Wijzigingswet Rijkswet op het Nederlanderschap (verruiming mogelijkheden ontneming Nederlanderschap bij terroristische misdrijven)

[Regeling materieel uitgewerkt per 31-03-2018.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 31-03-2016.]
Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2005 en zichtdatum 21-11-2024.
Geldend van 31-03-2016 t/m heden

Rijkswet van 5 maart 2016 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen van het Nederlanderschap bij terroristische misdrijven

Wij, Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Rijkswet op het Nederlanderschap te wijzigen ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen van het Nederlanderschap bij terroristische misdrijven;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

Het intrekken van het Nederlanderschap op grond van artikel 14, tweede lid, onderdeel b, wegens een misdrijf als bedoeld in artikel 134a van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht is niet toegestaan in geval van een veroordeling wegens dit misdrijf, die onherroepelijk is geworden voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze Rijkswet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 5 maart 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Uitgegeven de dertigste maart 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur