Wet van 25 mei 2016, houdende regels met betrekking tot het op de markt brengen en
het gebruik van precursoren voor explosieven (Wet precursoren voor explosieven)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in verband met de uitvoering
van de verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari
2013, over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven
(PbEU 2013, L 39) bij de wet regels te stellen ten aanzien van het aanbieden, binnenbrengen,
voorhanden hebben en gebruiken van stoffen of mengsels die kunnen worden misbruikt
voor de illegale vervaardiging van explosieven, ten aanzien van vergunningverlening
aan particulieren daaromtrent alsmede ten aanzien van het toezicht op de naleving
en de handhaving van de bepalingen van de verordening;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: