Artikel 1
[Vervallen per 25-01-1995]
De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de leden, de secretaris en de plaatsvervangende
secretarissen van de Kamer voor de Binnenvisserij zullen, alvorens in bediening te
treden, de eed (belofte) afleggen:
"Dat zij getrouw zullen zijn aan de Koning, en de Grondwet zullen onderhouden en nakomen.
Dat zij, middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of voorwendsel, tot het verkrijgen
hunner aanstelling aan iemand, wie hij ook zij, iets hebben gegeven of beloofd, noch
zullen geven of beloven.
Dat zij nimmer enige giften of geschenken zullen aannemen of ontvangen van enig persoon,
welke zij weten of vermoeden enige zaak te hebben of te zullen krijgen, in welke hun
ambtsverrichtingen zouden kunnen te pas komen.
Dat zij zich noch directelijk of indirectelijk over enige door hen behandelde aangelegenheid,
of die zij weten of vermoeden, dat door hen behandeld zal worden, in enig bijzonder
onderhoud of gesprek zullen inlaten met partijen of derzelver advocaten, procureurs
of gemachtigden, noch daarover enige bijzondere onderrichting, memorie of schrifturen
zullen aannemen.
Dat zij voorts hun posten met eerlijkheid, nauwgezetheid en onzijdigheid, zonder aanzien
van personen, zullen waarnemen en zich in de uitoefening van hun bediening gedragen
zoals brave en eerlijke ambtenaren betaamt".
-
1 De eed (belofte), voorgeschreven bij het voorgaande artikel, zal door de voorzitter
van de Kamer worden afgelegd ten overstaan van de rechterlijk ambtenaar, tevens zijnde
president van de rechtbank te 's-Gravenhage.
-
4 De griffier van de rechtbank te 's-Gravenhage houdt een register bij, waarin hij
inschrijft het Koninklijke besluit, bevattende de benoeming van de voorzitter, voornoemd,
benevens de akte van de door hem afgelegde eed (belofte).
-
5 De voorzitter, voornoemd, ontvangt kosteloos een uittreksel uit het register, de
akte van de door hem afgelegde eed (belofte) bevattende.
-
1 De plaatsvervangend voorzitter, de leden, de secretaris en de plaatsvervangende secretarissen
van de Kamer leggen de eed (belofte), voorgeschreven bij artikel 2, af in handen van de voorzitter, in een zitting van de Kamer.
-
3 De secretaris van de Kamer houdt een register bij, waarin hij inschrijft de Koninklijke
besluiten, bevattende de benoeming van de in lid 1 bedoelde ambtenaren benevens de
akten van de door hen afgelegde eden (beloften).
-
2 De secretaris is belast met het beheer der secretarie en met het bewaren der registers,
stukken, wetten, besluiten en boekwerken, bij de Kamer in gebruik.
De voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter en de leden ontvangen van de secretaris
de nodige kennisgeving van de zittingen en andere bijeenkomsten, waarbij zij tegenwoordig
moeten zijn.
Betreffende zaken aan de behandeling waarvan zij deelnemen, kunnen de voorzitter,
de secretaris en hun plaatsvervangers, alsmede de leden, de stukken ter secretarie
berustende, te hunnen huize ontvangen, tegen ontvangstbewijs.
Uitgezonderd de zaterdag en de zondag en de dagen, genoemd in artikel 10, tweede lid, is de secretarie geopend gedurende ten minste zes uren per dag.
-
2 De Kamer houdt geen zitting op Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, de Christelijke tweede
Paas- en Pinksterdagen, de beide Kerstdagen, Hemelvaartsdag en op de verjaardag van
de Koning.
Artikel 11
[Vervallen per 25-01-1995]
-
2 De enkelvoudige afdeling van de Kamer is te allen tijde bevoegd, indien het belang
der zaak dit naar haar oordeel vordert, deze naar een meervoudige afdeling, bedoeld
in artikel 13, te verwijzen.
Een meervoudige afdeling van de Kamer, samengesteld door de voorzitter van de Kamer
en bestaande uit de voorzitter en vier leden, behandelt aanvragen en verzoeken als
bedoeld in artikel 12, die door de enkelvoudige afdeling van de Kamer naar haar zijn verwezen, zomede alle
andere verzoeken tot afhandeling waarvan de enkelvoudige afdeling van de Kamer niet
bevoegd is.
-
1 De voorzitter stelt vast welke zaken op de zitting zullen worden behandeld, alsmede
haar volgorde.
Hij doet de oproep ter zitting ten minste vijf dagen tevoren uitgaan.
De voorzitter handhaaft de orde op de zitting; hij verleent het woord, geeft partijen
gelegenheid haar standpunt toe te lichten en vraagt haar en andere belanghebbenden
de nodige inlichtingen.
Voor zover de Kamer partijen en andere belanghebbenden heeft opgeroepen ter zitting,
is die zitting openbaar.
Getuigen en deskundigen ontvangen desverlangd ten laste van het Rijk, onderscheidenlijk
- zo zij niet door de Kamer zijn opgeroepen - ten laste van degene, die hen heeft
voorgebracht, schadevergoeding, waarvan het bedrag door de voorzitter wordt begroot
overeenkomstig het bij en krachtens de Wet tarieven in burgerlijke zaken bepaalde.
De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de leden, de secretaris en de plaatsvervangende
secretarissen van de Kamer zullen zich in tegenwoordigheid van partij en belanghebbenden
onthouden van uitingen, waarin zij van hun persoonlijke gevoelens ten opzichte van
de aanhangige zaak of het standpunt van één der partijen doen blijken.
De Kamer beraadslaagt en beslist buiten tegenwoordigheid van partijen en belanghebbenden.
De voorzitter is te allen tijde bevoegd de zitting te schorsen, wanneer zulks ter
beraadslaging of om enige andere reden wenselijk is.
Van de beslissingen van de enkelvoudige afdeling en de meervoudige afdelingen van
de Kamer worden ter secretarie lijsten bijgehouden ter inzage voor de voorzitter en
leden.
-
1 De voorzitter en de leden van de Kamer kunnen worden gewraakt in de gevallen, omschreven
in de Vierde Afdeling van de Eerste Titel van het Eerste Boek van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering. Indien niet in de wraking wordt berust, beslist de Kamer,
na onderzoek van de redenen van wraking, of deze al dan niet wordt toegestaan.
-
2 Ieder lid van de Kamer, die weet, dat er enige reden van wraking tegen hem bestaat,
is gehouden deze aan de Kamer op te geven.
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip, waarop de Visserijwet 1963 in werking treedt.
Het kan worden aangehaald als "Reglement voor de Kamer voor de Binnenvisserij" met
vermelding van het jaartal van het Staatsblad, waarin het is geplaatst.