§ 1. Van de opgaven, bedoeld in artikel 13 der wet
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
De opgaven van het aantal personen, min of meer geregeld ondersteund met geld of met levensbehoeften, worden verstrekt naar de volgende indeeling:
-
A. Aantal hoofden van gezinnen, gesplitst in mannen en vrouwen.
-
B. Aantal alleen wonenden en overige behoeftigen, gesplitst in mannen en vrouwen.
Voor elk der vier categorieën personen onder A en B bedoeld wordt opgegeven:
-
1°. Duur der ondersteuning:
-
2°. Leeftijd der ondersteunden bij de eerste hulpverleening in het verslagjaar; te weten
ondersteunden:
-
3°. Aantal nieuwe gevallen van min of meer geregelde ondersteuning, die aanleiding gaven
tot ondersteuning wegens:
-
a. overlijden van het hoofd of een der andere leden van het gezin;
-
b. gedwongen of vrijwillig vertrek van het hoofd uit het gezin;
-
c. ziekte en ongeval;
-
d. werkloosheid door andere oorzaken dan ziekte en ongeval;
-
e. zwangerschap en bevalling;
-
f. oorzaken niet te rangschikken onder a-e.
-
C. Aantal personen, welke zijn ondersteund met losse giften.
-
D. Aantal personen, uitbesteed in gestichten, niet zijnde ziekenhuizen en aantal personen
uitbesteed in huisgezinnen.
Deze opgaven worden verstrekt naar de volgende indeeling:
-
E. Aantal personen verpleegd in ziekenhuizen e. d.
-
F. Aantal doortrekkenden, aan wie reisgeld of voedsel is verstrekt.
-
G. Aantal nachtverblijven, aan dakloozen verstrekt.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
De uitgaven voor ondersteuning van de in art. 1 bedoelde personen worden opgegeven
naar de volgende indeeling:
-
A. ondersteuning met geld (o.a. betaling van huishuur) of met levensbehoeften;
-
B. ondersteuning met losse giften;
-
C. uitbesteding in gestichten van:
-
D. uitbesteding in huisgezinnen van:
-
E. verpleging in ziekenhuizen e.d.;
-
F. ondersteuning van doortrekkenden en dakloozen.
Mede wordt opgegeven hetgeen terugontvangen is ter zake van:
-
1°. ondersteuning met geld of met levensmiddelen:
-
2°. uitbesteding in gestichten van:
-
3°. uitbesteding in huisgezinnen van:
-
4°. verpleging in ziekenhuizen e.d.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 Door instellingen, welke porties voedsel, kleeding, levensmiddelen, brandstoffen enz. verstrekken aan niet met name bekende personen, o.a. op vertoon van bons, worden opgegeven:
-
1°. het aantal verstrekte porties voedsel;
-
2°. het aantal verstrekte kleedingstukken en (of) schoenen;
-
3°. het aantal gevallen, waarin levensmiddelen werden verstrekt;
-
4°. het aantal gevallen, waarin brandstoffen werden verstrekt.
-
2 Als uitgaven voor ondersteuning wordt opgegeven, het bedrag der uitgaven voor verstrekte
porties voedsel, kleeding, levensmiddelen of brandstoffen (hieronder ook te brengen
de loonen van het keukenpersoneel en de andere kosten van toebereiding der spijzen).
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 Door de besturen van instellingen tot werkverschaffing (art. 29 der Armenwet) worden de opgaven van het aantal behoeftigen, aan wie werk
is verschaft, verstrekt naar de volgende indeeling:
-
1°. totaal aantal;
-
2°. aantal behoeftigen, door de instelling gevoed en gehuisvest;
-
3°. aantal behoeftigen, door de instelling gevoed, maar niet gehuisvest.
Voor elk dezer drie categorieën wordt het aantal werkdagen opgegeven, voor zooverre
dit mogelijk is.
De navolgende vragen worden mede beantwoord:
-
a. was de instelling gedurende het geheele jaar werkzaam? Zoo neen, gedurende welke maanden?
-
b. van welken aard waren de verrichte werkzaamheden? Werd ook land- of tuinarbeid verricht?
-
c. hoe was de regeling der loonen en in welken vorm werden zij uitbetaald?
-
d. werden naamregisters gehouden van de behoeftigen, aan wie werk is verschaft?
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 Door de besturen der instellingen, welke huisvesting in vrije woningen of in woningen tegen verminderden prijs verschaffen, hofjes beheeren e. d., worden de volgende opgaven verstrekt:
-
1°. Aantal afzonderlijke woningen, welke kosteloos of tegen verminderden prijs ter bewoning
worden afgestaan.
-
2°. Indien de inrichting een gesticht is, het aantal kamers ter bewoning aanwezig.
-
3°. Aantal personen, die er op 1 Januari van het verslagjaar verblijf hielden.
-
4°. Aantal personen, die er in den loop van het jaar zijn bijgekomen.
-
5°. Aantal personen, die in den loop van het jaar zijn vertrokken of overleden.
-
6°. Aantal personen, op 31 December van het verslagjaar aanwezig.
Bovendien moet worden opgegeven hoeveel alleenstaande personen, hoeveel gehuwde paren
zonder kinderen en hoeveel gezinnen met kinderen werden gehuisvest op 31 December
van het verslagjaar.
-
2 De uitgaven voor ondersteuning worden opgegeven naar de volgende indeeling:
-
A. Het bedrag der huurwaarde van de woningen of van het gesticht.
-
B. De uitgaven voor belasting en verdere lasten en onderhoud van gebouwen en lokaliteiten,
bestemd voor het eigenlijke werk der huisvesting, onderhoud van meubilair, traktementen
en loonen van het personeel, uitgaven voor schrijfbehoeften, druk- en bindwerk, kosten
van vergaderingen e. d.
-
C. Verdere uitgaven voor:
-
1°. uitkeeringen in geld;
-
2°. verstrekte voeding, kleeding, ligging, bewassching, verwarming, verlichting, genees-,
heel- en verloskundige hulp (genees- en verbandmiddelen e. d. inbegrepen), kosten
van begrafenis en alles wat verder tot onderhoud en verzorging strekt.
De onder C bedoelde opgaven worden verstrekt, voor zoover de ondersteuning is verleend aan de
bewoners der kamers en vrije woningen.
Mede wordt opgegeven hetgeen terugontvangen is voor de huisvesting van bepaalde personen.
-
A. Het totaal bedrag der door de bewoners der armenwoningen betaalde huren of vergoedingen.
-
B. In het verslagjaar ontvangen inkoopsommen;
-
C. Andere terugontvangsten.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 De opgaven van het aantal verpleegden der gestichten en tehuizen, waarin oude lieden, gebrekkigen, maatschappelijk ongeschikten, weezen, voogdij-,
Regeerings- en andere kinderen worden verzorgd, worden verstrekt naar de volgende
indeeling:
Voor elk dezer drie groepen wordt opgegeven:
-
1°. het totaal aantal personen, door of door bemiddeling der instelling verpleegd;
-
2°. het aantal der onder 1°. bedoelde personen, voor wie aangenomen wordt, dat de kosten geheel zijn terugbetaald;
-
3°. het aantal der onder 1°. bedoelde personen, die tijdens het verslagjaar naar een anderen vorm van verpleging
zijn overgegaan;
-
4°. het aantal der onder 1°. bedoelde personen, voor wie de kosten geheel of gedeeltelijk werden vergoed door
gemeenten of instellingen van weldadigheid.
Voor elk der categorieën 1°. en 2°. wordt opgave verstrekt van:
-
A. het aantal personen, verpleegd in het gesticht der instelling en het aantal verpleegdagen;
-
B. het aantal personen, uitbesteed in huisgezinnen en het aantal verpleegdagen;
-
C. het aantal personen, ter verpleging gegeven in gestichten onder ander beheer en het aantal verpleegdagen.
Betreffende kinderen wordt bovendien opgegeven, hoeveel weezen, halfweezen, voogdij-
en Regeeringskinderen en andere kinderen werden verpleegd en hoeveel kinderen bij
de opneming verwaarloosd of misdadig waren.
Bovendien wordt opgegeven, het aantal kinderen, over wie in het verslagjaar patronaat
werd uitgeoefend:
-
2 De uitgaven voor ondersteuning (i. c. verpleging en uitbesteding) worden opgegeven
naar de volgende indeeling:
-
a. huur of huurwaarde van gebouwen, lokaliteiten en gronden bestemd voor de verzorging
der verpleegden en voor de uitoefening van het beheer;
-
b. belasting en verdere lasten en onderhoud van gebouwen, lokaliteiten en gronden bestemd
voor de verzorging der verpleegden en voor de uitoefening van het beheer, onderhoud
van meubilair, traktementen en loonen van het personeel, uitgaven voor schrijfbehoeften,
druk- en bindwerk, kosten van vergaderingen e. d.;
-
c. verpleging in het gesticht, als: voeding, kleeding, ligging, bewassching, verwarming,
verlichting, genees- en heelkundige hulp (w.o. genees- en verbandmiddelen e. d.),
bezigheid of opleiding der verpleegden, en alles wat verder tot onderhoud en verzorging
strekt, benevens uitkeering in geld;
-
d. uitbesteding in huisgezinnen;
-
e. verpleging in andere gestichten.
Mede wordt opgave verstrekt van hetgeen terugontvangen is voor en van bepaalde verpleegden,
ter zake van:
Hieronder ook te brengen:
-
a. inkoopsommen;
-
b. opbrengst van voorwerpen door de verpleegden vervaardigd, door de verpleegden verdiende
en aan het gestichtsbestuur afgedragen loonen, opbrengst van den verkoop van afval
en dergelijke roerende zaken, voortvloeiende uit het beheer van het gesticht;
Onder 2°. en 3°. ook te brengen de restitutie van te veel betaalde verpleegkosten.
Deze terugontvangsten moeten overigens gesplitst worden opgegeven, als:
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 Door de besturen van instellingen, welke uitbesteding van behoeftigen in gestichten en gezinnen ten doel hebben, wordt opgegeven het aantal:
Voor elke dezer categorieën wordt opgegeven, hoeveel personen werden uitbesteed in
gestichten en hoeveel in gezinnen.
Bovendien wordt opgegeven, het aantal kinderen, over wie in het verslagjaar patronaat
werd uitgeoefend:
-
2 De uitgaven voor ondersteuning i.c. uitbesteding en de terugontvangsten voor of van
bepaalde bestedelingen worden verstrekt naar de indeeling, voorgeschreven ten aanzien
der opgave van het aantal personen.
De terugontvangsten moeten bovendien gesplitst worden opgegeven, als:
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 De opgaven van het aantal verpleegden in ziekenhuizen, ooglijdersgestichten, gestichten voor krankzinnigen, zwakzinnigen, psychopathen,
zenuwlijders e. d. worden verstrekt naar de volgende indeeling:
-
A. Totaal aantal personen, door de instelling verpleegd en aantal verpleegdagen.
-
B. Aantal der onder A vermelde personen, voor wie aangenomen wordt, dat met hetgeen door of voor hen betaald
is, de kosten hunner verpleging zijn gedekt en aantal verpleegdagen.
-
C. Aantal der onder A bedoelde personen, voor wie de kosten geheel of gedeeltelijk worden vergoed door
gemeenten of instellingen van weldadigheid.
Indien aan ziekenhuizen e. d. poliklinieken zijn verbonden, wordt opgave gedaan van:
Bovendien wordt opgegeven het aantal zuigelingen, die in het ziekenhuis zijn verpleegd
en voor wie de kosten geheel of ten deele ten laste dezer instellingen zijn gebleven,
en wel:
-
2 De uitgaven voor de verpleging van de patiënten van alle inrichtingen, in den aanhef van dit artikel bedoeld, worden opgegeven naar de volgende indeeling:
-
a. huur of huurwaarde van gebouwen, lokaliteiten en gronden bestemd voor de huisvesting
der verpleegden en voor de uitoefening van het beheer;
-
b. belasting en verdere lasten en onderhoud van gebouwen, lokaliteiten en gronden, bestemd
voor de huisvesting der verpleegden en voor de uitoefening van het beheer, onderhoud
van meubilair, traktementen en loonen van het niet -verplegend personeel, schrijfbehoeften, druk- en bindwerk, kosten van vergaderingen
e. d.;
-
c. genees-, heel- en verloskundige hulp, verplegend personeel, genees- en verbandmiddelen,
vervoermiddelen e. d.;
-
d. voeding, kleeding, ligging, bewassching, verwarming, verlichting, bezigheid der verpleegden,
kosten van begrafenis en alles wat verder tot onderhoud en verzorging strekt.
Mede worden opgegeven de terugontvangsten:
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
2 Door de besturen van instellingen, die zich bezig houden met maatschappelijk werk voor zieken, herstellenden en kraamvrouwen, hulp in de huishouding,
uitzending van volwassenen naar buiten, verstrekking van kunstledematen, brillen,
orthopaedische schoenen e. d., wordt opgave gedaan van:
het aantal gevallen van ziekte of anderen nood, waarin hulp is verleend:
De uitgaven voor hulpverleening aan bovenbedoelde personen worden opgegeven naar de
volgende indeeling:
-
A. Uitgaven voor genees-, heel- en verloskundige hulp, genees- en verbandmiddelen, vervoermiddelen
e. d. Hieronder ook te brengen de salarissen der genees-, heel- en verloskundigen.
-
B. Uitgaven voor maatschappelijk werk bij ziekte, hulp in de huishouding, uitzending
van volwassenen naar buiten, verstrekken van kunstledematen, brillen, orthopaedische
schoenen e. d. (de uitgaven voor elken vorm van hulpbetoon afzonderlijk te vermelden).
Mede wordt opgegeven het bedrag der terugontvansten:
-
4 Door de besturen van wijkverplegingen, die zich ook bezig houden met maatschappelijk werk voor zieken, herstellenden en kraamvrouwen, hulp in de huishouding,
uitzending van volwassenen naar buiten, verstrekking van kunstledematen, brillen,
orthopaedische schoenen e. d., wordt opgave gedaan van:
het aantal gevallen van ziekte of anderen nood, waarin hulp is verleend:
De uitgaven voor de hulpverleening aan bovenbedoelde personen worden opgegeven naar
de volgende indeeling:
-
a. huur of huurwaarde van gebouwen en lokaliteiten, bestemd voor het eigenlijke werk
der hulpverleening;
-
b. belasting en verdere lasten en onderhoud van gebouwen en lokaliteiten, bestemd voor
de hulpverleening; onderhoud van meubilair, traktementen en loonen van het niet-verplegend personeel, uitgaven voor schrijfbehoeften, druk- en bindwerk, kosten van
vergaderingen e. d.;
-
c. salarissen e. d. van verplegend personeel, uitgaven voor geneeskundige hulp, genees- en verbandmiddelen, vervoermiddelen,
rijwielen e. d.;
-
d. uitgaven voor voeding, kleeding, ligging, bewassching, verwarming, verlichting, kosten
van begrafenis en alles wat overigens tot onderhoud en verzorging strekt;
-
e. uitgaven voor maatschappelijk werk voor zieken en kraamvrouwen, hulp in de huishouding,
uitzending van volwassenen naar buiten, verstrekking van kunstledematen, brillen,
orthopaedische schoenen e. d. (de uitgaven voor elken vorm van hulpbetoon afzonderlijk
te vermelden).
Mede worden opgegeven de ontvangen verpleeggelden en de andere terugontvangsten.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
3 De instellingen, welke kinderen naar buiten uitzenden, doch niet zelf verplegen, verstrekken opgaven van: het aantal kinderen (zonder dubbeltellingen)
- met het aantal verpleegdagen - gedurende het verslagjaar:
-
5 De uitgaven voor ondersteuning, door de in dit artikel bedoelde instellingen gedaan, worden opgegeven naar de volgende indeeling.
-
1°. huur of huurwaarde van gebouwen, lokaliteiten en gronden, bestemd voor de huisvesting
der kinderen en voor de uitoefening van het beheer;
-
2°. belasting en verdere lasten en onderhoud van gebouwen, lokaliteiten en gronden, bestemd
voor de huisvesting der kinderen en voor de uitoefening van het beheer; onderhoud
van meubilair, traktementen en loonen van het personeel e.d.;
-
3°. uitgaven voor schoolvoeding en (of) -kleeding, en (of) schoeisel; hieronder ook te
brengen de loonen van het keukenpersoneel en de andere kosten van toebereiding der
spijzen, zoomede de kosten van vervoer;
-
4°. verpleging in koloniehuizen of tehuizen in eigen beheer, als voeding, kleeding, ligging, bewassching, verwarming, verlichting, genees-
en heelkundige hulp (w.o. genees- en verbandmiddelen) en alles, wat verder tot onderhoud
en verzorging strekt;
-
5°. verpleging in koloniehuizen onder ander beheer, onverschillig of die instellingen al dan niet instellingen van weldadigheid
zijn in den zin der Armenwet;
-
6°. uitbesteding in huisgezinnen.
Mede wordt opgave verstrekt van hetgeen terugontvangen is van of voor met name aangewezen
personen ter zake van:
-
1°. schoolvoeding en (of) -kleeding en (of) schoeisel;
-
2°. verpleging in koloniehuizen of tehuizen onder eigen beheer;
-
3°. verpleging in gestichten onder ander beheer;
-
4°. uitbesteding in huisgezinnen.
Deze terugontvangsten moeten overigens gesplitst worden opgegeven, als:
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 Door de besturen der instellingen, welke verwaarloosden en gevallenen verzorgen, wordt opgave verstrekt van:
Voor deze beide categorieën wordt opgegeven:
-
1°. het totaal aantal personen door of door bemiddeling der instelling verpleegd;
-
2°. het aantal der onder 1°. bedoelde personen, voor wie de kosten geheel zijn terugbetaald;
-
3°. het aantal der onder 1°. bedoelde personen, die tijdens het verslagjaar naar een anderen vorm van verpleging
zijn overgegaan;
-
4°. het aantal der onder 1°. bedoelde personen, voor wie de kosten geheel of gedeeltelijk werden vergoed door
gemeenten of instellingen van weldadigheid.
Voor elk der onder 1°. en 2°. bedoelde groepen wordt opgegeven:
-
A. het aantal personen, verpleegd in het gesticht der instelling en aantal verpleegdagen;
-
B. het aantal personen, uitbesteed in huisgezinnen en aantal verpleegdagen;
-
C. het aantal personen, ter verpleging gegeven in gestichten onder ander beheer en aantal verpleegdagen.
Bovendien wordt opgegeven het aantal kinderen, over wie in het verslagjaar patronaat
werd uitgeoefend:
-
4 De uitgaven voor ondersteuning van de in den aanhef van dit artikel genoemde instellingen worden opgegeven naar de volgende indeeling:
-
A. huur of huurwaarde van gebouwen, lokaliteiten en gronden, bestemd voor de huisvesting
der verpleegden en voor de uitoefening van het beheer;
-
B. belasting en verdere lasten en onderhoud van gebouwen, lokaliteiten en gronden, bestemd
voor de huisvesting der verpleegden en voor de uitoefening van het beheer; onderhoud
van meubilair, traktementen en loonen van het personeel e. d.;
-
C. verpleging in het gesticht: voeding, kleeding, ligging, bewassching, verwarming, verlichting,
genees- of heelkundige hulp (w.o. genees- en verbandmiddelen), kosten van begrafenis
en alles wat verder tot onderhoud en verzorging strekt;
-
D. arbeidsloonen in geld uitbetaald aan verpleegden;
-
E. uitbesteding in huisgezinnen;
-
F. verpleging in andere gestichten;
-
G. ander, niet onder At/m F te rangschikken, hulpbetoon.
Mede wordt opgave gedaan van hetgeen terugontvangen is:
-
A. voor verpleging in het gesticht der instelling;
-
B. voor uitbesteding in andere gestichten;
-
C. voor uitbesteding in gezinnen;
-
D. als opbrengst van door verpleegden verrichten arbeid of vervaardigde goederen;
-
E. uit anderen hoofde.
De opgaven bedoeld sub A, B en C worden verstrekt naar de volgende indeeling:
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 Door de besturen van instellingen, welke niet zijn te rangschikken onder de artt.
1 t/m 12 van dit besluit, wordt het aantal personen opgegeven, aan wie in het verslagjaar
hulp is verleend, onder mededeeling van den vorm der hulpverleening en nadere bijzonderheden
omtrent de behoeftigen.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Bovendien worden door de besturen van instellingen van weldadigheid opgegeven de uitgaven
voor subsidies aan gemeenten en andere instellingen van weldadigheid ten behoeve van de verzorging van
behoeftigen.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
De in de artt. 1 t/m 14 bedoelde opgaven worden verstrekt op door Onzen Minister van
Binnenlandsche Zaken vastgestelde tabellen.
Artikel 16
[Vervallen per 15-12-1929]
Artikel 17
[Vervallen per 15-12-1929]
Artikel 18
[Vervallen per 15-12-1929]
Artikel 19
[Vervallen per 15-12-1929]
§ 3. Van den armenraad
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Artikel 20
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Zoodra door Ons een armenraad is ingesteld, geeft de Burgemeester van de gemeente,
waarin of waarvoor de raad is ingesteld, daarvan kennis aan iedere instelling van
weldadigheid, welke een vertegenwoordiger in den raad zal aanwijzen. De burgemeester
doet daarbij onder herinnering aan het bepaalde in de artikelen 42 en 48 der wet voor iedere instelling mededeeling van de som, bedoeld in artikel 42, tweede lid; van het aantal leden en, zoo zij één of meer bestuursleden mag aanwijzen, van het
aantal bestuursleden, die zij mag aanwijzen, alsmede van het bedrag, bedoeld in artikel 42, derde lid, der wet.
Artikel 21
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 Bij de kennisgeving ingevolge artikel 20 voegt de Burgemeester het verzoek, hem binnen drie weken den naam van den vertegenwoordiger
en van den plaatsvervangend vertegenwoordiger of de namen der vertegenwoordigers en
der plaatsvervangende vertegenwoordigers schriftelijk mede te deelen. Een particuliere,
kerkelijke of gemengde instelling van weldadigheid, welke niet aan het verzoek heeft
voldaan, wordt geacht hare bereidverklaring tot aanwijzing van een vertegenwoordiger
te hebben herroepen.
-
2 Indien de zetel van den armenraad gevestigd zal zijn in eene andere gemeente, brengt
de Burgemeester de hem medegedeelde namen ter kennis van den Burgemeester van de gemeente,
waar die zetel zal zijn gevestigd.
Artikel 22
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 Binnen veertien dagen, na het verstrijken van den in artikel 21, eerste lid, gestelden termijn van drie weken, schrijft de Burgemeester van de gemeente, waar
de zetel van den armenraad gevestigd zal zijn, de eerste vergadering van den armenraad
uit. Deze vergadering heeft plaats binnen dertig dagen na de oproeping, maar wordt
niet gehouden op een Zondag, op den Christelijken tweeden Paasch- of Pinksterdag,
op den Hemelvaartsdag of op een der beide Kerstdagen.
-
2 Bij de oproeping tot de eerste vergadering voegt de Burgemeester een lijst van de
instellingen, die één of meer vertegenwoordigers en plaatsvervangende vertegenwoordigers
hebben aangewezen en van de aangewezen vertegenwoordigers en plaatsvervangende vertegenwoordigers.
Mede richt de Burgemeester tot iedere instelling van weldadigheid, welke ingevolge
artikel 48 der wet recht heeft tot aanwijzing van een of meer bestuursleden en plaatsvervangende
bestuursleden, het verzoek, hem binnen veertien dagen te berichten, of de instelling
van haar recht in deze gebruik zal maken en zoo ja, daarbij op te geven de namen van
hen, die de instelling als bestuursleden en plaatsvervangende bestuursleden zal aanwijzen.
Artikel 23
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
In de door den Burgemeester voorgezeten vergadering van den armenraad geschiedt de
aanwijzing van bestuursleden en van plaatsvervangende bestuursleden door het doen
van mededeeling door den Burgemeester van de in artikel 22, laatste lid, bedoelde opgave van namen.
Artikel 24
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 Voor zoover de bestuursleden en plaatsvervangende bestuursleden niet zijn aangewezen,
worden zij verkozen door de vertegenwoordigers van die instellingen, welke geene aanwijzing
hebben gedaan, of, indien alle instellingen eene aanwijzing deden, door alle vertegenwoordigers.
Artikel 25
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
De verkiezing geschiedt bij gesloten en ongeteekende briefjes. Voor de benoeming van
bestuursleden en voor die van plaatsvervangende bestuursleden wordt eene afzonderlijke
verkiezing gehouden. Ieder stembriefje bevat ten hoogste zooveel namen als er plaatsen
vervuld moeten worden.
Artikel 26
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
2 Nadat de Burgemeester het getal der tegenwoordig zijnde en in deze tot stemmen bevoegde
leden en de eerstbenoemde der stemopnemers dat der in de bus gevonden stembriefjes
hebben opgegeven, wordt achtereenvolgens ieder stembriefje door de twee eerstbenoemde
stemopnemers opgelezen. De beide andere teekenen de stemmen op. Ten slotte maakt de
eerstbenoemde der stemopnemers den uitslag der verkiezing bekend.
Artikel 27
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Niet of niet behoorlijk ingevulde stembriefjes worden, tot bepaling der meerderheid,
niet mede gerekend onder het getal der geldig uitgebrachte stemmen.
Artikel 28
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Eene verkregen meerderheid van stemmen geldt niet, wanneer het getal der in de bus
gevonden stembriefjes grooter is dan dat der leden, die stemden, en dit verschil van
invloed heeft kunnen zijn.
Artikel 29
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Voor zoover niet bij de eerste verkiezing het vereischte aantal personen de volstrekte
meerderheid hebben verkregen, wordt tot eene tweede, mede geheel vrije verkiezing
overgegaan, ter benoeming van zooveel personen als er na de eerste verkiezing nog
plaatsen te vervullen zijn.
Artikel 30
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Voor zoover ook bij deze verkiezing niet het vereischte aantal personen de volstrekte
meerderheid van stemmen verkregen heeft, worden verkozen geacht de personen, tot het
vereischte aantal, die de meeste stemmen op zich vereenigd hebben. Indien het aantal
van deze personen grooter is dan het aantal der te vervullen plaatsen, doordat twee
of meer personen een gelijk aantal stemmen op zich vereenigd hebben, beslist het lot
tusschen de personen, die een gelijk aantal stemmen op zich vereenigden. Daartoe worden
briefjes, bevattende de namen dier personen, behoorlijk toegevouwen in de bus geworpen
en door een anderen stemopnemer een voor een, tot het vereischte aantal, uitgetrokken
en voorgelezen. De persoon of de personen, op de uitgetrokken naambriefjes vermeld,
zijn de benoemden.
Artikel 31
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Na de verkiezing van bestuursleden en van plaatsvervangende bestuursleden stelt de
Burgemeester aan de orde de benoeming van een voorzitter.
Artikel 32
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Artikel 33
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Wanneer niemand bij de eerste verkiezing de volstrekte meerderheid heeft verkregen,
wordt tot een tweede, mede geheel vrije verkiezing overgegaan.
Artikel 34
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Indien ook bij deze verkiezing door niemand de volstrekte meerderheid van stemmen
verkregen is, heeft er eene derde verkiezing plaats tusschen de twee personen, die
bij de tweede verkiezing de meeste stemmen op zich vereenigd hebben.
Artikel 35
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Indien het bij de tweede verkiezing niet uitgemaakt is, tusschen wie er moet overgestemd
worden, wordt bij eene voorafgaande stemming beslist, wie van hen, die een gelijk
aantal stemmen op zich hebben vereenigd, op het tweetal zal worden geplaatst.
Artikel 36
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Indien, in het geval bij het vorige artikel bedoeld, of ook bij de eindstemming, de
stemmen staken, beslist het lot.
Artikel 37
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Na de verkiezing installeert de Burgemeester den voorzitter, zoo deze aanwezig is,
en de bestuursleden en hun plaatsvervangers.
Artikel 38
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Indien de tot voorzitter benoemde de benoeming niet aanvaardt, geschiedt de benoeming
in eene volgende vergadering, die zoo spoedig mogelijk wordt uitgeschreven en wordt
voorgezeten door den Burgemeester. Voor die benoeming gelden de artikelen 32-36 van dit besluit. De Burgemeester installeerd den voorzitter, zoo deze aanwezig is.
Artikel 39
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Voor zoover daarin niet is voorzien bij de artikelen 20-38 beslist de Burgemeester ten aanzien van de voorbereiding, de oproeping, de leiding
en de in die artikelen bedoelde werkzaamheden van de eerste vergaderingen van den
armenraad.
Artikel 40
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
2 Bij het huishoudelijk reglement worden voor zoover deze onderwerpen niet reeds bij
of krachtens de wet zijn geregeld, voor de ambtenaren bij den armenraad met uitzondering
van den secretaris, in overleg met de gemeente onderscheidenlijk de gemeenten die
de kosten van den armenraad dragen, voorschriften vastgesteld betreffende:
-
a. aanstelling;
-
b. schorsing;
-
c. ontslag;
-
d. bezoldiging;
-
e. wachtgeld;
-
f. diensttijden;
-
g. verlof en vacantie en aanspraken ingeval van ziekte;
-
h. overige rechten en verplichtingen der ambtenaren;
-
i. disciplinaire straffen;
-
j. administratieve instanties, als bedoeld in het tweede lid en derde lid van artikel 3 der Ambtenarenwet 1929, voor zoover deze worden mogelijk gemaakt;
-
k. de wijze, waarop aan de vereenigingen van ambtenaren de gelegenheid wordt gegeven
ten aanzien van de dezen betreffende algemeen verbindende voorschriften haar gevoelen
te doen kennen.
Artikel 41
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Zeven maanden vóór het einde van den termijn van vier jaren, bedoeld in artikel 44 der wet, richt het bestuur van den armenraad tot alle instellingen van weldadigheid,
welke voorkomen op de lijst, bedoeld in artikel 3 der wet, en binnen het ambtsgebied van den armenraad armenverzorging buiten gestichten
ten doel hebben, het verzoek, binnen een maand te berichten, of zij bereid zijn, voor
een nieuwen termijn van vier jaren een vertegenwoordiger aan te wijzen. De ingekomen
antwoorden worden door het bestuur zoo spoedig mogelijk aan Onzen Minister van Binnenlandsche
Zaken gezonden.
Artikel 42
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
Binnen twee weken nadat door Ons voor den nieuwen termijn van vier jaren de som, bedoeld
in het tweede lid van artikel 42 der wet, is vastgesteld, geeft het bestuur van den armenraad daarvan kennis aan elke
instelling, die zich bereid heeft verklaard, een vertegenwoordiger aan te wijzen.
Daarbij worden de mededeelingen gedaan, bedoeld in artikel 20, en het verzoek, bedoeld in artikel 21. De ingekomen antwoorden worden door het bestuur van den armenraad gezonden aan den
Burgemeester van de gemeente, waar de zetel van den raad gevestigd is. Deze schrijft
zoo spoedig mogelijk na den aanvang van den nieuwen termijn van vier jaren de eerste
vergadering van den armenraad uit en handelt voorts overeenkomstig het bepaalde in
de artikelen 22-39.
Artikel 43
[Regeling vervallen per 01-04-2004]
-
1 Indien de samenstelling van een armenraad, welke eerst na 1 April 1930 kan worden
vernieuwd, op dien datum niet zou overeenstemmen met de bepalingen der Armenwet, zooals
deze is gewijzigd bij de wet van 22 Juni 1929 (Staatsblad n°. 326), wordt de samenstelling vóór 1 April 1930 met de wet in overeenstemming
gebracht.
-
2 Voor zoodanigen armenraad geldt het getal, door Ons bepaald ingevolge artikel 48, eerste lid, der Armenwet, zooals dat artikel luidde vóór de wijziging bij de wet van 22 Juni
1929 ( Staatsblad n°. 326), als de som, bedoeld in artikel 42, tweede lid, der Armenwet, zooals dat thans luidt, en welke som tot grondslag strekt voor de
aanwijzing van bestuursleden en plaatsvervangende bestuursleden.
-
4 Zoo spoedig mogelijk in de maand Februari 1930 belegt de Voorzitter eene vergadering
van den armenraad, waarin zullen plaats hebben de aanwijzing en zoo noodig de verkiezing
van bestuursleden en plaatsvervangende bestuursleden. De aanwijzing geschiedt door
het doen van mededeeling door den Voorzitter van de in het voorgaande lid, onder 2°.,
bedoelde opgave van namen.
-
5 Ten aanzien van de verkiezing zijn de artikelen 24-30 van toepassing, met dien verstande, dat telkens waar in die artikelen sprake is van
den Burgemeester, daarvoor wordt gelezen, de Voorzitter van den Armenraad.