1. Inleidend
1.1. Structuur pve’s
Het bekostigingsstelsel voor het basisonderwijs is opgebouwd uit een verzameling van
pve’s. Ieder pve omvat een inhoudelijke omschrijving van een van rijkswege verantwoord
geachte voorziening en het bedrag dat hiervoor noodzakelijk is. De structuur van het
bekostigingsstelsel met een overzicht van de pve’s vindt u hieronder. Daaruit blijkt
een onderscheid naar groepsafhankelijke pve’s, leerlingafhankelijke pve’s en aanvullende
pve’s.
Materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding
A. Groepsafhankelijke programma’s van eisen
|
B. Leerlingafhankelijke programma’s van eisen
|
C. Aanvullende programma’s van eisen
|
1. Onderhoud
|
1. Middelen
|
1. Nederlands onderwijs aan anderstaligen (NOAT)
|
|
|
|
a. Gebouw
|
a. Medezeggenschap
|
|
b. Tuin
|
b. Bijdragen voor activiteiten van ouders in verband met de medezeggenschap
|
c. Schoonmaak
|
c. WA-verzekering
|
|
d. Culturele vorming
|
e. Overige uitgaven
|
f. Dienstreizen
|
g. Onderhoud, vervanging en vernieuwing onderwijsleerpakket
|
h. Onderhoud, vervanging en aanpassing meubilair
|
2. Energie- en waterverbruik
|
2. Administratie, beheer en bestuur
|
|
a. Elektriciteitsverbruik
|
a. Administratie
|
|
b. Verwarming
|
b. Onderhoudsbeheer
|
c. Waterverbruik
|
c. Beheer en bestuur
|
3. Publiekrechtelijke heffingen
|
|
|
a. Zuiveringslasten
|
|
|
b. Waterschapslasten
|
c. Rioolrecht
|
d. Reinigingsrecht
|
1.2. Prijsbijstelling
De bedragen van de programma’s van eisen voor het jaar 2017 zijn aangepast op basis
van
-
– de werkelijke prijsontwikkeling in 2015,
-
– de geactualiseerde prijsontwikkeling in 2016,
-
– de verwachte prijsontwikkeling in 2017.
Dit resulteert in een bijstelling van de afzonderlijke bekostigingsbedragen voor het
jaar 2016 met 0,20% om op het prijsniveau voor het bekostigingsjaar 2017 te komen.
Door de gehanteerde methodiek komt de bijstelling niet altijd overeen met de inflatie
van het desbetreffende jaar.
Door afrondingen kunnen verschillen ontstaan in de totaalbedragen. De totaalbedragen
in de overzichten ‘Bekostigingsbedragen groepsafhankelijke pve’s’ en ‘Bekostigingsbedragen
leerlingafhankelijke pve’s’ zijn slechts maatgevend voor de bekostiging.
Alle bedragen zijn inclusief 21% BTW, tenzij er in het desbetreffende pve een ander
percentage wordt genoemd.
1.3. Overige bekostiging
1.3.1. Nederlands onderwijs aan anderstaligen (Noat)
Het bekostigingsbedrag voor het Nederlands onderwijs aan anderstaligen (Noat), ook
wel Nederlands als tweede taal (NT2) genoemd, wordt afzonderlijk verstrekt aan basisscholen.
Als invoergegeven voor het berekenen van de bekostiging geldt het aantal Noat-leerlingen
op de reguliere teldatum 1 oktober. Dit aantal is het aantal leerlingen zoals vastgesteld
in het overzicht vaststelling tellingen (OVT) in december voorafgaand aan het kalenderjaar.
Hierbij is de categorie ‘land van herkomst’ mede vastgelegd. Leerlingen uit Suriname,
de Nederlandse Antillen en Aruba worden buiten beschouwing gelaten. De speciale scholen
voor basisonderwijs komen niet in aanmerking voor deze bekostiging.
1.3.2. Bekostiging Fries
De bekostiging van de kosten voor het onderwijs in de Friese taal wordt, ingevolge
artikel 134 tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs op een andere wijze dan via de programma’s van eisen vergoed aan de desbetreffende
scholen, namelijk via het provinciebestuur Friesland.
1.3.4. Tussenschoolse opvang (Tso)
Schoolbesturen zijn sinds augustus 2006 verantwoordelijk voor het (laten) organiseren
van de tussenschoolse opvang. Ouders betalen de exploitatiekosten. In de mi-bekostiging
is een bedrag opgenomen van in totaal 36,5 miljoen euro structureel (prijspeil 2007),
om uitvoering te kunnen geven aan deze verantwoordelijkheid.
Deze toekenning is vooral een impuls om de deskundigheid van de overblijfkrachten
te bevorderen en voor de organisatie van de tussenschoolse opvang, bijvoorbeeld met
behulp van Tso-coördinatoren. In ieder geval is het de bedoeling dat de scholen deze
middelen inzetten voor de personele knelpunten in de tussenschoolse opvang. Het schoolbestuur
maakt met de oudergeleding van de medezeggenschapsraad afspraken over de organisatie
van de tussenschoolse opvang. Het schoolbestuur verantwoordt zich achteraf naar de
medezeggenschapsraad over het nakomen van deze afspraken. Het bedrag voor de tussenschoolse
opvang is opgenomen bij de Leerlingafhankelijke pve’s, onder 1. Pve middelen, e. overige
uitgaven.
1.3.5. ICT
Dit budget is opgenomen in de leerlingafhankelijke pve ’Onderhoud, vervanging en vernieuwing
onderwijsleerpakket‘.
1.3.6. Buitenonderhoud
Bij wet van 7 mei 2014 (Stb. 2014, 175) zijn de WPO, de WEC en de WPO-BES gewijzigd. Met die wijziging worden de taken en budget voor aanpassing van onderwijshuisvesting
van de gemeente per 1 januari 2015 overgeheveld naar de schoolbesturen. Daartoe zijn
de bedragen in het programma’s van eisen gebouwonderhoud verhoogd met in totaal €
158,8 mln.
1.4. Uitgangspunten, definities en begrippen
De mi-bekostiging wordt per kalenderjaar berekend. Voor de berekening van de bekostiging
wordt gebruik gemaakt van formules die op het aantal leerlingen en het aantal groepen
leerlingen zijn gebaseerd. Dit aantal leerlingen is het aantal leerlingen op de teldatum
1 oktober zoals vastgesteld in het overzicht vaststelling tellingen (OVT) in december
voorafgaand aan het kalenderjaar. Het aantal groepen leerlingen wordt langs normatieve
weg vastgesteld. Daartoe is het aantal leerlingen bepalend. Voor een beperkt aantal
voorzieningen kan een aanvullend pve van toepassing zijn. Dan geldt een andere indicator
dan het aantal leerlingen of het aantal groepen leerlingen. Daarnaast kan extra bekostiging
worden verstrekt die wel valt onder de materiële instandhouding, maar die geen pve
genoemd kan worden.
1.4.1. Bekostigingsformule Y = Ya + Yb + Yc + Yd
Hierin is:
Y = bekostiging per school per jaar
Ya = bekostiging groepsafhankelijke programma’s van eisen,
Yb = bekostiging leerlingafhankelijke programma’s van eisen,
Yc = bekostiging aanvullende programma’s van eisen,
Yd = extra bekostiging.
Voor elk van de symbolen Ya tot en met Yd geldt een formule waarin gerekend wordt
met een vast bedrag per school en een bedrag per variabele indicator (leerling, groep
of vierkante meter).
1.4.3. Aantal leerlingen (L) van een speciale school voor basisonderwijs
Het aantal ongewogen leerlingen op 1 oktober van het voorafgaande jaar. Voor deze
scholen geldt niet de ‘groeitelling van 1 maart’.
1.4.4. Aantal groepen leerlingen (G) van een speciale school voor basisonderwijs
-
1. Het normatief bepaalde aantal te huisvesten groepen leerlingen, wordt voor het jaar waarvoor de bekostiging voor de materiële voorzieningen voor
de instandhouding strekt, berekend door het aantal leerlingen van de desbetreffende
school op 1 oktober van het voorafgaande jaar te delen door de factor N = 14, waarbij
de uitkomst naar boven op een geheel getal wordt afgerond en bedraagt minimaal twee
groepen.
-
2. Indien de school bestaat uit een hoofdvestiging en een of meer nevenvestigingen wordt
onderdeel 1 voor de hoofdvestiging en elke nevenvestiging afzonderlijk toegepast.
1.5. Dislocaties en nevenvestigingen
Afhankelijk van de ‘soort’ locatie ontvangt een school de bekostiging voor de materiële
instandhouding:
-
– een hoofdvestiging ontvangt de volledige mi-bekostiging. Ze ontvangt de volledige
bekostiging voor zowel het groepsafhankelijke gedeelte als het leerlingafhankelijke
gedeelte van de materiële bekostiging en ook, wanneer de school daar recht op heeft,
de aanvullende bekostiging(en).
-
– een nevenvestiging ontvangt de volledige bekostiging voor het groepsafhankelijke gedeelte
van de materiële bekostiging (de berekening van het groepsafhankelijke gedeelte van
de materiële bekostiging vindt afzonderlijk plaats voor de hoofdvestiging en de nevenvestiging).
Verder ontvangt de nevenvestiging een bedrag per leerling voor de leerlingafhankelijke
programma’s van eisen.
-
– een dislocatie ontvangt geen aparte bekostiging. Leerlingen die in een dislocatie
les krijgen, worden toegerekend aan de hoofdvestiging. Ze tellen mee met het leerlingafhankelijke
gedeelte van de mi-bekostiging van de hoofdvestiging.
2. Bekostiging materiële instandhouding
De totale mi-bekostiging is een lumpsumbekostiging met verschillende onderdelen en
wordt uitgedrukt in de formule: Y = Ya + Yb + Yc + Yd
Waarbij
Y = bekostiging per school per jaar,
Ya = bekostiging groepsafhankelijke pve’s,
Yb = bekostiging leerlingafhankelijke pve’s,
Yc = bekostiging aanvullende pve’s,
Yd = extra bekostigingen.
Voor elk van de symbolen Ya tot en met Yd geldt een formule, waarin gerekend wordt
met een vast bedrag per school en een bedrag per variabele indicator (leerling, groep
of vierkante meter). Hieronder volgt de uitwerking naar de verschillende programma’s
van eisen.
2.1. Groepsafhankelijke pve’s
De in artikel 114 van de Wet op het primair onderwijs genoemde pve’s
-
a. onderhoud,
-
b. energie- en waterverbruik,
-
c. publiekrechtelijke heffingen (met uitzondering van de onroerende zaakbelasting),
worden gerekend tot de groepsafhankelijke programma’s van eisen. De kosten hiervan
hangen samen met de instandhouding en het gebruik van het gebouw (en de tuin) van
de school. Indien de school beschikt over een hoofdvestiging en één of meer nevenvestigingen,
wordt de groepsafhankelijke bekostiging voor elke vestiging van de school afzonderlijk
berekend.
Bekostigingsformule: Ya = bedrag per school afhankelijk van het aantal groepen leerlingen
2
|
3
|
4
|
5
|
6
|
groepen
|
groepen
|
groepen
|
groepen
|
groepen
|
€ 24.855
|
€ 32.175
|
€ 41.630
|
€ 49.865
|
€ 55.355
|
voor elke groep meer
|
€ 6.405
|
|
|
Bij meer dan 13 groepen wordt het bedrag eenmalig verhoogd met
|
€ 2.440
|
2.2. Leerlingafhankelijke pve’s
De in artikel 114 van de Wet op het primair onderwijs genoemde pve’s
-
d. middelen,
-
e. administratie, beheer en bestuur, worden gerekend tot de leerlingafhankelijke pve’s.
De kosten hiervan zijn leerlinggebonden en zijn niet toe te rekenen aan de instandhouding
en het gebruik van het schoolgebouw. De bekostiging bestaat uit een vast bedrag per
school (de vaste voet) en een bedrag per leerling. De vaste voet wordt slechts eenmaal
uitgekeerd, ook als er sprake is van één of meer nevenvestigingen.
Bekostigingsformule:
Yb = vast bedrag per school + het aantal leerlingen (L) x bedrag per leerling
Yb = € 13.448,21 + L x € 324,14
2.3. Aanvullend pve
Nederlands onderwijs aan anderstaligen (Noat)
Dit pve geeft materiële ondersteuning aan het vak Nederlands onderwijs aan anderstaligen,
of het Nederlands als tweede taal. De bekostiging bestaat uit de vaste voet en een
bedrag per leerling. De vaste voet wordt slechts eenmaal uitgekeerd, ook als er sprake
is van één of meer nevenvestigingen. De speciale school voor basisonderwijs komt niet
voor deze aanvullende bekostiging in aanmerking.
Bekostigingsformule:
Yc = vast bedrag per school + het aantal Noat-leerlingen (Ln) x bedrag per leerling
Yc = € 111,42 + Ln x € 19,96
3. Overzichten
3.1. Overzicht bekostigingsbedragen groepsafhankelijke pve’s
|
|
|
vast bedrag
|
bedrag * A
|
1. Onderhoud
|
a. Gebouwonderhoud
|
€ 1.395,36
|
€ 30,34
|
|
|
|
|
|
|
b. Tuinonderhoud
|
€ 47,01
|
€ 0,46
|
|
|
|
|
|
|
c. Schoonmaakonderhoud
|
€ 0,00
|
€ 19,57
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal
|
€ 1.442,37
|
€ 50,37
|
2. Energie-en
|
a. Elektriciteitsverbruik
|
€ 90,28
|
€ 1,58
|
waterverbruik
|
|
|
|
|
b. Verwarming
|
|
€ 31,67
|
€ 6,57
|
|
|
|
|
|
|
c. Waterverbruik
|
€ 41,31
|
€ 0,45
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal
|
€ 163,26
|
€ 8,60
|
3. Publiekrechtelijke heffingen
|
|
€ 373,94
|
€ 2,03
|
(met uitzondering van OZB)
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
€ 1.979,57
|
€ 61,00
|
A = genormeerd aantal vierkante meter bruto vloeroppervlakte
Relatie tussen groepen leerlingen (G) en genormeerd aantal vierkante meters bruto
vloeroppervlakte
In de groepsafhankelijke pve’s geldt een genormeerd aantal groepen leerlingen als
indicator. Iedere groep leerlingen krijgt een genormeerde behoefte aan huisvesting
toegekend, uitgedrukt in een genormeerd aantal vierkante meters bruto vloeroppervlakte.
aantal groepen
leerlingen (G)
|
genormeerd aantal m2
brutovloeroppervlakte
|
2
|
375
|
3
|
495
|
4
|
650
|
5
|
785
|
6
|
875
|
7
|
980
|
8
|
1.085
|
9
|
1.190
|
10
|
1.295
|
11
|
1.400
|
12
|
1.505
|
13
|
1.610
|
14
|
1.755
|
15
|
1.860
|
16
|
1.965
|
17
|
2.070
|
18
|
2.175
|
19
|
2.280
|
20
|
2.385
|
voor elke groep meer
|
+105
|
3.2. Overzicht bekostigingsbedragen leerlingafhankelijke pve’s
|
|
|
C
|
bedrag * L
|
1 Middelen
|
a. Medezeggenschap
|
|
€ 9,87
|
€ 1,85
|
|
b. Ouderbijdrage i.h.k.v. medezeggenschap
|
€ 9,87
|
€ 1,03
|
|
c. WA-verzekering
|
|
€ 27,50
|
€ 0,14
|
|
d. Culturele vorming
|
|
€ 101,51
|
€ 4,24
|
|
e. Overige uitgaven BAO
|
|
€ 807,37
|
€ 52,56
|
|
f. Dienstreizen
|
|
€ 118,58
|
€ 0,22
|
|
g. Onderhoud,vervanging en vernieuwing
|
€ 5.484,09
|
€ 198,81
|
|
onderwijsleerpakket
|
|
|
|
|
h.Onderhoud, vervanging en aanpassing meubilair
|
€ 899,32
|
€ 15,65
|
|
|
subtotaal BAO
|
€ 7.458,11
|
€ 274,50
|
2 Administratie,
|
a. Administratie
|
|
€ 3.522,70
|
€ 20,59
|
beheer en bestuur
|
b. Onderhoudsbeheer
|
|
€ 522,25
|
€ 3,63
|
|
c. Beheer en bestuur
|
|
€ 1.945,15
|
€ 25,42
|
|
|
subtotaal
|
€ 5.990,10
|
€ 49,64
|
|
|
Totaal BAO
|
€ 13.448,21
|
€ 324,14
|
C = vast bedrag per school L = aantal leerlingen
4. Onderbouwing groepsafhankelijke pve’s
4.1. Pve onderhoud
-
a.
Gebouwonderhoud
Onder het onderhoud van het gebouw vallen de bouwkundige, installatietechnische en
schilderwerkzaamheden die min of meer frequent voorkomen en het buitenonderhoud. Onder
het herstelonderhoud vallen die activiteiten die gericht zijn op het partieel herstellen
van beschadigde gebouwdelen en/of het vervangen van kleine vitale installatieonderdelen
en controles.
Bekostigingsformule: Y = € 1.395,36 + A x € 30,34
A = genormeerd aantal vierkante meter bruto vloeroppervlakte
Overzicht onderdelen gebouwonderhoud
omschrijving
|
|
Per school
|
Per m2
|
Bouwkundig werk
|
|
|
|
herstelonderhoud
|
|
|
|
onderhoud binnenzonwering
|
|
|
|
vervangen vulling poederblusser
|
|
|
|
vervangen poederblusser
|
|
|
|
vloerbedekking
|
|
|
|
vervangen brandslang
|
|
|
|
vervangen kapstokken
|
|
|
|
vervangen verplaatsbare wanden
|
|
|
|
vervangen binnenzonwering
|
|
|
|
vervangen sanitair kranen
|
|
|
|
vervangen waterleiding/riolering
|
|
|
|
vervangen brandslang haspel
|
|
|
|
zandbak
|
|
|
|
|
subtotaal
|
€ 796,86
|
€ 6,48
|
Schilderwerk
|
|
|
|
buitenkozijnen, puien
|
|
|
|
boeiboord
|
|
|
|
goot
|
|
|
|
binnenzijde buitenkozijnen (6 jr)
|
|
|
|
binnenzijde buitenkozijnen (12 jr)
|
|
|
|
kozijnen, ramen en deuren
|
|
|
|
wanden en plafonds
|
|
|
|
radiatoren, leidingen
|
|
|
|
wanden en plafonds
|
|
|
|
|
subtotaal
|
–€ 40,07
|
€ 4,56
|
Specifiek gebouwonderhoud
|
|
|
|
werktuigbouwkundige installaties
|
|
|
|
Herstel radiatoren/leidingen/kranen
|
|
|
|
onderhoud CV-installatiesysteem
|
|
|
|
onderhoud ventilatie systeem
|
|
|
|
onderhoud warmwater voorziening
|
|
|
|
onderhoud ventilatie systeem
|
|
|
|
vervangen CV-pomp, expansievat
|
|
|
|
vervangen CV-installatie ketel
|
|
|
|
vervangen CV regelapparatuur
|
|
|
|
vervangen ventilatoren
|
|
|
|
vervangen warmwater voorziening
|
|
|
|
vervangen ventilatie systeem leidingen
|
|
|
|
|
subtotaal
|
€ 519,31
|
€ 1,07
|
Elektrotechnische installaties
|
|
|
|
onderhoud alarminstallatie
|
|
|
|
vervangen alarminstallatie
|
|
|
|
vervangen armaturen
|
|
|
|
vervangen groepenbord
|
|
|
|
|
subtotaal
|
€ 119,26
|
€ 0,79
|
Technische en functieverbeterende aanpassingen
|
|
|
|
* invalidentoilet aanbrengen
|
|
|
|
* school toegankelijk maken voor gehandi-
|
|
|
|
capten door het verwijderen van drempels
|
|
|
|
* school toegankelijk maken voor gehandi-
|
|
|
|
capten door verbreding van deurkozijnen
|
|
|
|
|
subtotaal
|
|
€ 0,15
|
|
Extra bedrag per m2
|
|
€ 1,64
|
Buitenonderhoud
|
|
|
€ 15,65
|
|
Bekostigingsbedrag
|
€ 1.395,36
|
€ 30,34
|
-
b.
Tuinonderhoud
Onder het tuinonderhoud vallen de werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het instandhouden
van de groenvoorziening van alle niet verharde of bebouwde delen van het schoolterrein.
Het onderhoud aan de zandbak valt hier niet onder, dat is ondergebracht in het pve
gebouwonderhoud. De bekostigingsnorm is gebaseerd op een onderhoudsintensiteit waarbij
de tuin niet wordt verwaarloosd, op een onderhoudsarme beplanting en op het instandhouden
van een gazon dat spaarzaam (12 x per jaar) gemaaid wordt. In de tariefstelling is
aangenomen dat deskundig beheer tot lage prijzen leidt door meerdere offertes aan
te vragen en door het tuinonderhoud van meerdere scholen te bundelen. Volgens de normering
is er een relatie tussen de grootte van de tuin en de grootte van het schoolgebouw
(0,777 deze norm is verwerkt in het bedrag per vierkante meter).
Bekostigingsformule: Y = € 47,01+ A x € 0,46
A = genormeerd aantal vierkante meter bruto vloeroppervlakte
-
c.
Schoonmaakonderhoud
Dit pve regelt de bekostiging voor schoonmaakonderhoud dat is gebaseerd op de verschillende
schoonmaakhandelingen, de frequenties waarmee deze moeten worden uitgevoerd en de
contractuele uurprijs. De bekostiging is vastgesteld aan de hand van de samenstelling
van het schoonmaakpersoneel en de normatief benodigde schoonmaaktijd in uren per vierkante
meter bruto vloeroppervlakte per jaar (De normatieve schoonmaaktijd is vastgesteld
op 0,751. Deze norm is verwerkt in het bedrag per vierkante meter).
Bekostigingsformule: Y = A x € 19,57
A = genormeerd aantal vierkante meter bruto vloeroppervlakte
4.2. Pve energie- en waterverbruik
-
a.
Elektriciteitsverbruik
Het elektriciteitsverbruik wordt hoofdzakelijk bepaald door:
-
– de verlichting tijdens de schooluren en schoonmaakwerkzaamheden, het avondgebruik
en voor een beperkte beveiligingsverlichting;
-
– de pompen ten behoeve van de cv en eventueel voor boiler- en tapwatercircuits;
-
– de normatief in het schoolgebouw aanwezig geachte stroomverbruikende apparatuur, inclusief
schoonmaakapparatuur;
-
– de mechanische ventilatoren.
Het genormeerd jaarlijks elektriciteitsverbruik in kWh per school is vastgesteld op
een basisverbruik van 502 kWh en een variabel verbruik van 9,22 kWh op basis van het
aantal vierkante meters bruto vloeroppervlakte.
Voor de bekostiging is uitgegaan van een landelijk gemiddeld bedrag voor vastrecht
en een landelijk gemiddelde prijs per kWh. Daarbij is rekening gehouden met de zogenaamde
‘ecotax’. Deze regulerende energiebelasting is bedoeld ter stimulering van efficiënt
energiegebruik.
Bekostigingsformule: Y = € 90,28 + A x € 1,58
A = genormeerd aantal vierkante meter bruto vloeroppervlakte
-
b.
Verwarming
Dit pve regelt de bekostiging voor het gasverbruik voor het verwarmen van het schoolgebouw
en voor het verwarmen van water. Het jaarlijkse gasverbruik voor het verwarmen van
een schoolgebouw is afhankelijk van de volgende factoren:
-
– de binnentemperatuur van het gebouw tijdens en buiten de schooluren (tijdens de schooluren
geldt een gemiddelde binnentemperatuur van 20 graden en buiten de schooluren een gemiddelde
binnentemperatuur van 10 graden),
-
– de ketel- en regelinstallatie en optimaliseringapparatuur,
-
– de isolatiekwaliteit (dak-, vloer-, spouwmuur- en leidingisolatie),
-
– het verloop van de buitentemperatuur.
Voor de bekostiging is uitgegaan van het landelijk gemiddelde bedrag voor vastrecht
en een landelijk gemiddelde prijs per kubieke meter gas, zoals deze gelden voor de
kleinverbruikers. In de bekostiging is rekening gehouden met de zogenaamde ‘ecotax’.
Deze regulerende energiebelasting is bedoeld ter stimulering van efficiënt energiegebruik.
Bekostigingsformule: Y = € 31,67 + A x € 6,57
A = genormeerd aantal vierkante meter bruto vloeroppervlakte
-
c.
Waterverbruik
Dit pve regelt de bekostiging voor het waterverbruik bij het handen wassen, toilet
doorspoelen en schoonmaken.
Het genormeerd jaarlijkse waterverbruik is vastgesteld op 0,3 m³ per vierkante meter
bruto vloeroppervlakte.
Voor de bekostiging is uitgegaan van een landelijk gemiddeld bedrag voor vastrecht
en een landelijk gemiddelde prijs per kubieke meter water. Het BTW-tarief bedraagt
6%.
Bekostigingsformule: Y = € 41,31 + A x € 0,45
A = genormeerd aantal vierkante meter bruto vloeroppervlakte
4.3. Pve publiekrechtelijke heffingen (met uitzondering van de onroerend zaakbelasting)
Dit pve regelt de bekostiging voor zuiveringslasten, waterschapslasten, rioolrecht
en reinigingsrecht. (Voor de bekostiging van de onroerende zaakbelasting zijn de gemeenten
verantwoordelijk).
De zuiveringslast is een verontreinigingsheffing oppervlaktewater, met als uitgangspunt
dat de vervuiler betaalt. Het gaat dan voornamelijk om het lozen van huishoudelijk
afvalwater (toilet, douche, gootsteen en dergelijke). De bekostiging is gebaseerd
op het gemiddelde aantal vervuilingseenheden op basis van het genormeerde waterverbruik
per jaar.
De waterschapslast wordt geheven door een waterschap, belast met de zorg van één of
meer waterstaatkundige taken in het desbetreffende gebied. De bekostiging is gebaseerd
op een aanslag voor de gebouwde en ongebouwde eigendommen. Het rioolrecht is een retributie
die wordt gevorderd door de lokale overheid voor de aansluiting op en het gebruik
maken van het riool. De bekostiging is gebaseerd op een vast bedrag per schoolgebouw.
Het reinigingsrecht is een retributie die wordt geheven door de lokale overheid voor
het op gezette tijden ophalen van huisvuil (gemiddeld dertien vuilniszakken per week).
Bekostigingsformule: Y = € 373,94 + A x € 2,03
A = genormeerd aantal vierkante meter bruto vloeroppervlakte
5.2. Pve administratie, beheer en bestuur
De kosten van administratie, beheer, bestuur en accountantscontrole zijn in één pve
opgenomen, aangezien ze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
-
a.
Administratie
Dit pve regelt de bekostiging voor de uitvoering van het normatieve takenpakket van
de administratie. Dit takenpakket omvat de personeelsadministratie, de salarisadministratie,
de bestuurs- en schooladministratie, de inkomstenadministratie en de financiële administratie.
Bekostigingsformule: Y = € 3.522,70 + L x € 20,59
L = aantal leerlingen
-
b.
Onderhoudsbeheer
Dit pve regelt de bekostiging voor het opstellen en het jaarlijks activeren van een
onderhoudsplanning inzake de noodzakelijke vervangingen op korte en lange termijn
van het programma van eisen onderhoud (gebouw-, tuin- en schoonmaakonderhoud).
Bekostigingsformule: Y = € 522,25 + € 3,63
L = aantal leerlingen
-
c.
Beheer en bestuur
Dit pve regelt de bekostiging voor het uitvoeren van het normatieve takenpakket voor
bestuur en beheer. Dit takenpakket betreft de bestuursorganisatie, de interne en externe
bestuurscontacten, de planning van het onderwijs, het materieel beheer en beleid,
de zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, het personeelsbeleid en het financieel
beheer en beleid. Voor het afgeven van de verklaring die vereist is als bekostigingsvoorwaarde
bij de jaarlijkse verantwoording door het schoolbestuur is een bekostiging voor de
accountantscontrole ad € 1.305,26 in het bedrag per school opgenomen.
Bekostigingsformule: Y = € 1.945,15+ L x € 25,42
L = aantal leerlingen
Het bedrag per leerling is als volgt opgebouwd:
deskundigenadvies
|
€ 5,89
|
contributie besturenorganisatie
|
€ 7,59
|
contributie geschillencommissie
|
€ 0,21
|
bezwarencommissie functiewaardering
|
€ 0,30
|
toeslag ivm. verzelfstandiging CASO
|
€ 2,25
|
management
|
€ 3,93
|
kosten klachtencommissie
|
€ 0,60
|
arbeidsmarkt en kennisactiviteiten
|
€ 1,32
|
middelen voor georganiseerd overleg en vakbondsfaciliteiten
|
€ 3,33
|
Totaal
|
€ 25,42
|