Uitvoering artikel 5, eerste lid, van de Noodwet Geneeskundigen

Geraadpleegd op 17-11-2024.
Geldend van 28-12-1982 t/m heden

Uitvoering artikel 5, eerste lid, van de Noodwet Geneeskundigen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne,

Gelet op artikel 5, eerste lid, van de Noodwet Geneeskundigen (Stb. 1971, 396);

De Raad voor de buitengewone geneeskundige en farmaceutische voorziening gehoord (advies van 9 maart 1978, nr. 17,624/CV);

Besluit:

Artikel 1

Als autoriteiten die in de plaats van de Directeur-Generaal van de Volksgezondheid optreden als bevoegd gezag in de zin van de Noodwet Geneeskundigen, worden aangewezen de regionale geneeskundige inspecteurs van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid en de regionale inspecteurs voor de geneesmiddelen van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, leder voor zover is bepaald in de artikelen 2 en 3.

Artikel 2

  • 1 Een regionale geneeskundige inspecteur treedt op als bevoegd gezag ten aanzien van geneeskundigen, werkzaam binnen zijn ambtsgebied, met uitzondering van apothekers, en ter behartiging van de geneeskundige, tandheelkundige en verloskundige voorziening binnen dat ambtsgebied.

  • 2 Ten aanzien van geneeskundigen, volledig werkzaam op het terrein van de geestelijke volksgezondheid, en ter behartiging van de geneeskundige voorziening op dat terrein oefent een regionale geneeskundige inspecteur zijn bevoegdheden als bevoegd gezag slechts uit na overleg met de bevoegde regionale inspecteur voor de geestelijke volksgezondheid.

  • 3 Een aanzien van apotheekhoudende artsen oefent een regionale geneeskundige inspecteur zijn bevoegdheden als bevoegd gezag slechts uit na overleg met de bevoegde regionale inspecteur voor de geneesmiddelen.

Artikel 3

Een regionale inspecteur voor de geneesmiddelen treedt op als bevoegd gezag ten aanzien van apothekers, werkzaam binnen zijn ambtsgebied, en ter behartiging van de farmaceutische voorziening binnen dat ambtsgebied.

Artikel 4

Voor zover de uitoefening van bevoegdheden als bevoegd gezag invloed heeft op de geneeskundige en farmaceutische voorziening in de ambtsgebieden van meer dan één regionale geneeskundige inspecteur, dan wel van meer dan één regionale inspecteur voor de geneesmiddelen, treedt de directeur-generaal op als bevoegd gezag.

Artikel 5

Indien en voor zolang de verbinding tussen de betrokken regionale inspecteur en enig binnen zijn ambtsgebied gelegen gebied is verbroken, worden de bij dit besluit toegekende bevoegdheden uitgeoefend door de voor dit gebied krachtens artikel 10 van het Besluit Staatstoezicht Volksgezondheid (Stb. 1958, 397) aangewezen plaatsvervangende regionale inspecteur.

Artikel 6

De regionale inspecteur bepaalt het tijdstip waarop de verbinding tussen hem en het betrokken gebied is hersteld.

Artikel 6a

De in artikel 1 als bevoegd gezag aangewezen regionale inspecteurs oefenen – onverminderd het krachtens artikel 6 van de Noodwet Geneeskundigen bepaalde – de hen bij of krachtens de Noodwet Geneeskundigen toegekende bevoegdheden uit met inachtneming van de door de Directeur-Generaal van de Volksgezondheid gegeven aanwijzingen.’

Artikel 7

  • 1 Dit besluit wordt met de daarbij behorende toelichting in de Nederlandse Staatscourant geplaatst.

  • 2 Het treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Nederlandse Staatscourant, waarin het is geplaatst.

Leidschendam, 29 november 1978

De

Staatssecretaris

voornoemd,

L. Veder-Smit