Besluit van 6 april 1998, houdende wijziging van enkele formatie- en bekostigingsbesluiten
onder meer in verband met het verruimen van de onvoorwaardelijk toe te kennen herbezetting
in verband met uitbreiding van arbeidsduurverkorting en toepassing van de regeling
bevordering arbeidsparticipatie ouderen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 5 december
1997, nr. 1997/36237 (3712), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens
Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op de artikelen 96a, eerste en tweede lid, en 115 van de Wet op het basisonderwijs,
artikel 93a, eerste en tweede lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en
het voortgezet speciaal onderwijs, en artikel 84 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
De Raad van State gehoord (advies van 21 januari 1998, nr. W05.97.0779);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
van 2 april 1998, nr. 1998/12085 (3712), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht
mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan: