Warenwetbesluit drukapparatuur 2016

[Regeling treedt (deels) in werking per 23-06-2016.]
Geraadpleegd op 26-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-11-2001 en zichtdatum 29-10-2024.
Geldend van 30-09-2016 t/m heden

Besluit van 15 juni 2016, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit drukapparatuur 2016 en wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit, het Warenwetbesluit liften 2016 en het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten (Warenwetbesluit drukapparatuur 2016)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 maart 2016, nr. 2016-0000081054;

Gelet op richtlijn nr. 2014/68/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van drukapparatuur (herschikking) (PbEU 2014, L 189; rectificatie PbEU 2015, L 157), alsmede op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 7, 7a, derde lid, 11, 12, 13, 14 en 32b van de Warenwet, artikel 49 van de Mijnbouwwet, artikel 8.40 van de Wet milieubeheer, en artikel 16, eerste, tweede en derde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 april 2016, nr. W12.16.0061/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 juni 2016, nr. 2016-0000120386;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. richtlijn: richtlijn nr. 2014/68/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van drukapparatuur (herschikking) (PbEU 2014, L 189; rectificatie PbEU 2015, L 157);

    • b. accreditatie: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • c. CE-markering: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • d. conformiteitsbeoordeling: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • e. distributeur: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • f. drukapparatuur: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • g. erkende onafhankelijke instelling: hetgeen artikel 24 van de richtlijn juncto de onderdelen 3.1.2 en 3.1.3 van bijlage I bij de richtlijn daaronder verstaat;

    • h. EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie: conformiteitsbeoordelingsinstantie, genoemd in artikel 2 van de richtlijn;

    • i. EU-keuringsdienst van gebruikers: keuringsdienst van gebruikers, genoemd in artikel 16 van de richtlijn;

    • j. fabrikant:

      • 1°. hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat; en

      • 2°. een gebruiker die een drukapparaat of samenstel ontwerpt, vervaardigt, laat ontwerpen of laat vervaardigen, en dat drukapparaat of samenstel in eigen beheer assembleert of gebruikt voor eigen doeleinden;

    • k. geharmoniseerde norm: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • l. gemachtigde: hetgeen artikel 2 van richtlijn daaronder verstaat;

    • m. importeur: hetgeen artikel 2 van richtlijn daaronder verstaat;

    • n. in bedrijf stellen: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • o. in de handel brengen: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • p. marktdeelnemer: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • q. nationale accreditatie-instantie: nationale accreditatie-instantie, genoemd in artikel 2 van de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie;

    • r. NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie: NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie, genoemd in artikel 29;

    • s. NL-keuringsdienst van gebruikers: NL-keuringsdienst van gebruikers, genoemd in artikel 32;

    • t. op de markt aanbieden: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • u. samenstellen: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;

    • v. schema: het stelsel van regels, procedures en beheersaspecten voor het uitvoeren van (onderdelen van) de conformiteitsbeoordeling voor specifieke objecten waarvoor dezelfde specifieke eisen van toepassing zijn;

    • w. stoffen: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat; en

    • x. wet: Warenwet.

  • 2 Dit besluit is niet van toepassing op drukapparatuur en samenstellen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de richtlijn.

Artikel 2. Algemene verplichtingen

  • 1 Het is verboden drukapparatuur en samenstellen in de handel te brengen, in bedrijf te stellen, op de markt aan te bieden of te gebruiken die niet voldoen aan de bij of krachtens dit besluit gestelde voorschriften.

  • 2 Het is verboden drukapparatuur en samenstellen in de handel te brengen of op de markt aan te bieden anders dan met inachtneming van de bij of krachtens dit besluit gestelde voorschriften met betrekking tot het bezigen van vermeldingen of aanduidingen.

  • 3 Het is verboden drukapparatuur en samenstellen in de handel te brengen, in bedrijf te stellen, op de markt aan te bieden of te gebruiken, indien de bij of krachtens dit besluit voorgeschreven conformiteitsbeoordelingsprocedures niet in acht zijn genomen.

  • 4 Het is verboden drukapparatuur en samenstellen te gebruiken anders dan met inachtneming van de voorschriften bij of krachtens dit besluit gesteld met betrekking tot het voorhanden zijn van documenten.

Hoofdstuk 2. EU-conformiteitsverklaring en CE-markering

Artikel 3. Reikwijdte

Dit hoofdstuk, met uitzondering van de artikelen 4, eerste lid, onder a, en tweede lid, 6, eerste lid, onder a, en tweede lid, en 7, eerste lid, onder a, en tweede lid, is niet van toepassing op drukapparatuur en samenstellen als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de richtlijn.

Artikel 4. Verplichtingen fabrikant

  • 1 Fabrikanten voldoen bij het ontwerpen, vervaardigen, het in de handel brengen en het voor eigen doeleinden gebruiken van drukapparatuur en samenstellen aan de volgende bepalingen van de richtlijn:

    • a. artikel 6;

    • b. artikel 11;

    • c. artikel 13;

    • d. artikel 14;

    • e. artikel 16, voor zover van toepassing;

    • f. artikel 17;

    • g. artikel 18;

    • h. artikel 19, eerste tot en met vijfde lid;

    • i. artikel 40, eerste en derde lid;

    • j. artikel 42, eerste en tweede lid; en

    • k. bijlage I.

  • 2 Instructies en informatie aangaande de veiligheid, alsmede eventuele etikettering als bedoeld in artikel 6, zevende lid, van de richtlijn, zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal.

  • 3 De EU-conformiteitsverklaring, bedoeld in de artikelen 6, tweede lid, en 17, eerste lid, van de richtlijn, is in ieder geval gesteld in de Nederlandse of Engelse taal.

Artikel 5. Gemachtigde van de fabrikant

  • 1 De fabrikant die een gemachtigde aanstelt, voldoet en zorgt dat wordt voldaan aan artikel 7 van de richtlijn.

  • 2 De gemachtigde, bedoeld in het eerste lid, voldoet aan de artikelen 7, tweede lid, en 11 van de richtlijn.

Artikel 6. Verplichtingen importeur

  • 1 Importeurs voldoen bij het in de handel brengen van drukapparatuur en samenstellen aan de volgende bepalingen van de richtlijn:

    • a. artikel 8;

    • b. artikel 10;

    • c. artikel 11;

    • d. artikel 40, eerste en derde lid;

    • e. artikel 42, eerste en tweede lid; en

    • f. bijlage I.

  • 2 Instructies en informatie aangaande de veiligheid, bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de richtlijn, zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal.

Artikel 7. Verplichtingen distributeur

  • 1 Distributeurs voldoen bij het op de markt aanbieden van drukapparatuur en samenstellen aan de volgende bepalingen van de richtlijn:

    • a. artikel 9;

    • b. artikel 10;

    • c. artikel 11;

    • d. artikel 40, eerste en derde lid; en

    • e. artikel 42, eerste en tweede lid.

  • 2 Instructies en informatie aangaande de veiligheid, bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de richtlijn, zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal.

Artikel 8. EU-conformiteit

  • 1 Drukapparatuur en samenstellen voldoen aan de essentiële veiligheidseisen als vermeld in bijlage I van de richtlijn.

  • 2 Drukapparatuur en samenstellen die door fabrikanten en importeurs in de handel worden gebracht of door distributeurs op de markt worden aangeboden, die in overeenstemming zijn met geharmoniseerde normen of delen daarvan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden vermoed te voldoen aan de eisen die door die normen of delen daarvan worden bestreken, zoals beschreven in artikel 12 en bijlage I van de richtlijn.

Artikel 9. CE-markering

  • 1 Drukapparatuur en samenstellen die in de handel worden gebracht of op de markt worden aangeboden, met uitzondering van die genoemd in artikel 16, tweede lid, zijn overeenkomstig de artikelen 18 en 19 van de richtlijn voorzien van de CE-markering.

  • 2 Drukapparatuur en samenstellen die niet zijn voorzien van de CE-markering of anderszins niet aan dit besluit voldoen, mogen op beurzen en exposities en bij demonstraties worden tentoongesteld met inachtneming van artikel 3, derde lid, van de richtlijn.

Artikel 10. Procedure EU-conformiteitsbeoordeling

  • 1 De beoordeling van de conformiteit van drukapparatuur en samenstellen, de afgifte van verklaringen en de verlening van goedkeuringen ter zake vinden plaats met inachtneming van de artikelen 12, eerste lid, 14 en 17 van de richtlijn.

  • 2 Fabrikanten vragen de beoordeling van de conformiteit van drukapparatuur en samenstellen, als bedoeld in artikel 14 van de richtlijn, aan bij een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie of EU-keuringsdienst voor gebruikers.

  • 3 De dossiers en briefwisseling betreffende de in de artikelen 14 en 16 van de richtlijn bedoelde conformiteitbeoordelingsprocedures zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal of een andere door de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie aanvaarde taal.

  • 4 De verlening van de goedkeuring, genoemd in bijlage I, onderdelen 3.1.2 en 3.1.3, bij de richtlijn, kan naast de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie geschieden door een erkende onafhankelijke instelling. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11. Europese materiaalgoedkeuring

  • 1 De Europese materiaalgoedkeuring, bedoeld in artikel 15 van de richtlijn, wordt op verzoek van één of meer materiaalfabrikanten of fabrikanten van drukapparatuur, met inachtneming van genoemd artikel, verleend door een hiertoe door Onze Minister aangewezen EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie. De kosten van de materiaalgoedkeuring zijn voor rekening van de betrokken fabrikant of fabrikanten.

  • 2 De voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen die voldoen aan de Europese materiaalgoedkeuringen waarvan de referenties door de Commissie van de Europese Unie zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, worden geacht te voldoen aan de daarop van toepassing zijnde essentiële veiligheidseisen, bedoeld in bijlage I bij de richtlijn.

Artikel 12. Intrekking verklaringen en goedkeuringen

  • 1 De EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie en EU-keuringsdienst van gebruikers trekken een door hen afgegeven verklaring van EU-typeonderzoek of EU-ontwerponderzoek of een verleende goedkeuring van het kwaliteitssysteem, bedoeld in bijlage III bij de richtlijn, in, indien de essentiële veiligheidseisen of voorgeschreven gebruiksomstandigheden, bedoeld in bijlage I bij de richtlijn, zodanig zijn gewijzigd dat het type, ontwerp of kwaliteitssysteem niet meer voldoet aan de gewijzigde eisen op het tijdstip waarop deze volgens de richtlijn van toepassing zijn.

  • 2 De EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie trekt een door haar verleende Europese materiaalgoedkeuring in, indien naar haar oordeel de goedkeuring niet verleend had mogen worden of indien de materiaalsoort onder een geharmoniseerde norm valt.

  • 3 De EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie en EU-keuringsdienst van gebruikers en erkende onafhankelijke instelling trekken een door hen verleende goedkeuring, genoemd in bijlage I, onderdelen 3.1.2 en 3.1.3, bij de richtlijn, in, indien die naar hun oordeel niet verleend had mogen worden of er niet meer wordt voldaan aan bijlage I, onderdelen 3.1.2 of 3.1.3, bij de richtlijn.

Artikel 13. Aanwijzingsprocedure

  • 1 Bij een verzoek aan Onze Minister als bedoeld in artikel 7a van de wet, voldoet de aanvrager aan artikel 28, eerste en tweede lid, van de richtlijn.

  • 2 Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst van gebruikers en erkende onafhankelijke instelling voldoen aan of zorgen dat, voor zover op hen van toepassing, wordt voldaan aan de volgende bepalingen van de richtlijn:

    • a. artikel 16, eerste lid, derde lid en vierde lid;

    • b. artikel 24, tweede tot en met elfde lid;

    • c. artikel 25, tweede lid tot en met elfde lid;

    • d. artikel 34; en

    • e. artikel 36.

  • 3 Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst van gebruikers of erkende onafhankelijke instelling, die taken uitbesteedt of door ondergeschikte instanties laat uitvoeren, voldoet aan artikel 27 van de richtlijn.

  • 4 Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst voor gebruikers of erkende onafhankelijke instelling voldoet aan de criteria, genoemd in het eerste, tweede en derde lid. Zij tonen dit aan door middel van een accreditatie tegen de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen of delen daarvan, mits die normen de eisen, bedoeld in de eerste zin, dekken en de referentienummers van die normen in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt.

  • 5 Indien de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst voor gebruikers of erkende onafhankelijke instelling geen bewijs van accreditatie kan overleggen, verschaft zij Onze Minister alle bewijsstukken die nodig zijn om aan te tonen dat zij voldoet aan de criteria, genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 14. Weigering, schorsing, wijziging of intrekking aanwijzing

  • 1 Onze Minister weigert een aanwijzing als EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst van gebruikers of erkende onafhankelijke instelling indien de aanvrager niet heeft voldaan aan het bepaalde bij of krachtens artikel 13, eerste tot en met vijfde lid, voor zover op hen van toepassing.

  • 2 Een aanwijzing kan worden geschorst, ten nadele van de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst van gebruikers of erkende onafhankelijke instelling worden gewijzigd of ingetrokken:

    • a. op grond van door de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst van gebruikers of erkende onafhankelijke instelling verstrekte onjuiste inlichtingen over feiten of omstandigheden, mits de onjuistheid daarvan aan deze instantie, dienst of instelling bekend was of kon zijn;

    • b. indien de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst van gebruikers of erkende onafhankelijke instelling niet meer voldoet aan het bepaalde bij of krachtens artikel 13, eerste tot en met vijfde lid; of

    • c. indien de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst van gebruikers of erkende onafhankelijke instelling haar wettelijke verplichtingen niet meer naar behoren nakomt of de taken waarvoor zij is aangewezen, niet meer naar behoren uitvoert.

Artikel 15. Aanmeldende autoriteit

  • 1 Bij de uitoefening van zijn taken als aanmeldende autoriteit voldoet Onze Minister aan artikelen 22 en 29 van de richtlijn.

  • 2 Onze Minister verricht de taken, bedoeld in artikel 21, tweede lid, van de richtlijn.

Artikel 16. Periodieke controle

  • 1 Tijdens de looptijd van de aanwijzing stelt Onze Minister periodiek vast of de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst van gebruikers en erkende onafhankelijke instelling:

    • a. nog voldoen aan het bepaalde bij of krachtens artikel 13, eerste tot en met vijfde lid, voor zover op hen van toepassing; en

    • b. hun wettelijke verplichtingen naar behoren nakomen en de taken waarvoor zij zijn aangewezen, naar behoren uitvoeren.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld betreffende het kosteloos gegevens en inlichtingen verstrekken door de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst van gebruikers of erkende onafhankelijke instelling aan Onze Minister of de nationale accreditatie-instantie respectievelijk door Onze Minister of de nationale accreditatie-instantie aan de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst van gebruikers of erkende onafhankelijke instelling, die zijn verkregen door de uitvoering of het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet, welke noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun wettelijke taken.

  • 3 Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, een EU-keuringsdienst van gebruikers of een erkende onafhankelijke instelling die haar taken waarvoor zij is aangewezen, beëindigt, of waarvan de aanwijzing door Onze Minister wordt ingetrokken, is verplicht tijdig voorafgaand aan de beëindiging van de werkzaamheden respectievelijk de datum waarop de aanwijzing eindigt, haar dossiers over te dragen aan een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie waarmee de marktdeelnemer een overeenkomst is aangegaan. Indien er geen EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie is, draagt de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, EU-keuringsdienst van gebruikers of erkende onafhankelijke instelling de dossiers over aan Onze Minister.

Artikel 17. Wijziging richtlijn

Een wijziging van de richtlijn gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Hoofdstuk 3. Verkeer en gebruik

Artikel 18. Gebruiksaanwijzing

Drukapparatuur en samenstellen gaan vergezeld van een gebruiksaanwijzing, bestemd voor de gebruiker, met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie als bedoeld in punt 3.4 van bijlage I bij de richtlijn, en die ten minste in de Nederlandse taal is gesteld.

Artikel 19. Opstelling drukapparatuur en samenstellen

  • 1 De opstelling van drukapparatuur en samenstellen voorzien van een CE-markering, zijn zodanig dat zij toegankelijk en bereikbaar zijn voor het gebruik en uitvoeren van onderhoud, onderzoek, inspectie, reparatie en keuringen. Zij zijn voorzien van een zodanige ondersteuning dat de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen ter uitvoering van het eerste lid nadere regels worden gesteld.

Artikel 20. Onderhoud en gebruik

  • 1 Degene die drukapparatuur of samenstellen voorhanden heeft, aflevert, tentoonstelt of gebruikt zorgt ervoor dat die in goede staat van onderhoud verkeren.

  • 2 Degene die drukapparatuur of samenstellen gebruikt of doet gebruiken, zorgt ervoor dat die drukapparatuur en samenstellen overeenkomstig het door de fabrikant beoogde gebruik worden gebruikt.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing voor zover drukapparatuur en samenstellen hetzij zijn afgekeurd hetzij onklaar zijn gemaakt hetzij anderszins kennelijk niet meer voor gebruik zijn bestemd.

Hoofdstuk 4. Gebruik en keuring van drukapparatuur

Paragraaf 1. Keuring drukapparatuur

Artikel 21. Keuring voor ingebruikneming

  • 1 Bij ministeriële regeling wordt drukapparatuur aangewezen die overeenkomstig dit artikel wordt gekeurd.

  • 2 De drukapparatuur, bedoeld in het eerste lid, wordt, wanneer die wordt opgesteld en geïnstalleerd, gekeurd voor de eerste ingebruikneming alsmede na elke montage op een nieuwe plaats van opstelling en gaat vergezeld van een verklaring van ingebruikneming. De kosten van de keuring zijn voor rekening van de gebruiker, bedoeld in het vierde lid.

  • 3 De verklaring van ingebruikneming, bedoeld in het tweede lid, wordt onder overlegging van de gegevens en bescheiden, genoemd in het vierde lid, schriftelijk aangevraagd bij een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers.

  • 4 De aanvraag, bedoeld in het derde lid, omvat, voor zover van toepassing:

    • a. naam en adres van de gebruiker en plaats waar de drukapparatuur staat opgesteld; en

    • b. de gebruiksaanwijzing, bedoeld in bijlage I, punt 3.4, bij de richtlijn, met inbegrip van een vervaardigingsbewijs, de EG-verklaring van overeenstemming, bedoeld in artikel 25, de EU-conformiteitsverklaring en het aantekenblad, bedoeld in artikel 24, indien reeds verstrekt.

  • 5 De documenten, bedoeld in het vierde lid, onder b, kunnen met instemming van de NL- conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers, in afwijking van het derde lid, beschikbaar worden gehouden op het moment van de keuring.

  • 6 De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers, die de keuring, bedoeld in het tweede lid, uitvoert, verricht, voor zover van toepassing, de volgende onderzoeken:

    • a. de verificatie van de drukapparatuur aan de hand van de gebruiksaanwijzing en markeringen;

    • b. de controle van de uitwendige toestand van de drukapparatuur;

    • c. de controle van de werking van de veiligheidsappendages en onder druk staande appendages; en

    • d. de controle van de opstelling van de drukapparatuur.

  • 7 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de onderzoeken, bedoeld in het zesde lid.

  • 8 Bij de toepassing van het tweede en zesde lid wordt rekening gehouden met de onderzoeken in het kader van de EU-conformititeitsbeoordeling, bedoeld in de artikelen 8 en 10.

  • 9 Indien een afzonderlijk drukvat of afzonderlijke installatieleiding met inbegrip van de daarbij behorende veiligheidsappendages en onder druk staande appendages, wordt gekoppeld aan een bestaand drukvat of bestaande installatieleiding, kan de keuring voor de ingebruikneming, bedoeld in het tweede lid, worden betrokken op het afzonderlijk drukvat of de afzonderlijke installatieleiding, met inbegrip van de daarbij behorende veiligheidsappendages en onder druk staande appendages.

  • 10 De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het zesde lid, stellen een rapport op van de keuring, bedoeld in het tweede lid, en stellen een exemplaar van het rapport beschikbaar aan de gebruiker. In dit rapport kunnen voorwaarden worden gesteld waaraan wordt voldaan alvorens een verklaring van ingebruikneming wordt afgegeven.

  • 11 Door de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het zesde lid, wordt een verklaring van ingebruikneming afgegeven indien is gebleken dat tegen het in gebruik nemen van de drukapparatuur, bedoeld in het tweede lid, geen bezwaar bestaat. In deze verklaring:

    • a. wordt de termijn vermeld waarbinnen de drukapparatuur uiterlijk aan een herkeuring als bedoeld in artikel 22, wordt onderworpen; en

    • b. kunnen voorwaarden worden gesteld.

  • 12 De verklaring van ingebruikneming kan betrekking hebben op één of meer drukapparaten.

  • 13 De gebruiker draagt er zorg voor dat de keuring, bedoeld in het tweede lid, veilig kan worden uitgevoerd.

  • 14 Dit artikel is niet van toepassing, indien een verklaring als bedoeld in artikel 23, tweede lid, is afgegeven, tot het tijdstip waarop de betreffende drukapparatuur na montage wordt opgesteld en geïnstalleerd op een nieuwe plaats van opstelling.

Artikel 22. Herkeuring

  • 1 Bij ministeriële regeling wordt in verband met de veiligheid en gezondheid van personen en het milieu drukapparatuur aangewezen die overeenkomstig dit artikel wordt herkeurd.

  • 2 De drukapparatuur, bedoeld in het eerste lid, wordt herkeurd en gaat vergezeld van een verklaring van herkeuring. De kosten van de herkeuring zijn voor rekening van de gebruiker, bedoeld in het vierde lid.

  • 3 De verklaring van herkeuring, bedoeld in het tweede lid, wordt, met inachtneming van de termijn, bedoeld in artikel 21, elfde lid, onder a, onderscheidenlijk de termijn, bedoeld in het negende lid, onder a, onder overlegging van de gegevens en bescheiden, vermeld in het vierde lid, schriftelijk aangevraagd bij een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers.

  • 4 De aanvraag, bedoeld in het derde lid, omvat, voor zover van toepassing:

    • a. naam en adres van de gebruiker en de plaats waar de drukapparatuur staat opgesteld;

    • b. de verklaring van ingebruikneming, de verklaring van intredekeuring en ingebruikneming en de verklaring van herkeuring, afgegeven na een voorgaande herkeuring, met inbegrip van de bij de keuringen behorende rapporten, en het aantekenblad, bedoeld in artikel 24;

    • c. de documentatie van de drukapparatuur die is afgegeven tot 29 mei 2002 op grond van de wettelijke voorschriften die van toepassing waren vóór 29 november 1999; en

    • d. naar het oordeel van de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het zesde lid, aanvullende documentatie.

  • 6 De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers die de herkeuring, bedoeld in het tweede lid, uitvoeren, verrichten, voor zover van toepassing, de volgende onderzoeken:

    • a. de controle van de inwendige toestand van drukapparatuur door een inwendig onderzoek of ander passend onderzoek gericht op de inwendige toestand; en

    • b. de controle van de uitwendige toestand van de drukapparatuur.

  • 7 Bij ministeriële regeling kunnen ten aanzien van de onderzoeken, bedoeld in het zesde lid, nadere regels worden gesteld.

  • 8 De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het zesde lid, stellen een rapport op van de herkeuring, bedoeld in het tweede lid, en stellen een exemplaar van het rapport beschikbaar aan de gebruiker. In dit rapport kunnen voorwaarden worden gesteld waaraan wordt voldaan alvorens een verklaring van herkeuring wordt afgegeven.

  • 9 Door de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het zesde lid, wordt een verklaring van herkeuring afgegeven, indien is gebleken dat tegen het verdere gebruik van de drukapparatuur voor de geldende termijn geen bezwaar bestaat. In deze verklaring:

    • a. wordt de geldigheidstermijn vermeld; en

    • b. kunnen voorwaarden worden gesteld.

  • 10 De verklaring van herkeuring kan betrekking hebben op één of meer drukapparaten.

  • 11 De gebruiker draagt er zorg voor dat de herkeuring, bedoeld in het tweede lid, veilig kan worden uitgevoerd.

  • 12 Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot bepaalde drukapparatuur als bedoeld in het eerste lid, regels worden gesteld die strekken ter aanvulling van dit artikel of onderdelen daarvan.

Artikel 23. Intredekeuring

  • 1 Dit artikel is van toepassing op drukapparatuur die:

    • a. voor 29 mei 2002 is vervaardigd overeenkomstig de wettelijke voorschriften van een staat, niet zijnde Nederland, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; of

    • b. op of na 29 mei 2002 is vervaardigd overeenkomstig de wettelijke voorschriften van een staat, die is toegetreden tot de Europese Unie op of na 29 mei 2002, mits de vervaardiging is geschied voor de datum van toetreding van de desbetreffende staat, en die niet voor 29 mei 2002 in overeenstemming is gebracht met de richtlijn, en die op grond van artikel 21, eerste lid, is aangewezen.

  • 2 Alvorens de drukapparatuur, bedoeld in het eerste lid, in gebruik wordt genomen, wordt zij aan een intredekeuring onderworpen en gaat vergezeld van een verklaring van intredekeuring en ingebruikneming. De kosten van de intredekeuring zijn voor rekening van de gebruiker, bedoeld in het vierde lid.

  • 3 De verklaring, bedoeld in het tweede lid, wordt, onder overlegging van de gegevens en bescheiden, vermeld in het vierde lid, schriftelijk door de gebruiker aangevraagd bij een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers.

  • 4 De aanvraag, bedoeld in het derde lid, omvat voor zover van toepassing:

    • a. naam en adres van de gebruiker en het adres van de plaats van opstelling van de drukapparatuur;

    • b. de documenten omtrent het ontwerp, de vervaardiging en het toegestane gebruik van de drukapparatuur; en

    • c. de afgegeven verklaringen met bijbehorende rapporten met betrekking tot keuringen van drukapparatuur.

  • 6 De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, die de keuring uitvoeren, verrichten, voor zover van toepassing, de volgende onderzoeken:

    • a. een beoordeling van het ontwerp naar het beoogde gebruiksdoel van de drukapparatuur;

    • b. een beoordeling van de documenten die betrekking hebben op de vervaardiging van de drukapparatuur;

    • c. een beoordeling van de integratie en beveiliging van de drukapparatuur;

    • d. de onderzoeken, bedoeld in artikel 21, zesde lid; en

    • e. de onderzoeken, bedoeld in artikel 22, zesde lid.

  • 7 Met goedkeuring van een beoordeling als bedoeld in het zesde lid, onder a en b, wordt gelijkgesteld een bewijs van goedkeuring afgegeven door een erkende onafhankelijke instelling in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, welk bewijs is afgegeven op basis van onderzoeken die aan ten minste gelijkwaardige eisen voldoen.

  • 8 Bij ministeriële regeling kunnen ten aanzien van de onderzoeken, bedoeld in het zesde lid, onder a en b, nadere regels worden gesteld.

  • 9 De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het zesde lid, stellen een rapport op van de intredekeuring, bedoeld in het tweede lid, en stellen een exemplaar van het rapport beschikbaar aan de gebruiker. In dit rapport kunnen voorwaarden worden gesteld waaraan wordt voldaan alvorens een verklaring van intredekeuring en ingebruikneming wordt afgegeven.

  • 10 Door de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het zesde lid, wordt een verklaring als bedoeld in het tweede lid afgegeven, indien is gebleken dat tegen het in gebruik nemen van de drukapparatuur, bedoeld in het eerste lid, geen bezwaar bestaat. In deze verklaring:

    • a. wordt de termijn vermeld waarbinnen de drukapparatuur uiterlijk aan een herkeuring als bedoeld in artikel 22, wordt onderworpen; en

    • b. kunnen voorwaarden worden gesteld.

  • 11 De verklaring, bedoeld in het tweede lid, kan betrekking hebben op één of meer drukapparaten.

  • 12 De gebruiker draagt er zorg voor dat de keuring, bedoeld in het tweede lid, veilig kan worden uitgevoerd.

Artikel 24. Aantekenblad

  • 2 Op het aantekenblad worden de bevindingen van elke verrichting aan de drukapparatuur vermeld, met, indien van toepassing, verwijzing naar verklaringen en bijbehorende rapporten, totdat de drukapparatuur is afgekeurd hetzij onklaar is gemaakt hetzij anderszins kennelijk niet meer voor gebruik is bestemd.

  • 3 Uitsluitend de betrokken NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers zijn bevoegd op het aantekenblad aantekeningen te maken.

Artikel 25. Bewaren documenten

  • 1 Gedurende tien jaar na de vervaardiging van drukapparatuur of samenstellen of indien deze in een serie zijn vervaardigd, na de vervaardiging van de laatste drukapparatuur of samenstellen, bewaart de fabrikant overeenkomstig bijlage III bij de richtlijn, voor zover van toepassing, de technische documentatie, een afschrift van de EG-verklaring van overeenstemming, van de EU-conformiteitsverklaring en van de verklaring van EG-typeonderzoek of EG-ontwerponderzoek, bedoeld in Richtlijn 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 mei 1997 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur (Pb 1997, L 181), het certificaat van EU-typeonderzoek of EU-ontwerponderzoek inclusief de aanvullingen daarop, en de gegevens, bedoeld in punt 5 van module D, onderscheidenlijk punt 7 van module D1, onderscheidenlijk punt 5 van module E, onderscheidenlijk punt 7 van module E1, onderscheidenlijk punt 5 van module H van bijlage III bij de richtlijn.

  • 2 Indien de fabrikant niet in de Europese Economische Ruimte is gevestigd, is het eerste lid van toepassing op degene die de drukapparatuur of samenstellen in de Europese Economische Ruimte in de handel brengt.

  • 3 Zolang de drukapparatuur of samenstellen in werking zijn of in werking kunnen worden gesteld bewaart de gebruiker, voor zover van toepassing, de EG-verklaring van overeenstemming, bedoeld in het eerste lid, de EU-conformiteitsverklaring, de gebruiksaanwijzing, bedoeld in bijlage I, punt 3.4, bij de richtlijn, de verklaring van ingebruikneming, bedoeld in artikel 20, tweede lid, de verklaring van herkeuring, bedoeld in artikel 22, tweede lid, het aantekenblad, bedoeld in artikel 24, eerste lid, de verklaring van intredekeuring en ingebruikneming, bedoeld in artikel 23, tweede lid, en de bij de beoordelingen en keuringen behorende rapporten.

Paragraaf 2. Voorgenomen en uitgevoerde wijzigingen en reparaties in de gebruiksfase

Artikel 26. Wijzigingen en reparaties

  • 1 Op voorgenomen wijzigingen en reparaties aan drukapparatuur, bedoeld in artikel 21, eerste lid, is bijlage I, met uitzondering van het aanbrengen van de CE-markering, bij de richtlijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Van voorgenomen wijzigingen en reparaties aan drukapparatuur, bedoeld in het eerste lid, wordt de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers onverwijld in kennis gesteld door de gebruiker.

  • 3 De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het tweede lid, verricht de noodzakelijke onderzoeken aan het ontwerp en de constructie van de voorgenomen wijziging of reparatie waarbij, voor zover van toepassing, rekening wordt gehouden met eerder uitgevoerd onderzoek en verricht tijdens de uitvoering van de wijziging of reparatie passende onderzoeken en proeven. De kosten van de onderzoeken en proeven zijn voor rekening van de gebruiker, bedoeld in het tweede lid.

  • 4 Indien de wijzigingen aan de drukapparatuur, bedoeld in het eerste lid, van invloed zijn op de wijze van gebruik, de uitrusting of de opstelling, beoordeelt de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het tweede lid, de integratie en beveiliging.

  • 5 Met betrekking tot voorgenomen wijzigingen aan drukapparatuur dat in gebruik is en voor de voorgenomen wijziging niet valt onder de drukapparatuur, bedoeld in artikel 22, eerste lid, maar daar na de voorgenomen wijziging wel onder valt, is het eerste tot en met het vijfde lid van overeenkomstige toepassing, en worden door de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het tweede lid, zo nodig, de volgende onderzoeken uitgevoerd:

    • a. een beoordeling van het ontwerp naar het beoogde gebruiksdoel van de drukapparatuur;

    • b. een beoordeling van de documenten die betrekking hebben op de vervaardiging van de drukapparatuur;

    • c. een beoordeling van de integratie en beveiliging van de drukapparatuur;

    • d. de onderzoeken, bedoeld in artikel 21, zesde lid; en

    • e. de onderzoeken, bedoeld in artikel 22, zesde lid.

  • 6 Met betrekking tot de gewijzigde drukapparatuur worden door de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het tweede lid, zo nodig, de onderzoeken, bedoeld in artikel 21, zesde lid, uitgevoerd.

  • 7 De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het tweede lid, stellen een rapport op van de beoordelingen, bedoeld in het derde en vierde lid, van het onderzoek, bedoeld in het derde lid, en van de onderzoeken, bedoeld in het vijfde, zesde en achtste lid, en stellen een exemplaar van dit rapport beschikbaar aan de gebruiker.

  • 8 Indien is gebleken dat tegen het verder gebruik van de drukapparatuur geen bezwaar bestaat, wordt door de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers, bedoeld in het derde lid, voor zover van toepassing:

    • a. een aanvulling op de verklaring van ingebruikneming of de verklaring van intredekeuring en ingebruikneming gegeven; of

    • b. een verklaring van ingebruikneming afgegeven indien het zesde lid van toepassing is.

  • 9 Bij ministeriële regeling kunnen ten aanzien van de wijze waarop reparaties en wijzigingen als bedoeld in het eerste lid, worden uitgevoerd, en onderzoeken en proeven, als bedoeld in het derde lid, nadere regels worden gesteld.

Paragraaf 3. Intrekking verklaringen en goedkeuringen

Artikel 27. Intrekking

  • 1 Een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers trekt een door haar afgegeven verklaring van ingebruikneming, een verklaring van herkeuring of een verklaring van intredekeuring en ingebruikneming in, indien de drukapparatuur niet meer voldoet aan de eisen, bedoeld in de artikelen 21, 22 of 23.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de inhoud en geldigheidsduur van de verklaringen en goedkeuringen, bedoeld in het eerste lid.

Hoofdstuk 5. NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers

Artikel 28. Criteria voor aanwijzing als NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie

  • 1 Als NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie kunnen worden aangewezen de instellingen die voldoen aan de volgende eisen:

    • a. artikel 24, tweede, derde, vierde, vijfde, zevende, achtste en negende lid, van de richtlijn;

    • b. zij zijn in staat alle conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten waarvoor zij aangewezen zijn, ongeacht of deze taken door henzelf of namens hen en onder hun verantwoordelijkheid worden verricht;

    • c. hun medewerkers zijn gebonden aan het beroepsgeheim ten aanzien van alle informatie waarvan zij kennisnemen bij de uitoefening van hun wettelijke taken, behalve ten opzichte van de bevoegde autoriteiten;

    • d. zij beschikken over een registratiesysteem waarin de gegevens die samenhangen met en betrekking hebben op het verrichten van de conformiteitsbeoordelingstaken waarvoor zij aangewezen willen worden, naar behoren worden vastgelegd;

    • e. zij hebben een schemabeheerder voor het ontwikkelen, onderhouden en publiekelijk en kosteloos toegankelijk maken van een schema, dat door hen onverkort wordt gebruikt. De schemabeheerder houdt naar behoren rekening met de belangen van alle partijen die belang hebben bij het schema, zonder dat één van de belangen de overhand heeft; en

    • f. indien zij conformiteitsbeoordelingstaken uitbesteden of door een dochteronderneming laten uitvoeren, is het bepaalde in artikel 30 van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Indien er meerdere NL-conformiteitsbeoordelingsinstanties zijn aangewezen:

    • a. nemen zij deel aan het door hen gezamenlijk te organiseren overleg ten einde te komen tot het geharmoniseerd verrichten van de conformiteitsbeoordelingstaken waarvoor zij zijn aangewezen;

    • b. wijzen zij een schemabeheerder aan voor het opstellen, onderhouden en publiekelijk en kosteloos toegankelijk maken van een gezamenlijk schema, dat door hen onverkort wordt gebruikt;

    • c. hanteren zij de in het overleg genomen administratieve beslissingen en opgestelde documenten als algemene richtsnoeren; en

    • d. zorgen zij ervoor dat hun medewerkers die de conformiteitsbeoordelingstaken verrichten, op de hoogte zijn van de activiteiten, administratieve beslissingen en opgestelde documenten van het overleg.

  • 3 NL-conformiteitsbeoordelingsinstanties brengen Onze Minister op de hoogte van:

    • a. elke weigering, beperking, schorsing of intrekking van goedkeuringen;

    • b. omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van of de voorwaarden voor aanwijzing;

    • c. informatieverzoeken over conformiteitsbeoordelingsactiviteiten die zij van Onze Minister ontvangen; of

    • d. op verzoek, de binnen de werkingssfeer van hun aanwijzing verrichte conformiteitsbeoordelingsactiviteiten en andere activiteiten waaronder uitbesteding.

  • 4 NL-conformiteitsbeoordelingsinstanties verstrekken de andere uit hoofde van dit besluit aangewezen NL-conformiteitsbeoordelingsinstanties en NL-keuringsdiensten van gebruikers die soortgelijke conformiteitsbeoordelingsactiviteiten voor drukapparatuur verrichten, relevante informatie over negatieve conformiteitsbeoordelingsresultaten, en, op verzoek, over positieve conformiteitsbeoordelingsresultaten.

  • 5 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel.

Artikel 29. Taken NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie

Een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie is belast met de volgende taken, voor zover hiervoor aangewezen:

  • a. de keuring voor ingebruikneming, bedoeld in artikel 21;

  • b. de herkeuring, bedoeld in artikel 22;

  • c. de intredekeuring, bedoeld in artikel 23; en

  • d. de beoordelingen en de onderzoeken bij voorgenomen en uitgevoerde wijzigingen en reparaties in de gebruiksfase, bedoeld in artikel 26.

Artikel 30. Uitbesteden taken

  • 1 Indien NL-conformiteitsbeoordelingsinstanties conformiteitsbeoordelingstaken uitbesteden of door een dochteronderneming laten uitvoeren, waarborgen zij dat de onderaannemer of dochteronderneming aan de criteria, bedoeld in artikel 28, eerste, tweede, derde en vierde lid, voldoet, en brengen zij Onze Minister hiervan op de hoogte.

  • 2 NL-conformiteitsbeoordelingsinstanties nemen de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de conformiteitsbeoordelingstaken die worden verricht door een onderaannemer of dochteronderneming.

  • 3 NL-conformiteitsbeoordelingsinstanties zorgen ervoor dat de activiteiten van een onderaannemer of dochteronderneming geen afbreuk doen aan de vertrouwelijkheid, objectiviteit en onpartijdigheid van de door henzelf te verrichten conformiteitsbeoordelingstaken.

  • 4 Conformiteitsbeoordelingstaken mogen uitsluitend met instemming van de klant worden uitbesteed of door een dochteronderneming worden verricht.

  • 5 NL-conformiteitsbeoordelingsinstanties houden alle relevante documenten betreffende de beoordeling van de kwalificaties van een onderaannemer of dochterondernemer en betreffende de door een onderaannemer of dochteronderneming uit hoofde van dit besluit verrichte conformiteitsbeoordelingstaken ter beschikking van de aanwijzende autoriteit.

Artikel 31. Criteria voor aanwijzing als NL-keuringsdienst van gebruikers

  • 1 Als NL-keuringsdienst van gebruikers kan worden aangewezen een keuringsdienst die voldoet aan de volgende eisen:

    • a. artikel 25, tweede tot en met negende lid, van de richtlijn;

    • b. zij zijn in staat alle conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten waarvoor zij aangewezen zijn;

    • c. hun medewerkers zijn gebonden aan het beroepsgeheim ten aanzien van alle informatie waarvan zij kennisnemen bij de uitoefening van hun wettelijke taken, behalve ten opzichte van de bevoegde autoriteiten;

    • d. zij beschikken over een registratiesysteem waarin de gegevens die samenhangen met en betrekking hebben op het verrichten van de conformiteitsbeoordelingstaken waarvoor zij aangewezen willen worden, naar behoren worden vastgelegd;

    • e. zij hebben een schemabeheerder voor het ontwikkelen, onderhouden en publiekelijk en kosteloos toegankelijk maken van een schema, dat door hen onverkort wordt gebruikt. De schemabeheerder houdt naar behoren rekening met de belangen van alle partijen die belang hebben bij het schema, zonder dat één van de belangen de overhand heeft; en

    • f. indien zij conformiteitsbeoordelingstaken uitbesteden of door een dochteronderneming laten uitvoeren, is het bepaalde in artikel 30 van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Indien er meerdere NL-keuringsdiensten voor gebruikers zijn aangewezen:

    • a. nemen zij deel aan het door hen gezamenlijk te organiseren overleg ten einde te komen tot het geharmoniseerd verrichten van de conformiteitsbeoordelingstaken waarvoor zij zijn aangewezen;

    • b. wijzen zij een schemabeheerder aan voor het opstellen en onderhouden van een gezamenlijk schema, dat door hen onverkort wordt gebruikt;

    • c. hanteren zij de in het overleg genomen administratieve beslissingen en opgestelde documenten als algemene richtsnoeren; en

    • d. zorgen zij ervoor dat hun medewerkers die de conformiteitsbeoordelingstaken verrichten, op de hoogte zijn van de activiteiten, administratieve beslissingen en opgestelde documenten van het overleg.

  • 3 NL-keuringsdiensten van gebruikers brengen Onze Minister op de hoogte van:

    • a. elke weigering, beperking, schorsing of intrekking van goedkeuringen;

    • b. omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van of de voorwaarden voor aanwijzing;

    • c. informatieverzoeken over conformiteitsbeoordelingsactiviteiten die zij van Onze Minister ontvangen; of

    • d. op verzoek, de binnen de werkingssfeer van hun aanwijzing verrichte conformiteitsbeoordelingsactiviteiten en andere activiteiten.

  • 4 NL-keuringsdiensten van gebruikers verstrekken de andere uit hoofde van dit besluit aangewezen NL-keuringsdiensten van gebruikers en NL-conformiteitsbeoordelingsinstanties die soortgelijke conformiteitsbeoordelingsactiviteiten voor drukapparatuur verrichten, relevante informatie over negatieve conformiteitsbeoordelingsresultaten, en, op verzoek, over positieve conformiteitsbeoordelingsresultaten.

  • 5 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel.

  • 6 Een NL-keuringsdienst van gebruikers die deel uitmaakt van een mijnbouwonderneming, wordt aangewezen door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken.

Artikel 32. Taken NL-keuringsdienst van gebruikers

  • 1 Een NL-keuringsdienst van gebruikers werkt uitsluitend voor de groep waarvan hij deel uitmaakt, welke groep een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid hanteert ten aanzien van de technische specificaties voor ontwerp, fabricage, controle, onderhoud en gebruik van drukapparatuur en samenstellen.

  • 2 Een NL-keuringsdienst van gebruikers is belast met de volgende taken voor zover hiervoor aangewezen:

    • a. de keuring voor ingebruikneming, bedoeld in artikel 21;

    • b. de herkeuring, bedoeld in artikel 22;

    • c. de intredekeuring, bedoeld in artikel 23; en

    • d. de beoordelingen en de onderzoeken bij voorgenomen en uitgevoerde wijzigingen en reparaties in de gebruiksfase, bedoeld in artikel 26.

Artikel 33. Aanwijzingsprocedure

  • 1 De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers dienen de aanvraag tot aanwijzing in bij Onze Minister.

  • 2 Een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie toont aan dat zij voldoet aan de criteria, genoemd in artikelen 28, eerste, tweede, derde en vierde lid, en 30, door middel van een accreditatie tegen de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen of delen daarvan, mits die normen de eerdergenoemde eisen dekken en de referentienummers van die normen in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt.

  • 3 Een NL-keuringsdienst van gebruikers toont aan dat zij voldoet aan de eisen, genoemd in de artikelen 30 en 31, eerste, tweede, derde en vierde lid, door middel van een accreditatie tegen de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen of delen daarvan, mits die normen de eerdergenoemde eisen dekken en de referentienummers van die normen in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt.

  • 4 Indien de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers geen bewijs van accreditatie kan overleggen, verschaft zij Onze Minister alle bewijsstukken die nodig zijn om aan te tonen dat zij voldoet aan de criteria, genoemd in het tweede dan wel derde lid.

  • 5 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de accreditatie, bedoeld in het tweede, derde of vierde lid, en de indiening en afhandeling van aanvraag, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 34. Weigering, schorsing, wijziging of intrekking aanwijzing

  • 1 Een aanwijzing als NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers wordt geweigerd, indien de aanvrager niet heeft voldaan aan het bepaalde bij of krachtens de artikelen 28, 29, 30 of 31.

  • 2 Een aanwijzing kan worden geschorst, ten nadele van de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers worden gewijzigd of ingetrokken:

    • a. op grond van door de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers verstrekte onjuiste inlichtingen over feiten of omstandigheden, mits de onjuistheid daarvan aan die instantie of dienst bekend was of kon zijn;

    • b. indien niet meer is voldaan aan het bepaalde bij of krachtens de artikelen 28, 29 en 30, voor zover het betreft de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of de artikelen 30, 31 en 32, voor zover het betreft de NL-keuringsdienst van gebruikers; of

    • d. indien de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers haar wettelijke verplichtingen niet meer naar behoren nakomt of de taken waarvoor zij is aangewezen, niet meer naar behoren uitvoert.

Artikel 35. Periodieke controle

  • 1 Tijdens de looptijd van de aanwijzing stelt Onze Minister periodiek vast of de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en NL-keuringsdienst van gebruikers:

    • a. nog voldoen aan het bepaalde bij of krachtens de de artikelen 28, 29 en 30, voor zover het betreft de NL- conformiteitsbeoordelingsinstantie, en de artikelen 30, 31 en 32, voor zover het betreft de NL- keuringsdienst van gebruikers; en

    • b. hun wettelijke verplichtingen naar behoren nakomen en de taken waarvoor zij zijn aangewezen, naar behoren uitvoeren.

  • 2 Bij ministeriele regeling worden nadere regels gesteld betreffende het kosteloos gegevens en inlichtingen verstrekken door de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers aan Onze Minister of de nationale accreditatie-instantie respectievelijk door Onze Minister of de nationale accreditatie-instantie aan de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie of NL-keuringsdienst van gebruikers, die zijn verkregen door de uitvoering of het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet, welke noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun wettelijke taken.

  • 3 Een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie die haar taken waarvoor zij is aangewezen, beëindigt, of waarvan de aanwijzing door Onze Minister wordt ingetrokken, is verplicht tijdig voorafgaand aan de beëindiging van de werkzaamheden respectievelijk de datum, waarop de aanwijzing eindigt, haar dossiers over te dragen aan een andere NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie waarmee de marktdeelnemer een overeenkomst is aangegaan. Indien er geen andere NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie is, draagt de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie de dossiers over aan Onze Minister.

Artikel 36. Inspectieafdeling van de gebruiker

  • 1 Een inspectieafdeling van de gebruiker werkt uitsluitend voor de groep waarvan de inspectieafdeling deel uitmaakt. Deze groep hanteert een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid ten aanzien van de technische specificaties voor ontwerp, fabricage, levering, installatie, gebruik, controle en onderhoud van drukapparatuur.

  • 2 Onze Minister kan op verzoek ten aanzien van een inspectieafdeling van de gebruiker ontheffing verlenen van het eerste lid, eerste zin.

  • 3 De inspectieafdeling van de gebruiker heeft een identificeerbare structuur en binnen de organisatie waar de inspectieafdeling deel van is, rapportagelijnen die haar onpartijdigheid waarborgen. De inspectieafdeling van de gebruiker en haar personeel mogen niet verantwoordelijk zijn voor ontwerp, fabricage, levering, installatie, gebruik, controle en onderhoud van drukapparatuur en geen activiteiten uitoefenen die strijdig zijn met de onafhankelijkheid van hun oordeel en met hun integriteit betreffende hun inspectieactiviteiten.

  • 4 Een inspectieafdeling van de gebruiker hanteert een gecertificeerd kwaliteitsmanagementsysteem voor de uitoefening van haar taken.

  • 5 Een inspectieafdeling van de gebruiker is bevoegd tot het uitoefenen, onder toezicht van een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie, van de volgende taken voor zover hiervoor gecertificeerd door die NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie:

    • a. het verrichten van onderzoeken in het kader van herkeuringen als bedoeld in artikel 22, zesde lid; en

    • b. het verrichten van onderzoeken in het kader van voorgenomen reparaties als bedoeld in artikel 26, derde lid.

  • 6 De NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie, bedoeld in het vijfde lid, stelt mede met gebruikmaking van een rapport van de inspectieafdeling van de gebruiker, de verklaring van herkeuring, bedoeld in artikel 22, negende lid, onderscheidenlijk de aanvulling op de verklaring van ingebruikneming of de verklaring van intredekeuring en ingebruikneming, bedoeld in artikel 26, achtste lid, op met betrekking tot de door de inspectieafdeling van de gebruiker verrichte inspecties.

Hoofdstuk 7. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 40. Overgangsbepaling

  • 1 Drukapparatuur die voldoet aan het Warenwetbesluit drukapparatuur, zoals dat onmiddellijk vóór 19 juli 2016 luidde en vóór dat tijdstip in de handel is gebracht, mag ook op en na dat tijdstip op de markt worden aangeboden.

  • 2 De aanwijzing als aangewezen instelling op verzoek als bedoeld in artikel 19a van het Warenwetbesluit drukapparatuur, afgegeven op grond van de wet en geldend op de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding, genoemd in artikel 42, tweede lid, van dit besluit, wordt geacht te zijn afgegeven met inachtneming van de bij of krachtens dit besluit gestelde bepalingen.

Artikel 42. Inwerkingtreding

Artikel 43. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit drukapparatuur 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 15 juni 2016

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

L.F. Asscher

Uitgegeven de tweeëntwintigste juni 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur