Oordeel over de leerresultaten
Het oordeel over de leerresultaten bestaat uit de varianten ‘voldoende’ en ‘onvoldoende’.
Het oordeel wordt gegeven per schoolsoort dan wel leerweg per vestiging en komt tot
stand door toepassing van een beslisregel.
Het oordeel over de leerresultaten is gebaseerd op de kwalificaties van de indicatoren,
die worden afgegeven aan de hand van gewogen driejaargemiddelden. Als er slechts één
of geen jaarscore berekend kan worden, dan kan het driejaargemiddelde niet bepaald
worden. Een driejaargemiddelde en dus de kwalificatie kan bij twee jaarscores alleen
bepaald worden als het laatste jaar aanwezig is.
De beslisregel voor het oordeel over de leerresultaten is afhankelijk van het aantal
indicatoren waarvoor een kwalificatie beschikbaar is. Hieronder staan de beslisregels
voor het oordeel per aantal beschikbare indicatoren.
Oordeel over de leerresultaten wanneer alle indicatoren beschikbaar zijn:
Voldoende
Bij één of nul indicatoren met de kwalificatie ‘onder de norm’ is het oordeel over
de leerresultaten voldoende.
Onvoldoende
Bij twee of meer indicatoren met de kwalificatie ‘onder de norm’ is het oordeel over
de leerresultaten onvoldoende.
Oordeel over de leerresultaten wanneer drie van de vier indicatoren beschikbaar zijn:
Voldoende
Bij één of nul indicatoren met de kwalificatie ‘onder de norm’, is het oordeel over
de leerresultaten ‘voldoende’.
Onvoldoende
Bij twee of meer indicatoren met de kwalificatie ‘onder de norm’ is het oordeel over
de leerresultaten ‘onvoldoende’.
Oordeel over de leerresultaten wanneer twee van de vier indicatoren beschikbaar zijn:
Onvoldoende
Bij twee indicatoren met de kwalificatie ‘onder de norm’ en de andere indicatoren
zijn niet beschikbaar is het oordeel over de leerresultaten ‘onvoldoende’.
Geen berekening te maken
In alle andere gevallen (één of twee met de kwalificatie ‘boven de norm’) geldt ‘geen
berekening te maken’. Het oordeel ‘voldoende’ komt hier niet voor.
Aanvullend onderzoek
Als op basis van de indicatoren ‘geen berekening te maken’ is, vindt aanvullend onderzoek
plaats. In deze bijzondere situaties zijn er onvoldoende gegevens om de leerresultaten
volgens de verschillende indicatoren te beoordelen. Aanvullend onderzoek zal in ieder
geval bestaan uit:
-
• Een analyse van de gegevens van leerresultaten voor zover ze wel beschikbaar zijn.
-
• Het verstrekken door de school van nadere gegevens over de resultaten en de doorstroom
van de leerlingen.
-
• Verificatieonderzoek naar de gegevens en beoordeling van de gegevens door de inspecteur.
Voor een voldoende beoordeling van de leerresultaten moet de school aantonen dat de
leerresultaten van deze groep leerlingen voldoende zijn. Dat kan door te verwijzen
naar referentiegegevens voor vergelijkbare leerlinggroepen, het gebruik van genormeerde
toetsen of door expertoordelen. Als de school dit niet kan aantonen, leidt dit tot
het oordeel ‘onvoldoende’ over de leerresultaten. In de voorkomende gevallen dat de
school over onvoldoende gegevens beschikt om een uitspraak te kunnen doen over het
niveau van de leerresultaten, wordt geen oordeel gegeven.