Regeling sponsoring publieke media-instellingen 2016

Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017 en zichtdatum 26-12-2024.
Geldend van 01-08-2016 t/m heden

Regeling van het Commissariaat voor de Media van 17 mei 2016 houdende beleidsregels ten aanzien van sponsoring van publieke media-instellingen en regels ten aanzien van titelsponsoring (Regeling sponsoring publieke media-instellingen 2016)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • audio: elektronisch product met geluidinhoud dat één geheel vormt en als zodanig herkenbaar onder een afzonderlijke titel wordt verspreid;

  • besluit: Mediabesluit 2008;

  • CCC: crossmediale content classificatiesysteem, op grond waarvan de NPO media-aanbod van de landelijke publieke media-instellingen indeelt;

  • Crowdfunding: vorm van financiering waarbij de afzonderlijke financiële bijdragen zijn opgehaald via een doorgaans online platform;

  • (co)producent: bedrijf dat of instelling die zich gewoonlijk bezighoudt met de verzorging van mediadiensten of media-aanbod en die het media-aanbod (mede) heeft vervaardigd;

  • evenementensponsor: natuurlijk persoon of onderneming die een financiële of andere bijdrage heeft verstrekt ten behoeve van de totstandkoming van een evenement;

  • leader: inleidend gedeelte van een programma;

  • pagina: al het media-aanbod dat op internet op één browserscherm, op teletekst onder één paginanummer en op andere typen elektronische distributievormen op één scherm wordt getoond;

  • video: elektronisch product met bewegende beeldinhoud, dat één geheel vormt en als zodanig herkenbaar onder een afzonderlijke titel wordt verspreid;

  • wet: Mediawet 2008.

Artikel 2. Bruikleen of bijdrage van ondergeschikte betekenis

Er is geen sprake van andere bijdragen als bedoeld in de begripsomschrijving van sponsoring in artikel 1.1, eerste lid, van de wet voor zover de bijdrage niet-financieel is, niet of niet-identificeerbaar wordt getoond of vermeld en:

  • a. deze bijdrage door een derde in bruikleen is gegeven; of

  • b. de waarde van deze bijdrage in verhouding tot de totale kosten van de totstandkoming of aankoop van het media-aanbod van ondergeschikte betekenis is, met dien verstande dat de bijdrage per natuurlijke persoon of onderneming ieder geval niet hoger is in waarde dan € 1.000 per bijdrage per videoprogramma en € 200 per bijdrage voor audioprogramma.

Artikel 3. Bijdragen van overheidsinstellingen, media-instellingen of (co)producenten

Er is geen sprake van sponsoring als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de wet indien een bijdrage ten behoeve van de totstandkoming of aankoop van media-aanbod wordt verstrekt door:

  • a. overheidsinstellingen en andere instellingen die geen onderneming uitoefenen;

  • b. de media-instelling die het media-aanbod verzorgt waarvoor de bijdrage wordt verstrekt; of

  • c. de (co)producent die zich gewoonlijk bezighoudt met de vervaardiging van audiovisuele producties en die geheel of gedeeltelijk is belast met de productie van het media-aanbod waarvoor de bijdrage wordt verstrekt.

Artikel 4. Uitleg begrippen media-aanbod van culturele aard, media-aanbod van educatieve aard, sportevenement en evenement ten behoeve van ideële doelen

  • 3 Onder sportevenement als bedoeld in artikel 2.106, tweede lid, onderdeel c, van de wet wordt verstaan: een samenstel van sportwedstrijden, waarbij publiek aanwezig is en dat niet hoofdzakelijk is bestemd om als media-aanbod te worden uitgezonden.

Artikel 5. Media-aanbod bestaande uit nieuws, actualiteiten of politieke informatie

  • 1 Onder media-aanbod dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit nieuws of actualiteiten als bedoeld in artikel 2.106, derde lid, onderdeel a, van de wet wordt verstaan: media-aanbod dat frequent, ten minste één keer per week, wordt uitgezonden en dat bericht over gebeurtenissen van ten hoogste zeven dagen oud. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan:

    • a. media-aanbod bestaande uit een weerbericht; of

    • b. media-aanbod bestaande uit verkeersinformatie.

  • 2 Onder media-aanbod dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit politieke informatie als bedoeld in artikel 2.106, derde lid, onderdeel a, van de wet wordt verstaan: media-aanbod dat bericht over politici, politieke partijen en het politieke besluitvormingsproces.

Artikel 6. Neutrale vermelding naam, (beeld)merk of ander onderscheidend teken van de sponsor

  • 1 In artikel 2.107, tweede lid, van de wet en artikel 13 van het besluit wordt verstaan onder:

    • a. naam: statutaire naam of handelsnaam van de sponsor zoals vermeld in het handelsregister;

    • b. (beeld)merk: benamingen, tekeningen, afdrukken, stempels, letters, cijfers, vormen van waren of van verpakkingen en alle andere voor grafische voorstelling vatbare tekens die dienen om de sponsor of evenementensponsor te onderscheiden;

    • c. ander onderscheidend teken: ieder ander teken om de sponsor of evenementensponsor te onderscheiden.

  • 2 Onder neutrale vermelding of vertoning van naam of (beeld)merk of ander onderscheidend teken als bedoeld in artikel 2.107, tweede lid, van de wet wordt verstaan: een vermelding of vertoning uitsluitend bestaande uit de naam, het (beeld)merk of een ander onderscheidend teken van de sponsor, waarvan de vertoning uitsluitend plaatsvindt in een stilstaand beeld.

Artikel 7. Sponsorvermelding ter informatie van het publiek

  • 1 Het publiek wordt geacht geïnformeerd te zijn als bedoeld in artikel 2.107, eerste lid, van de wet indien aan het begin of aan het einde van het video- of audiogedeelte van het media-aanbod een sponsorvermelding duidelijk zichtbaar of hoorbaar is.

  • 2 Aan het in eerste lid wordt voldaan indien voorafgaande aan de vermelding van de naam, het (beeld)merk of ander onderscheidend teken van de sponsor één van de volgende mededelingen duidelijk leesbaar of hoorbaar is:

    • a. dit programma is (mede) mogelijk gemaakt door;

    • b. dit media-aanbod is (mede) mogelijk gemaakt door;

    • c. dit programma is gesponsord door; of

    • d. dit media-aanbod is gesponsord door.

  • 2 De vermelding van de sponsors bij programma’s is niet beeldvullend als bedoeld in artikel 2.107, vierde lid, onderdeel c, van de wet indien het tonen van de naam, het (beeld)merk of een ander onderscheidend teken is aangevuld met een duidelijk leesbare mededeling als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De vermelding van de sponsors bij overig media-aanbod is niet beeldvullend als bedoeld in artikel 2.107, vierde en vijfde lid, indien het tonen van de naam, het (beeld)merk of een ander onderscheidend teken niet pagina vullend is en deze wordt aangevuld met een duidelijk leesbare of hoorbare mededeling als bedoeld in het eerste lid.

  • 4 Bij de sponsoring van grafische gedeelten of tekstgedeelten in het media-aanbod vindt de vermelding niet plaats op overdreven of overdadige wijze.

Artikel 8. Crowdfunding

  • 1 Bij crowdfunding wordt het publiek geacht geïnformeerd te zijn op een wijze als bedoeld in artikel 2.107, eerste lid, van de wet indien aan het begin of aan het einde van het video- of audiogedeelte van het media-aanbod een vermelding van crowdfunding duidelijk zichtbaar of hoorbaar is.

  • 2 Aan het eerste lid wordt voldaan indien de vermelding bestaat uit:

    • a. de mededeling crowdfunding door, gevolgd door de namen, (beeld)merken of andere onderscheidende tekens van de investeerders die meer dan € 50 hebben bijgedragen; en

    • b. een verwijzing naar een pagina van de media-instelling met een vermelding van de namen, (beeld)merken of andere onderscheidende tekens van alle natuurlijke personen of ondernemers.

Artikel 9. Naam, (beeld)merk of ander onderscheidend teken van de sponsor

  • 1 Bij de vermelding, bedoeld in artikel 2.107, eerste lid, van de wet, wordt per sponsor niet meer dan één naam, (beeld)merk of ander onderscheidend teken van de sponsor vermeld of getoond.

Artikel 10. Niet toegestane sponsorvermelding

Een vermelding als bedoeld in artikel 2.107, eerste lid, van de wet onderscheidenlijk artikel 13, eerste lid, van het besluit voldoet niet aan de in deze artikelen gestelde voorwaarden indien ten behoeve van de vermelding:

  • a. een product, dienst of consumentenverpakking van een product, geheel of gedeeltelijk, waarneembaar en identificeerbaar wordt vermeld of getoond;

  • b. met gebruikmaking van beeld of geluid, direct of indirect, wordt verwezen naar een product, dienst, of consumentenverpakking van een product;

  • c. aan een naam, (beeld)merk of ander onderscheidend teken kwalificaties worden gegeven;

  • d. een slagzin, geheel of gedeeltelijk, wordt vermeld of getoond;

  • e. een herkenningsmelodie, geheel of gedeeltelijk, wordt gespeeld;

  • f. een (internet)adres, telefoonnummer of faxnummer wordt vermeld of getoond;

  • g. de bedrijfsgebouwen of -middelen van de sponsor, geheel of gedeeltelijk, worden vermeld of getoond; of

  • h. de vormgeving van het product duidelijke overeenkomsten vertoont met de vormgeving van een product van de sponsor of van de consumentenverpakking van een product van de sponsor.

Artikel 11. Producten of diensten van een sponsor

Er is geen sprake van vermelding of vertoning van producten of diensten in gesponsord media-aanbod als bedoeld in artikel 2.108, eerste lid, van de wet indien het gemiddelde publiek niet in staat is de desbetreffende producten of diensten te identificeren.

Artikel 12. Voorwaarden titelsponsoring

Het Commissariaat kan aan een publieke media-instelling toestemming als bedoeld in artikel 2.108, tweede lid, van de wet verlenen voor het vermelden of vertonen van een naam, (beeld)merk, product of dienst van een sponsor in de titel van gesponsord media-aanbod, indien:

  • a. de naam, het (beeld)merk, het product of de dienst van de sponsor neutraal wordt getoond of vermeld in de titel van het media-aanbod; en

  • b. de titel beperkt en neutraal in het media-aanbod wordt getoond of vermeld.

Artikel 13. Indienen verzoek voor titelsponsoring

  • 1 De publieke media-instelling stelt het Commissariaat bij de indiening van het verzoek om toestemming, bedoeld in artikel 2.108, tweede lid, van de wet alle relevante bescheiden, waaronder in ieder geval het programmastatuut, ter beschikking.

  • 2 De publieke media-instelling geeft bij haar verzoek inzicht in de wijze waarop de publieke media-instelling haar (eind)verantwoordelijkheid voor vorm en inhoud van het media-aanbod neemt.

  • 3 Het verzoek wordt door de publieke media-instelling uiterlijk twee weken voor de eerste uitzending van het media-aanbod waar de toestemming betrekking op heeft ingediend.

Artikel 14. Sponsorbijdrage rechtstreeks van de sponsors

De schriftelijke overeenkomst door middel waarvan sponsorbijdragen worden bedongen of aanvaard, als bedoeld in artikel 2.109, van de wet, wordt in ieder geval door de publieke media-instelling ondertekend.

Artikel 17. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling sponsoring publieke media-instellingen 2016.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Commissariaat voor de Media,

M. de Cock Buning

Voorzitter

E. Eljon

Commissaris