Regeling digitale vervanging personeelsdossiers Ministerie van Justitie 2010

Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2016 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 20-12-2011 t/m heden

Regeling van de Minister van Justitie van 19 april 2010, nr. DDS-nummer 5646604 inzake de vervanging van papieren door digitale personeelsdossiers (Regeling digitale vervanging personeelsdossiers Ministerie van Justitie 2010)

De Minister van Justitie,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Reikwijdte

  • 1 Deze regeling heeft betrekking op de wijze waarop de Minister van Justitie de bevoegdheid uitoefent tot het nemen van een vervangingsbesluit.

  • 2 Een vervangingsbesluit heeft uitsluitend betrekking op:

    • a. de personeelsdossiers, genoemd in de selectielijst en waarvan het beheer bij P-Direkt berust;

    • b. de personeelsdossiers, genoemd in de selectielijst en waarvan het beheer aan P-Direkt zal worden overgedragen, en

    • c. de personeelsdossiers die bij P-Direkt zijn beheerd.

Artikel 3

  • 1 Het nemen van vervangingsbesluiten is opgedragen aan:

    • a. de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal;

    • b. de directeuren-generaal;

    • c. de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding;

    • d. de hoofden van baten-lasten diensten;

    • e. de hoofden van zelfstandige bestuursorganen;

    • f. de hoofden van rechtspersonen met een wettelijke taak;

    • g. de directeur bedrijfsvoering van de Hoge Raad;

    • h. het door het College van procureurs-generaal aan te wijzen lid van dat college;

    voor zover zij gebruik maken van de voorzieningen van P-Direkt en voor zover zij krachtens de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 zijn belast met bedrijfsvoeringstaken.

Artikel 4. Besliscriteria Archiefwet 1995

  • 1 Alvorens een vervangingsbesluit te nemen wordt door de in artikel 3, eerste lid, genoemde ambtenaren ten aanzien van het beheer vastgesteld en schriftelijk vastgelegd:

    • a. dat onafhankelijk van de omvang, doelgroep of aard van de werkzaamheden wordt aangetoond dat de beheerorganisatie over langere tijd kan functioneren conform de doelstellingen;

    • b. dat er een vaste, omgevingsbewuste beheerorganisatie is, die over deskundige medewerkers beschikt die taken, verantwoordelijkheden en procedures duidelijk heeft vastgelegd;

    • c. dat transparant en expliciet is vastgelegd wat de beheerorganisatie nodig heeft, besluit, ontwikkelt en doet ten behoeve van lange termijn beheer;

    • d. dat de beheerorganisatie in staat is om zijn beheertaken te blijven uitvoeren. De hiervoor benodigde zekerheden moeten in de planning en toetsing zijn betrokken;

    • e. dat de beheerorganisatie alle voor het beheer noodzakelijke zaken heeft vastgelegd. Daarbij moeten onder andere functies, verantwoordelijkheden, looptijden en voorwaarden duidelijk en toegankelijk zijn beschreven.

  • 2 Alvorens een vervangingsbesluit te nemen wordt door de in artikel 3, eerste lid, genoemde ambtenaren ten aanzien van de opname van gedigitaliseerde archiefstukken vastgesteld en schriftelijk vastgelegd:

    • a. dat er een juiste procedure is voor de opname van het gedigitaliseerde archiefstuk op een wijze als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Archiefbesluit 1995 en geordend op een wijze als bedoeld in artikel 3 van de Archiefwet 1995 onder toevoeging van de variabelen uit de selectielijst;

    • b. dat het gedigitaliseerde archiefstuk is aangepast voor lange termijn bewaring qua vorm, structuur en inhoud;

    • c. dat de beheerorganisatie beschikt over een bewaarstrategie en aantoont te willen inspelen op veranderende inzichten en nieuwe technische mogelijkheden bij de uitvoering van deze strategie;

    • d. dat de beheerorganisatie zaken als de toepassing van migratie, conversie, checksums, kopiëren, gescheiden opslag en procesgeschiedenis heeft vastgelegd als beheersmetadata, zodat de betrouwbaarheid van de opslag kan worden aangetoond en gecontroleerd;

    • e. dat de beheerorganisatie tevoren heeft vastgelegd welke minimumeisen aan metadata door de beheerder archiefbescheiden worden gesteld;

    • f. dat de beheerorganisatie voor het verspreiden van beschikbare gedigitaliseerde stukken regels heeft opgesteld, die recht doen aan de voor de beoogde gebruikersgroep gewenste openbaarheid en toegankelijkheid.

  • 3 Alvorens een vervangingsbesluit te nemen wordt door de in artikel 3, eerste lid, genoemde ambtenaren ten aanzien van het beheer van de digitale en gedigitaliseerde archiefstukken vastgesteld en schriftelijk vastgelegd:

    • a. dat de beheerorganisatie beschikt over een technische infrastructuur die voldoet aan eisen voor lange termijn beheer;

    • b. dat de beheerorganisatie beschikt over een adequate technologie afgestemd op de eisen van de gebruikersgroep en die voldoet aan eisen voor lange termijn beheer;

    • c. dat de beheerorganisatie beschikt over een informatiebeveiligingsplan dat voldoet aan eisen voor lange termijn beheer.

Artikel 5. Besliscriteria Wet bescherming persoonsgegevens

Artikel 6. Besliscriteria Algemene wet inzake rijksbelastingen

Alvorens een vervangingsbesluit te nemen, wordt door de in artikel 3, eerste lid, bedoelde ambtenaren ten aanzien van de verwerking van declaraties en vergoedingen vastgesteld en schriftelijk vastgelegd:

Artikel 7. Handboek Substitutie

  • 1 Als bijlage bij een vervangingsbesluit wordt een Handboek Substitutie vastgesteld.

  • 2 Het Handboek Substitutie bevat de nadere voorschriften met betrekking tot de uitvoering van de artikelen 4, 5 en 6 van deze regeling.

  • 3 In het Handboek Substitutie is de vastlegging ingericht op een wijze dat deze tevens kan dienen ter instructie voor de personen die binnen de betreffende organisatie zijn belast met de taken in het vervangingsproces.

  • 4 De in artikel 3, eerste lid, genoemde ambtenaar wijst voor het onder hem ressorterende organisatieonderdeel een ambtenaar aan, belast met interne controlewerkzaamheden, die zorgdraagt voor de naleving van de regeling.

Artikel 8. Vernietiging

  • 2 Van de bevoegdheid de vervangen bescheiden te vernietigen wordt gedurende en tot twee jaar na afloop van procedures geen gebruik gemaakt waar het archiefstukken betreft als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder d, van het Archiefbesluit 1995 en waar recht- en bewijszoekenden gebruik van kunnen of moeten maken.

  • 3 Van de bevoegdheid de vervangen bescheiden te vernietigen wordt gedurende maximaal twee jaar geen gebruik gemaakt, waar het archiefstukken betreft waarvan de authenticiteit of integriteit na digitale vervanging niet meer is vast te stellen.

  • 4 De vernietiging van de overige archiefbescheiden en de archiefbescheiden als bedoeld in het 3e lid van dit artikel vindt telkens plaats nadat de interne controle van de betreffende organisatie zich heeft uitgesproken dat de tot op dat moment vervangen archiefbescheiden door steekproeven zijn gecontroleerd en dat de vervanging conform deze regeling heeft plaatsgevonden.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling digitale vervanging personeelsdossiers Ministerie van Justitie 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin