Achtergrond
[Regeling vervallen per 01-02-2011]
Het volgen van onderwijs is essentieel voor de individuele ontwikkeling van een kind
en het verwerven van een eigen plaats in de maatschappij. Structureel verzuim blijkt
te vaak een voorbode van ernstige gedragsproblemen te zijn, niet zelden leidend tot
criminaliteit. Daarom is er voor jonge kinderen niet alleen een recht op onderwijs,
maar ook een plicht om onderwijs te volgen.
Om het doel ‘volgen van onderwijs’ voor zo veel mogelijk kinderen te realiseren is
een gecoördineerde en optimale inzet van alle betrokken partners (scholen, gemeenten,
raad voor de kinderbescherming, politie, bureau jeugdzorg, inspectie voor het onderwijs,
openbaar ministerie en rechter) vereist.
De leerplichtambtenaar vervult de schakelrol bij deze gezamenlijke aanpak van schoolverzuim
en neemt het initiatief voor een adequaat vervolg op de verzuimmeldingen. Terugleiding
naar school staat hierbij altijd centraal. Het zwaartepunt bij de gezamenlijk aanpak
ligt in het stadium voorafgaand aan een eventuele strafvervolging. Indien het echter
tot een strafrechtelijk vervolg komt is het van groot belang dat het openbaar ministerie
daadkrachtig en effectief optreedt.
Voor de partners dient duidelijk te zijn wat zij van het openbaar ministerie kunnen
verwachten en dat zij daar op kunnen vertrouwen.
Voor de gezamenlijke aanpak worden/zijn door de betrokken partners afspraken gemaakt
op zowel landelijk als lokaal niveau.Van ouders wordt verwacht dat zij het kind aanmelden
bij een school en dat zij er actief op toezien dat het kind de school ook daadwerkelijk
bezoekt. De school voert een adequaat ‘verzuimbeleid’, gericht op preventie en toezicht.
De gemeente zorgt voor voldoende leerplichtambtenaren en voorziet in een leerplichtregistratiesysteem.
Het bureau Jeugdzorg onderzoekt achterliggende problematiek en voorziet in hulpverlening.
Deze aanwijzing beoogt invulling te geven aan het strafrechtelijk vervolg.