Keuzevak ter voorbereiding op de doorstroom naar BOL – niveau 3/4
|
|
|
|
Taak:
○ positie en relaties van de expediteur in de logistieke keten herkennen en noemen
○ basisvaardigheden en werkzaamheden van de expediteur in de logistieke keten uitvoeren
|
|
|
|
K/MT/10.1
|
|
|
|
Deeltaak:
werkzaamheden van de expediteur noemen en zijn relaties herkennen.
De kandidaat kan:
|
|
|
|
1. relaties die bij het vervoer van goederen betrokken zijn herkennen
|
|
|
x
|
2. opdrachten van klanten verwerken
|
|
|
x
|
3. gegevens bij een klant opvragen
|
|
|
x
|
4. lading bij diverse vervoersbedrijven boeken
|
|
|
x
|
5. vragen van klanten beantwoorden en klanten doorverwijzen
|
|
|
x
|
6. intern en extern betrokkenen informeren over documenten en transport
|
|
|
x
|
7. wensen van klanten inventariseren en de klant informeren en adviseren
|
|
|
x
|
8. contacten leggen en onderhouden
|
|
|
x
|
9. onderhandelen met een klant en een offerte opstellen
|
|
|
x
|
10. bemiddelen tussen vervoerder en verlader
|
|
|
x
|
K/MT/10.2
|
|
|
|
Deeltaak:
werkzaamheden uitvoeren met betrekking tot documenten en administratie.
De kandidaat kan:
|
|
|
|
1. functies van de belangrijkste vervoersdocumenten beschrijven
|
|
|
x
|
2. beschrijven hoe een vervoersovereenkomst tot stand komt
|
|
|
x
|
3. gegevens in een vervoersdocument verwerken
|
|
|
x
|
4. transportberekeningen maken
|
|
|
x
|
5. documenten ontvangen en behandelen
|
|
|
x
|
6. documenten archiveren
|
|
|
x
|
7. administratieve gegevens verwerken ten behoeve van het ladingdossier
|
|
|
x
|
8. documenten opstellen ten behoeve van het ladingdossier
|
|
|
x
|
9. informatie met betrekking tot het ladingdossier controleren, beoordelen en afhandelen
|
|
|
x
|
10. problemen bij het ladingdossier signaleren en afhandelen
|
|
|
x
|
K/MT/10.3
|
|
|
|
Deeltaak:
inzicht hebben in de werkzaamheden van de douane.
De kandidaat kan:
|
|
|
|
1. taken, functie en organisatie van de douane beschrijven
|
|
|
x
|
2. douanezaken beschrijven
|
|
|
x
|
3. douanedocumenten invullen
|
|
|
x
|
4. vrijstelling van lading behandelen
|
|
|
x
|
5. de douane technische afhandeling organiseren
|
|
|
x
|
6. het proces van inklaren, uitklaren en douane-opslag beschrijven
|
|
|
x
|
7. de taken van de declaratieafdeling beschrijven
|
|
|
x
|
K/MT/10.4
|
|
|
|
Deeltaak:
activiteiten uitvoeren met betrekking tot de luchtvrachtexpeditie.
De kandidaat kan:
|
|
|
|
1. taken van een IATA-agent beschrijven
|
|
|
x
|
2. diverse typen vrachtvliegtuigen en luchtvrachtmaterialen noemen en beschrijven
|
|
|
x
|
3. luchtvrachtdocumenten beschrijven en invullen
|
|
|
x
|
4. binnengekomen zendingen administratief bij de ontvangers aanmelden
|
|
|
x
|
5. berekeningen met betrekking tot de luchtvracht uitvoeren
|
|
|
x
|
6. specifieke luchtvrachtfacturen opstellen
|
|
|
x
|
7. schaderapporten maken
|
|
|
x
|
8. klachten, manco’s en schade met betrekking tot de luchtvracht afhandelen
|
|
|
x
|
9. speciale zendingen controleren
|
|
|
x
|
K/MT/10.5
|
|
|
|
Deeltaak:
inzicht hebben in de activiteiten met betrekking tot de luchtvaartdienstverlening.
De kandidaat kan:
|
|
|
|
1. diverse typen passagiersvliegtuigen noemen
|
|
|
x
|
2. luchtvaartmaatschappijen, luchthavens en soorten vluchten noemen
|
|
|
x
|
3. het floorwalken verzorgen
|
|
|
x
|
4. een bagageproces verzorgen
|
|
|
x
|
5. passagiers aan de balie afhandelen en begeleiden bij aankomst en vertrek op de
luchthaven
|
|
|
x
|
6. informatie aan passagiers verstrekken
|
|
|
x
|
7. een vlucht voorbereiden
|
|
|
x
|
8. het in- en uitstapproces begeleiden
|
|
|
x
|
9. passagiers in het vliegtuig verzorgen
|
|
|
x
|
10. volgens de etiquette met klanten omgaan
|
|
|
x
|
11. collega’s informeren over afwijkende situaties
|
|
|
x
|
12. voor een veilige situatie zorgen (veiligheidsvoorschriften uitvoeren, veiligheidscontroles
uitvoeren)
|
|
|
x
|
Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis, vaardigheden
en houding.
|
|
|
x
|