Besluit curateleregister

[Regeling vervallen per 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-1970.
Geldend van 01-01-1970 t/m 31-10-2010

Besluit van 26 november 1969, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 391 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op voordracht van Onze Minister van Justitie van 24 september 1969, Stafafdeling Wetgeving nieuw Burgerlijk Wetboek, nr. 373/669;

Gelet op artikel 391 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

De Raad van State gehoord (advies van 22 oktober 1969, nr. 41);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 21 november 1969, Stafafdeling Wetgeving nieuw Burgerlijk Wetboek, nr. 490/669;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

In het ingevolge artikel 391 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter griffie van de rechtbank te 's-Gravenhage berustende openbaar register wordt aantekening gehouden van de volgende, na de inwerkingtreding van dit Besluit plaats gehad hebbende, rechtsfeiten:

  • a. alle rechterlijke beslissingen ingevolge de artikelen 378, 380, leden 1-4, 383, 385 en 389 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 33 van de wet van 27 april 1884, Stb. 96 tot regeling van het Staatstoezicht op krankzinnigen;

  • b. alle rechterlijke beslissingen, waarbij een onder a bedoelde beslissing wordt bekrachtigd, vernietigd of herroepen;

  • c. alle rechterlijke beslissingen tot afwijzing van een verzoek tot ondercuratelestelling in de gevallen, waarin op grond van artikel 380 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek een provisioneel bewindvoerder was benoemd;

  • d. de benoeming en het ontslag van een bewindvoerder en opheffing van het bewind overeenkomstig artikel 386 juncto artikel 370 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Voor zover de in artikel 1 genoemde feiten de griffier van de rechtbank te 's-Gravenhage niet ambtshalve bekend zijn, zullen de griffiers die deze ambtshalve hebben vernomen, hem daarvan onverwijld mededeling doen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Het register bestaat, onverminderd het bepaalde in artikel 10 leden 1 en 2, uit kaarten volgens het bij dit Besluit behorende model.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Elke kaart van het register bevat slechts de gegevens met betrekking tot de onder curatele of provisioneel bewind gestelde persoon wiens naam en voornamen aan het hoofd daarvan staan vermeld.

  • 2 Wanneer een kaart geheel beschreven is, wordt, zo nodig, voor dezelfde persoon een nieuwe kaart met hetzelfde hoofd aangelegd. Op elk der kaarten wordt aangegeven hoeveel kaarten van de betrokken persoon in het register zijn opgenomen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Elke inschrijving in het register wordt door de griffier van de rechtbank te 's-Gravenhage ondertekend en van dagtekening voorzien.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Het kaartregister wordt in alfabetische volgorde aangehouden. Onze Minister van Justitie kan hieromtrent nadere voorschriften geven.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 De kaarten volgens het bij dit Besluit behorende model worden gebruikt voor mededeling van de eerste beschikking tot ondercuratelestelling of onder provisioneel bewindstelling van een bepaald persoon en in omslag gezonden aan de griffier van de rechtbank te 's-Gravenhage.

  • 2 Deze kaarten kunnen als eerste inschrijving de aan het hoofd genoemde persoon betreffend, in het register worden opgenomen, na ondertekening door de griffier van de onder de mededeling te stellen verklaring: "Getekend voor inschrijving in het register. De griffier van de rechtbank te 's-Gravenhage", en na dagtekening dier verklaring.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Binnen de eerste drie maanden van elk kalenderjaar worden de kaarten betreffende degenen die in het vorige kalenderjaar honderdtien jaar geleden geboren waren uit het register gelicht.

  • 2 Deze kaarten worden, per jaar in alfabetische volgorde gerangschikt, ter griffie bewaard.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 De griffier is verplicht aan ieder kosteloos inzage van het register te verstrekken. Hij is voorts verplicht om - met inachtneming van het bij of krachtens de Wet tarieven in burgerlijke zaken bepaalde - aan ieder een uittreksel uit het register te verstrekken.

  • 2 Het eerste lid is mede van toepassing op de inzage en de verstrekking van uittreksels van kaarten die reeds overeenkomstig artikel 8, eerste lid, uit het register zijn gelicht.

  • 3 Indien een uittreksel uit het register wordt verzocht met betrekking tot personen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit meerderjarig zijn geworden, wijst de griffier in het uittreksel of in de mededeling dat de betreffende persoon in het register niet voorkomt, op de omstandigheid dat de gegevens, betrekking hebbende op de tijd voorafgaande aan de inwerkingtreding van dit besluit onvolledig zijn. Bij de verlening van inzage wordt de belanghebbende mondeling hiervan in kennis gesteld.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Onmiddellijk na het inwerking treden van dit Besluit dragen de griffiers van de kantongerechten de kaarten die deel uitmaken van de te hunner griffie gehouden curateleregisters, over aan de griffier van de rechtbank te 's-Gravenhage.

  • 2 De griffier van de rechtbank te 's-Gravenhage neemt deze kaarten onverwijld op in het te zijner griffie aan te leggen curateleregister.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Invoeringswet Boek 1 nieuw B.W. in werking treedt.

  • 2 Het kan worden aangehaald als: Besluit curateleregister.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 26 november 1969

JULIANA.

De Minister van Justitie,

C. H. F. POLAK.

Uitgegeven de vierde december 1969.

De Minister van Justitie,

C. H. F. POLAK.