Besluit aanvulling omschrijving slijtersbedrijf

Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 17-12-2004.
Geldend van 17-12-2004 t/m heden

Besluit van 2 oktober 1972, houdende toepassing van artikel 3, derde lid, van de Drank- en Horecawet

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 8 mei 1972, Hoofdafd. V.A., nr. 103.371, en van de Staatssecretaris van Economische Zaken; gehoord de Commissie Adviezen Vestigingsregelingen, door de Sociaal-Economische Raad ingesteld op grond van artikel 43 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22), en de Centrale Raad voor de Volksgezondheid;

Gelet op artikel 3, derde, vierde en vijfde lid, van de Drank- en Horecawet;

De Raad van State gehoord (advies van 24 mei 1972, No. 13);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 20 september 1972, Hoofdafd. V.A., No. 104.189, en van de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Als handelingen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder slijtersbedrijf, van de Drank- en Horecawet worden aangewezen: het bedrijfsmatig aan particulieren verkopen van drinkglaswerk, schenkmandjes, kurketrekkers, wijnrekjes, afsluitmiddelen voor flessen, koolzuurflessen, koolzuurcapsules, wijnkoelers, shakers, draagtassen, koelboxen en -tassen, onderzetters, papieren servetten, cocktailprikkers, schenkkurken, biertapinstallaties alsmede van voorlichtingsmaterialen over wijn, cocktails, longdrinks en borrelhapjes en van andere dergelijke voorlichtingsmaterialen, een en ander voor zover die verkoop geen overwegend bestanddeel van de bedrijfsuitoefening in de inrichting uitmaakt.

Artikel 2

Als handeling, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder slijtersbedrijf, van de Drank- en Horecawet, wordt eveneens aangewezen het bedrijfsmatig verhuren van biertapinstallaties, glaswerk en party-meubilair, een en ander voor zover die verhuur geen overwegend bestanddeel van de bedrijfsuitoefening in de inrichting uitmaakt.

Artikel 3

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit aanvulling omschrijving slijtersbedrijf.

Onze Ministers van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en van Economische Zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 2 oktober 1972

JULIANA.

De Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne,

L. B. J. STUYT.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

J. OOSTENBRINK.

Uitgegeven de zesentwintigste oktober 1972.

De Minister van Justitie,

VAN AGT.