Besluit ex artikel 18 Zaaizaad- en Plantgoedwet

[Regeling vervallen per 01-02-2006.]
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-02-1989.
Geldend van 06-02-1989 t/m 31-01-2006

Besluit van 5 april 1967, houdende uitvoering van artikel 18, tweede lid, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 15 februari 1967, no. J. 505, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Gelet op artikel 18, tweede lid, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet;

De Raad van State gehoord (advies van 8 maart 1967, no. 50);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 29 maart 1967, No. J. 809, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Voor de toepassing van het bij dit besluit bepaalde wordt onder "kweker" mede verstaan: de instandhouder.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 2 Op verzoek van de kweker wordt de ingeschreven tenaamstelling gewijzigd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 De inschrijving wordt door de Raad ambtshalve vervallen verklaard:

    • a. indien gebleken is, dat degene te wiens name het ras is ingeschreven, dit niet meer onder toepassing van daartoe geëigende methoden in voldoende mate in stand houdt;

    • b. zodra zes maanden zijn verstreken sinds de jaarcijns verschuldigd is geworden, zonder dat betaling heeft plaatsgevonden.

  • 2 De Raad kan te allen tijde door deskundigen een onderzoek doen instellen of het in het eerste lid onder a genoemde geval zich voordoet.

  • 3 Van de vervallenverklaring wordt aantekening gedaan in het Nederlands Rassenregister.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Als landbouwgewassen bedoeld in artikel 18, twede lid, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet worden aangewezen de onder I vermelde gewassen, behorend tot de daarachter onder II vermelde botanische soorten:

 

I

II

1.

a. suikerbiet,

- Beta vulgaris L.

 

b. voederbiet

2.

mergkool

- Brassica oleracea L.

3.

karwij

- Carum carvi L.

4.

luzerne

- Medicago sativa L., Medicago

   

* varia Martyn

5.

serradelle

- Ornithopus sativus Brot.

6.

kanariezaad

- Phalaris canariensis L.

7.

rogge

- Secale cereale L.

8.

spurrie

- Spergula arvensis L.

9.

Alexandrijnse klaver

- Trifolium alexandrinum L.

10.

rode klaver

- Trifolium pratense L.

11.

witte klaver

- Trifolium repens L.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de Zaaizaad- en Plantgoedwet.

Onze Minister van Landbouw en Visserij is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 5 april 1967

JULIANA.

De Minister van Landbouw en Visserij,

P. J. LARDINOIS.

Uitgegeven de tweede mei 1967.

De Minister van Justitie,

C. H. F. POLAK.