Besluit van 14 maart 1983, houdende regeling van een proefneming inzake integratie
van vormingswerk en beroepsbegeleidend onderwijs
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze minister van Onderwijs en Wetenschappen van 2 november 1982,
nr. 3371/3617B, centrale directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Overwegende, dat er behoefte bestaat aan proefprojecten deeltijd vervolg/beroepsonderwijs
met het oog op de verdere ontwikkeling van het onderwijsaanbod dat door het vormingswerk
voor jeugdigen en het beroepsbegeleidend onderwijs in het kader van het leerlingwezen
gezamenlijk kan worden verwezenlijkt binnen één institutionele structuur, en voorts
met het oog op de bevordering van de samenhang in de ontwikkeling van de deeltijd-
en de volle-tijdvariant van het vervolg/beroepsonderwijs;
Gelet op de artikelen 38, 39, 61, 62, 63 en 94 van de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1967, 387);
De Onderwijsraad gehoord (advies van 31 augustus 1982, nr. O.R./55 S);
De Raad van State gehoord (advies van 13 december 1982, nr. 2601/16/8249);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, drs.
N. J. Ginjaar-Maas, van 4 maart 1983, nr. 3727/3617B, centrale directie Wetgeving
en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: