Wet van 14 april 2016, houdende de oprichting van een Huis voor klokkenluiders (Wet
Huis voor klokkenluiders)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om met het oog op de bescherming
van klokkenluiders rechtsbescherming te regelen, een Huis voor klokkenluiders op te
richten en dat het noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: