verboden producten te gebruiken anders dan met inachtneming van de voorschriften bij of krachtens dit besluit gesteld met betrekking tot het voorhanden zijn van documenten.

Artikel 3. Verplichtingen fabrikant

  • 1 Fabrikanten voldoen bij het ontwerpen, vervaardigen, in de handel brengen en gebruiken voor eigen doeleinden van producten aan de volgende bepalingen van de richtlijn:

    • a. artikel 6;

    • b. artikel 11;

    • c. artikel 13;

    • d. artikel 14;

    • e. artikel 15;

    • f. artikel 16, eerste tot en met vijfde lid;

    • g. artikel 35, eerste en derde lid;

    • h. artikel 37, eerste en tweede lid;

    • i. artikel 38, eerste lid; en

    • k. bijlage II.

  • 2 Instructies en informatie aangaande de veiligheid, alsmede eventuele etikettering als bedoeld in artikel 6, achtste lid, van de richtlijn, zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal.

  • 3 De EU-conformiteitsverklaring, bedoeld in de artikelen 6, tweede lid, en 14, tweede lid, van de richtlijn, is in ieder geval gesteld in de Nederlandse of Engelse taal.

Artikel 4. Gemachtigde van de fabrikant

  • 1 De fabrikant die een gemachtigde vertegenwoordiger aanstelt, voldoet en zorgt dat wordt voldaan aan artikel 7 van de richtlijn.

  • 2 De gemachtigde vertegenwoordiger, bedoeld in het eerste lid, voldoet aan de artikelen 7, tweede lid, en 11 van de richtlijn.

Artikel 5. Verplichtingen importeur

  • 1 Importeurs voldoen bij het in de handel brengen van producten aan de volgende bepalingen van de richtlijn:

    • a. artikel 8;

    • b. artikel 10;

    • c. artikel 11;

    • d. artikel 35, eerste en derde lid;

    • e. artikel 37, eerste en tweede lid;

    • f. artikel 38, eerste lid; en

    • g. bijlage II.

  • 2 Instructies en informatie aangaande de veiligheid, bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de richtlijn, zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal.

Artikel 6. Verplichtingen distributeur

  • 1 Distributeurs voldoen bij het op de markt aanbieden van producten aan de volgende bepalingen van de richtlijn:

    • a. artikel 9;

    • b. artikel 10;

    • c. artikel 11;

    • d. artikel 35, eerste en derde lid;

    • e. artikel 37, eerste en tweede lid;

    • f. artikel 38, eerste lid; en

    • g. Bijlage II.

  • 2 Instructies en informatie aangaande de veiligheid, bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de richtlijn, zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal.

Artikel 7. EU-conformiteit

  • 1 Producten voldoen aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen als vermeld in bijlage II van de richtlijn.

  • 2 Producten die door de fabrikanten en importeurs in de handel worden gebracht, of die door de distributeurs op de markt worden aangeboden, die in overeenstemming zijn met geharmoniseerde normen of delen daarvan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden vermoed te voldoen aan de eisen die door die normen of delen daarvan worden bestreken, zoals beschreven in artikel 12 en bijlage II van de richtlijn.

Artikel 8. CE-markering

  • 1 Producten die op de markt worden aangeboden, zijn overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van de richtlijn, voorzien van de CE-markering.

  • 2 Producten die niet zijn voorzien van de CE-markering of anderszins niet aan dit besluit voldoen, mogen op beurzen en exposities en bij demonstraties worden tentoongesteld met inachtneming van artikel 3, derde lid, van de richtlijn.

Artikel 9. Procedure EU-conformiteitsbeoordeling

  • 1 De beoordeling van de conformiteit van een apparaat, beveiligingssysteem, voorziening als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de richtlijn, of component, en de afgifte van verklaringen en de verlening van goedkeuring ter zake vinden plaats met inachtneming van artikel 13 van de richtlijn.

  • 2 Fabrikanten vragen de beoordeling van de conformiteit van een apparaat, beveiligingssysteem, voorziening, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a en b, van de richtlijn, of component, bedoeld in artikel 13, eerste, tweede, derde, vierde en vijfde lid, van de richtlijn, aan bij de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, bedoeld in artikel 11.

  • 3 De bescheiden en briefwisseling, bedoeld in artikel 13, zesde lid, van de richtlijn, zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal of in een door de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, bedoeld in het tweede lid, aanvaarde taal.

Artikel 10. Intrekking verklaringen en goedkeuringen

De EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie trekt een door haar afgegeven verklaring van EU-typeonderzoek of EU-ontwerponderzoek of een verleende goedkeuring van een kwaliteitssysteem als bedoeld in bijlagen III tot en met VII en IX bij de richtlijn, in als de essentiële veiligheidseisen of voorgeschreven gebruiksomstandigheden, bedoeld in bijlage II bij de richtlijn, zodanig zijn gewijzigd dat het type, ontwerp of kwaliteitssysteem niet meer voldoet aan de gewijzigde eisen of voorgeschreven gebruiksomstandigheden op het tijdstip waarop deze volgens de richtlijn van toepassing zijn.

Artikel 11. Aanwijzingsprocedure

  • 1 Bij een verzoek aan Onze Minister als bedoeld in artikel 7a van de wet, voldoet de aanvrager aan artikel 24, eerste en tweede lid, van de richtlijn.

  • 2 Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet aan of zorgt dat wordt voldaan aan de volgende bepalingen van de richtlijn:

    • a. artikel 21, tweede tot en met elfde lid;

    • b. artikel 29; en

    • c. artikel 31.

  • 3 Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie die taken uitbesteedt of door ondergeschikte instanties laat uitvoeren, voldoet aan artikel 23 van de richtlijn.

  • 4 Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet aan de criteria, genoemd in het eerste, tweede en derde lid. Zij toont dit aan door middel van een accreditatie tegen de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen of delen daarvan, mits die normen de eisen, bedoeld in de eerste zin, dekken en de referentienummers van die normen in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt.

  • 5 Indien de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie geen bewijs van accreditatie kan overleggen, verschaft zij Onze Minister alle bewijsstukken die nodig zijn om aan te tonen dat zij voldoet aan de criteria, genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 12. Weigering, schorsing, wijziging of intrekking aanwijzing

  • 2 Een aanwijzing kan worden geschorst, ten nadele van de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie worden gewijzigd of ingetrokken:

    • a. op grond van door de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie verstrekte onjuiste inlichtingen over feiten of omstandigheden, mits de onjuistheid daarvan aan deze instantie bekend was of kon zijn;

    • b. indien de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens artikel 11, eerste tot en met vijfde lid; of

    • c. indien de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie haar wettelijke verplichtingen niet naar behoren nakomt of de taken waarvoor zij is aangewezen, niet naar behoren uitvoert.

Artikel 13. Aanmeldende autoriteit

  • 1 Bij de uitoefening van zijn taken als aanmeldende autoriteit voldoet Onze Minister aan de artikelen 19 en 25 van de richtlijn.

  • 2 Onze Minister verricht de taken, bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de richtlijn.

Artikel 14. Periodieke controle

  • 1 Tijdens de looptijd van de aanwijzing stelt Onze Minister periodiek vast of de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie:

    • a. nog voldoet aan het bepaalde bij of krachtens artikel 11, eerste tot en met vijfde lid; en

    • b. haar wettelijke verplichtingen naar behoren nakomt en de taken waarvoor zij is aangewezen, naar behoren uitvoert.

  • 2 Bij ministeriele regeling worden nadere regels gesteld betreffende het kosteloos verstrekken van gegevens en inlichtingen door de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie aan Onze Minister of de nationale accreditatie-instantie respectievelijk door Onze Minister of de nationale accreditatie-instantie aan de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, die zijn verkregen door de uitvoering of het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet, welke noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun wettelijke taken.

  • 3 Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie die haar taken waarvoor zij is aangewezen, beëindigt, of waarvan de aanwijzing door Onze Minister wordt ingetrokken, is verplicht tijdig voorafgaand aan de beëindiging van de werkzaamheden respectievelijk de datum, waarop de aanwijzing eindigt, haar dossiers over te dragen aan een andere EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie waarmee de marktdeelnemer een overeenkomst is aangegaan. Indien er geen andere EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie is, draagt de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie de dossiers over aan Onze Minister.

Artikel 15. Wijziging richtlijn

Een wijziging van de richtlijn gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 17. Overgangsbepaling

  • 1 Producten die voldoen aan het Warenwetbesluit explosieveilig materieel, zoals dat onmiddellijk vóór 20 april 2016 luidde, en vóór dat tijdstip in de handel zijn gebracht, mogen ook na dat tijdstip op de markt worden aangeboden of in bedrijf worden gesteld.

  • 2 Een certificaat afgegeven op grond van de wet, en geldend op de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding, genoemd in artikel 19, tweede lid, van dit besluit wordt geacht te zijn afgegeven met inachtneming van de bij of krachtens dit besluit gestelde bepalingen, onverminderd het bepaalde bij of krachtens de artikelen 9 en 10.

Artikel 19. Inwerkingtreding

  • 1 De artikelen 1, 11, 12, 13 en 14 van dit besluit treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 20. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit explosieveilig materieel 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 17 februari 2016

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

L.F. Asscher

Uitgegeven de tweeëntwintigste februari 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur