4 Onze Minister berekent voor alle gemeenten in Nederland de uitkomst van de formule:
in welke formule voorstelt:
A: de uitkomst van de formule:
157,14 x WON45 x wLI x wOAD x wKLREG +
350,72 x MGW31 x wLI +
56,81 x PANDEN x wLI +
227,23 x MONUMENT x wLI +
8695,48 x VESTIND x wLI x wOAD x wKLREG x (WON45/VOORRAAD) x wGSC,
in welke formule voorstelt:
WON45: het aantal in de gemeente aanwezige woningen dat voor 1 januari 1945 is gereedgekomen
voor bewoning;
wLI: een wegingsfactor, die wordt bepaald door de formule:
(6 x ((1,14 x LI)/INWO)) + 0,04,
in welke formule voorstelt:
LI: het aantal binnen de gemeente aanwezige lage inkomens, bepaald overeenkomstig
de maatstaf lage inkomens die van toepassing is bij de berekening van de bedragen
die aan gemeenten worden uitgekeerd ingevolge artikel 6 en artikel 12 van de Financiële
Verhoudingswet;
INWO: het aantal inwoners binnen de gemeente;
wOAD: een wegingsfactor, die wordt bepaald door de formule:
(OAD/10000) + 0,75,
in welke formule voorstelt:
OAD: de op de gemeente van toepassing zijnde omgevingsadressendichtheid, bepaald overeenkomstig
de wijze die van toepassing is bij de berekening van de bedragen die aan gemeenten
worden uitgekeerd ingevolge artikel 6 en artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet;
wKLREG: een wegingsfactor, die wordt bepaald door de formule:
(0,20 x (KLREG/INWO)) + 1,
in welke formule voorstelt:
KLREG: het op de gemeente van toepassing zijnde aantal potentiële regionale klanten,
bepaald overeenkomstig de wijze die van toepassing is bij de berekening van de bedragen
die aan gemeenten worden uitgekeerd ingevolge artikel 6 en artikel 12 van de Financiële
Verhoudingswet;
INWO: het aantal inwoners binnen de gemeente;
MGW31: het aantal in de gemeente aanwezige meergezinswoningen dat voor 1 januari 1931
is gereedgekomen voor bewoning;
PANDEN: het aantal in de gemeente aanwezige panden binnen een reeds aangewezen of
nog aan te wijzen beschermd stads- of dorpsgezicht in de zin van de Monumentenwet
1988;
MONUMENT: het aantal in de gemeente aanwezige beschermde monumenten in de zin van
de Monumentenwet 1988;
VESTIND: het aantal in de gemeente aanwezige bedrijfsvestigingen in de industrie met
meer dan tien werkzame personen;
VOORRAAD: het aantal in de gemeente aanwezige woningen;
wGSC: een wegingsfactor die voor de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, ’s-Gravenhage
en Utrecht het getal twee bedraagt en voor de overige gemeenten het getal één;
I: de factor investeringspotentieel, zoals die is vastgesteld ingevolge het tweede
en derde lid, en
BUDGET STADSVERNIEUWING: het in het budget voor stedelijke vernieuwing opgenomen deelbudget
voor stadsvernieuwing.