Wet uitwerking Autobrief II

Geraadpleegd op 09-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017 en zichtdatum 01-01-2017.
Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Wet van 6 juli 2016 tot wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992, de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en de Provinciewet (Wet uitwerking Autobrief II)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is maatregelen te treffen in de sfeer van de autogerelateerde belastingen, in het bijzonder om het fiscale beleid om zuinige auto’s te stimuleren te verbeteren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VIII

In het bij artikel VII gewijzigde artikel 9, eerste en tweede lid, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 worden het eerste bedrag, genoemd in de derde kolom van de tabel, de bedragen, genoemd in de vierde kolom van de tabel, en het bedrag, genoemd in de laatste volzin, bij het begin van het kalenderjaar 2017 vervangen door andere. De artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de bij het begin van het kalenderjaar 2016 gebruikte tabelcorrectiefactor wordt toegepast. Vervolgens worden de overige bedragen, genoemd in artikel 9, eerste en tweede lid, in de derde kolom van de tabel, van eerstgenoemde wet dienovereenkomstig aangepast.

Artikel IX

De overeenkomstig artikel VIII gewijzigde bedragen, genoemd in artikel 9, eerste en tweede lid, in de vierde kolom van de tabel, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, worden bij ministeriële regeling verlaagd met 0,96 percent. Vervolgens worden de bedragen, genoemd in artikel 9, eerste en tweede lid, in de derde kolom van de tabel, echter met uitzondering van het eerstgenoemde bedrag, van die wet, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel XII

In de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 worden in artikel 9, eerste en tweede lid, de bedragen, genoemd in de vierde kolom van de tabel, bij het begin van het kalenderjaar 2018 bij ministeriële regeling verlaagd met 4,41 percent. Vervolgens worden de bedragen, genoemd in de derde kolom van de tabel, echter met uitzondering van het eerstgenoemde bedrag, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel XV

In artikel XIV, tweede lid, worden de bedragen, genoemd in de vierde kolom van die tabel, bij het begin van het kalenderjaar 2017 vervangen door andere. De artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de bij het begin van het kalenderjaar 2016 gebruikte tabelcorrectiefactor wordt toegepast. Vervolgens worden het tweede en derde bedrag, genoemd in de derde kolom van die tabel, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel XVI

Na toepassing van artikel XV, worden in artikel XIV, tweede lid, de bedragen, genoemd in de vierde kolom van die tabel, bij het begin van het kalenderjaar 2017 vervangen door andere. De artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de bij het begin van het kalenderjaar 2017 gebruikte tabelcorrectiefactor wordt toegepast. Vervolgens worden het tweede en derde bedrag, genoemd in de derde kolom van die tabel, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel XVII

Na toepassing van artikel XVI worden in artikel XIV, tweede lid, de bedragen, genoemd in de vierde kolom van de tabel, bij het begin van het kalenderjaar 2017 bij ministeriële regeling verlaagd met 0,96 percent. Vervolgens worden het tweede en derde bedrag, genoemd in de derde kolom, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel XVIII

In artikel XIV, tweede lid, worden de bedragen, genoemd in de vierde kolom van die tabel, bij het begin van het kalenderjaar 2018 vervangen door andere. De artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de bij het begin van het kalenderjaar 2018 gebruikte tabelcorrectiefactor wordt toegepast. Vervolgens worden het tweede en derde bedrag, genoemd in de derde kolom van die tabel, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel XIX

Na toepassing van artikel XVIII worden in artikel XIV, tweede lid, de bedragen, genoemd in de vierde kolom van de tabel, bij het begin van het kalenderjaar 2018 bij ministeriële regeling verlaagd met 4,41 percent. Vervolgens worden het tweede en derde bedrag, genoemd in de derde kolom van die tabel, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel XX

In de Wet op de belasting van personenauto’s 1992 worden met ingang van 1 januari 2019 in artikel 9 de bedragen, genoemd het eerste lid, in de vierde kolom van de tabel en de bedragen, genoemd in het tweede lid, in de vierde kolom van de tabel, bij ministeriële regeling verlaagd met 7,34 percent. Vervolgens worden de bedragen, genoemd in artikel 9, eerste en tweede lid, in de derde kolom van de tabel, echter met uitzondering van het eerste bedrag, van die wet, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel XXIII

In de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 worden in artikel 9, eerste en tweede lid, de bedragen, genoemd in de vierde kolom van de tabel, bij het begin van het kalenderjaar 2020 bij ministeriële regeling verlaagd met 2,80 percent. Vervolgens worden de bedragen, genoemd in het eerste en tweede lid, in de derde kolom, echter met uitzondering van het eerstgenoemde bedrag, dienovereenkomstig aangepast.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 6 juli 2016

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën,

E.D. Wiebes

Uitgegeven de veertiende juli 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur