Mandaatbesluit raad voor de kinderbescherming 2016

Geraadpleegd op 03-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2016 en zichtdatum 01-07-2024.
Geldend van 04-05-2016 t/m heden

Besluit van de algemeen directeur van de raad voor de kinderbescherming van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, van 19 april 2016, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de algemeen directeur ressorterende ambtenaren (Mandaatbesluit raad voor de kinderbescherming 2016)

De algemeen directeur van de raad voor de kinderbescherming,

Gelet op artikel 3 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 en artikel 22, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001;

Besluit:

Artikel 1

Van het ingevolge artikel 1, onder g, van het Mandaatbesluit DGSenB Ministerie van Veiligheid en Justitie 2015 aan de algemeen directeur verleende ondermandaat, wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun portefeuille, regio, cluster, programma of project betreffen ondermandaat verleend aan:

  • a. het lid van de landelijke directie;

  • b. de regiodirecteuren;

  • c. de clustermanagers van de landelijke staforganisatie;

  • d. de programmamanagers;

  • e. de projectleiders.

Artikel 2

Als bevoegd gezag als bedoeld in het Algemeen Rijksambtenarenreglement worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij dit besluit, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij dit besluit, voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Aan de algemeen directeur blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid om besluiten te nemen of privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen te verrichten ten aanzien van medewerkers die zijn ingedeeld in een organieke functie met schaal 13, of worden bezoldigd conform schaal 13 of hoger;

  • b. de bevoegdheid om besluiten te nemen omtrent huisvesting zoals huur, gebruikersvergoeding en investeringen;

  • c. de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies;

  • d. de bevoegdheid tot het verlenen van ontslag, niet zijnde eervol ontslag.

Artikel 5

  • 1 Bij verhindering van een clustermanager van de landelijke staforganisatie is een andere clustermanager bevoegd, daartoe schriftelijk aangewezen door de algemeen directeur.

  • 2 Bij verhindering van de regiodirecteur is de regiodirecteur van een andere regio bevoegd, daartoe schriftelijk aangewezen door de algemeen directeur.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst. Bijlage 1 en 2 bij dit besluit liggen bij de Landelijke Staforganisatie van de Raad voor de Kinderbescherming ter inzage.

De algemeen directeur van de raad voor de kinderbescherming van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

A.S. Roeters

Naar boven