Regeling in- en doorvoer vlees 1979

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 02-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-11-2004.
Geldend van 25-11-2004 t/m 09-12-2004

Regeling in- en doorvoer vlees 1979

De Minister van Landbouw en Visserij,

Gelet op artikel 12 van de Veewet,

Besluit:

Paragraaf 1. Definitiebepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Minister:

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

ambtenaar:

ambtenaar als bedoeld in artikel 114, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

officiële dierenarts:

door de bevoegde centrale autoriteit van het land van verzending aangewezen dierenarts;

richtlijn 72/462/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (PbEG L 302);

richtlijn 2001/89/EG:

richtlijn van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (PbEG L 316/5);

richtlijn 89/662/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395);

richtlijn 97/78/EG:

richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG 1998, L 24);

verordening 999/2001/EG:

verordening van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001, houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën';

verordening 136/2004/EG:

verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEU L 21);

belanghebbende bij de lading:

belanghebbende bij de lading als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van richtlijn 97/78/EG;.

erkende inspectiepost:

op Nederlands grondgebied gelegen inspectiepost die is aangewezen en erkend overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van richtlijn 97/78/EG;

lid-staat:

lid-staat van de Europese Unie, niet zijnde Nederland;.

derde land:

land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lid-staat;.

zending:

hoeveelheid vlees van dezelfde aard waarvoor eenzelfde document, voor zover dit op grond van de onderhavige regeling is voorgeschreven, geldt, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en afkomstig is uit hetzelfde derde land of gedeelte van een derde land;

handelaar:

elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, zijnde de eerste ontvanger op Nederlands grondgebied van een zending vlees afkomstig uit een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen.

VWA:

Voedsel en Waren Autoriteit, ingesteld bij besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 juli 2002 (Stcrt. 127);

douane-entrepot:

opslagruimte als bedoeld in verordening (EEG) nr. 2503/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1988 betreffende de douane-entrepots (PbEG L 225);

vrij entrepot:

opslagruimte als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder b, van verordening (EEG) nr. 2504/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1988 betreffende de vrije zones en de vrije entrepots (PbEG L 225);

ruimte voor tijdelijke opslag:

opslagruimte als bedoeld in verordening (EEG) nr. 4151/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op goederen die het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 367).

richtlijn 72/461/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1972 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees (PbEG L 302);

richtlijn 91/495/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1990 inzake gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie en het in de handel brengen van konijnevlees en vlees van gekweekt wild (PbEG L 268);

gekweekt wild:

niet als huisdier beschouwde landzoogdieren, niet zijnde konijnen of hazen, die niet worden vermeld in artikel 1, eerste lid, van richtlijn 64/433/EEG en die worden gehouden als huisdieren.

Niet-gedomesticeerde zoogdieren die leven op een afgesloten gebied onder soortgelijke omstandigheden ten aanzien van vrijheid als wild worden evenwel niet als gekweekt wild beschouwd;

vlees van gekweekt wild:

alle voor menselijke consumptie geschikte delen van gekweekt wild;

beschikking 93/242/EEG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en producten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer (PbEG L 110);.

beschikking 93/402/EEG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1993 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van vers vlees uit landen van Zuid-Amerika (Pb EG L 179);

beschikking 95/357/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1995 tot vaststelling van de lijst van inspectieposten aan de grens die zijn erkend voor de veterinaire controles van producten en dieren uit derde landen, tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de door de veterinaire deskundigen van de Commissie te verrichten controles en tot intrekking van Beschikking 94/24/EG (PbEG L 211);

beschikking 96/105/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 januari 1996 inzake nieuwe overgangsmaatregelen om de overgang naar de bij Richtlijn 90/675/EEG van de Raad vastgestelde regeling inzake veterinaire controles te vergemakkelijken (PbEG L 24);.

richtlijn 64/433/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1994 betreffende de gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van vers vlees (PbEG 1991, L 268);

richtlijn 92/118/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van producten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PbEG 1993, L 62);

beenderen, hoornen of hoeven:

beenderen, hoornen of hoeven als bedoeld in hoofdstuk 5 van bijlage I van richtlijn 92/118/EEG, bestemd voor menselijke voeding.

Paragraaf 2. De invoer van vlees, beenderen, hoornen en hoeven en de doorvoer van vlees, beenderen, hoornen en hoeven bestemd voor een lid-staat of Noorwegen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 1a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De in- en doorvoer van vlees, alsmede van beenderen, hoornen of hoeven is verboden.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, met uitzondering van het in artikel 2a bedoelde vlees afkomstig uit Italië, niet:

    • a. voor vers vlees, afkomstig uit een lid-staat van de Europese Unie, dat voldoet aan het bepaalde in de artikelen 3 en 4 van richtlijn 72/461/EEG en ten aanzien waarvan is voldaan aan artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdelen e en f, van richtlijn 64/433/EEG;.

      • -

        ‘Vers vlees van runderen die na 1 januari zijn geboren.’;

      • -

        ‘Vers vlees van runderen die in het Verenigd Koninkrijk uitsluitende hebben verbleven op bedrijven waar in de laatste zes jaar geen enkel geval van BSE is bevestigd.’;

      • -

        ‘Vers vlees van runderen zonder been, in de vorm van spierweefsel waarvan alle aanhandend weefsel, inclusief zichtbaar zenuw- en lymfeweefsel is verwijderd.’;.

    • b. voor beenderen, hoornen of hoeven, die afkomstig zijn uit een lid-staat of Noorwegen, met dien verstande dat onderdeel a van overeenkomstige toepassing is;

    • c. voor in de onderdelen a en b bedoelde producten die in afwijking van die onderdelen niet voldoen aan artikel 3, onderdeel e, van richtlijn 72/461/EEG, mits de producten in voorkomend geval vergezeld gaan van bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen op basis van artikel 10, derde lid, onderdeel f, vierde gedachtestreepje, van richtlijn 2001/89/EG vastgestelde merken of documenten, ten bewijze dat de producten voldoen aan de bij bedoelde beschikking gestelde voorwaarden,.

    mits is voldaan aan de artikelen 7b tot en met 7e.

  • 2 Onverminderd het eerste lid, onderdeel a, wordt ingevoerd vers vlees, afkomstig van runderen, ouder dan twaalf maanden, waarin de wervelkolom, waaronder inbegrepen de achterwortelganglia, met uitzondering van de staartwervels, aanwezig is, rechtstreeks vervoerd naar een op grond van artikel 9 of artikel 10 van het Besluit productie en handel vers vlees erkend slachthuis of erkende uitsnijderij, alwaar voornoemde wervelkolom wordt verwijderd.

  • 3 Het tweede lid is niet van toepassing indien het in dat lid bedoelde vlees vanuit een lidstaat via Nederland wordt doorgevoerd naar een andere lidstaat.

  • 4 Met betrekking tot het vlees als bedoeld in het tweede en derde lid is, voorzover van toepassing, met ingang van 1 april 2002 voldaan aan bijlage XI, hoofdstuk A, punt 14, onder a en b, van verordening 999/2001/EG.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Onder het in de aanhef van artikel 2 bedoelde vlees afkomstig uit Italië wordt verstaan het verse rund-, varkens-, schape- en geitevlees waarvan de invoer in de Lid-Staten in de periode van 1 november 1984 tot en met 27 november 1987 niet was toegestaan overeenkomstig artikel 2, eerste, tweede en derde lid, van de beschikking van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 18 september 1987, inzake bepaalde beschermende maatregelen tegen mond- en klauwzeer in Italië, No. 87/495/EEG (PbEG L 283).

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits aan verordening 136/2004/EG en in de artikelen 4 en 7f tot en met 7k is voldaan niet voor vlees van paarden bestemd voor menselijke consumptie afkomstig uit de U.S.S.R.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Het in artikel 3 bedoelde vlees dient bij de invoer vergezeld te gaan van een volledig ingevulde gedagtekende en door een officiële dierenarts ondertekende verklaring inhoudende:

    • a. dat de dieren waarvan het vlees is verkregen sedert hun geboorte dan wel, indien zij ouder waren dan drie maanden, ten minste gedurende de drie maanden vóór zij geslacht werden op het grondgebied van het land van verzending hebben verbleven;

    • b. dat de dieren voor en na het slachten door een officiële dierenarts zijn gekeurd en bij de keuring niet bleken te lijden aan noch ervan verdacht te worden te lijden aan of besmet te zijn met een besmettelijke dierziekte.

  • 2 Het in artikel 3 bedoelde vlees dient, indien het voor een andere lid-staat van de Europese Unie is bestemd, bij doorvoer vergezeld te gaan van een door of namens de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat van bestemming geautoriseerde verklaring waarin de ter zake van de invoer in deze Lid-Staat gestelde veterinairrechtelijke eisen zijn opgenomen.

Artikel 4a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits voldaan is aan verordening 136/2004/EG en de artikelen 7f tot en met 7k, voorts niet voor:

  • A. Vers vlees van runderen, schapen, geiten en éénhoevigen bestemd voor menselijke consumptie afkomstig uit:

    • a. Noorwegen, mits het vlees:

      • 1º. is voorzien van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdeel e, van richtlijn 64/433/EEG;

      • 2º. vergezeld gaat van het handelsdocument, onderscheidenlijk keuringscertificaat, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdeel f, van richtlijn 64/433/EEG, en

      • 3º. voldoet aan de artikelen 3 en 4 van richtlijn 72/461/EEG;.

    • b. Noorwegen, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van de beschikking van de Commissie van de E.G. van 25 juli 1980, No. 80/800/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vlees uit Noorwegen (Pb. EG L 234/38);

    • c. Canada, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van beschikking 80/804/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1980, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vlees uit Canada (PbEG L 236);.

    • d. Canada, mits:

      • het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van beschikking nr. 80/804/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1980, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vlees uit Canada (PbEG L 236), en

      • voor zover het gekoeld vers vlees van éénhoevigen betreft, op dit vlees voorafgaande aan de uitvoer uit Canada met negatief resultaat een trichinenonderzoek overeenkomstig bijlage V van richtlijn 77/96/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (PbEG L 26) is uitgevoerd en dit vlees is vergezeld van een verklaring als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van beschikking nr. 94/60/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 31 januari 1994 betreffende maatregelen tegen trichinose (Pb EG L 27);.

    • e. Nieuw-Zeeland, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van de beschikking van de Commissie van de E.G. van 25 juli 1980, No. 80/805/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vlees uit Nieuw-Zeeland (Pb. EG L 236/28);

    • f. f. de Verenigde Staten van Amerika, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van beschikking 82/426/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1982, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vlees uit de Verenigde Staten van Amerika (PbEG L 186);.

    • g. de Verenigde Staten van Amerika, mits:

      • -

        het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage van beschikking nr. 82/426/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1980, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vers vlees uit de Verenigde Staten van Amerika (PbEG L 186), en

      • -

        voor zover het gekoeld vers vlees van éénhoevigen betreft, voorafgaande aan de uitvoer uit de Verenigde Staten van Amerika op een monster van 5 gram van dit vlees met negatief resultaat een trichinenonderzoek als bedoeld in bijlage I van richtlijn nr. 77/99/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (PbEG L 26) is uitgevoerd en dit vlees is vergezeld van een verklaring als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van beschikking nr. 94/60/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 31 januari 1994 betreffende maatregelen tegen trichinose (PbEG L 27);.

    • h. Kroatië en de Republiek Slovenië, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig één van de modellen opgenomen in de bijlagen van de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikkingen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

  • B. de in- en doorvoer van vers vlees uit Botswana overeenkomstig de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

  • C. Vers vlees van als huisdier gehouden runderen en éénhoevigen, afkomstig uit Costa Rica, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomtig het model opgenomen in de bijlage van de beschikking van de Commissie van de E.E.G. van 19 oktober 1981, nr. 81/887/7/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Costa Rica (Pb. E.G. 1 324/25);.

  • D. de in- en doorvoer van vers vlees uit Swaziland overeenkomstig de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

  • E. de in- en doorvoer van vers vlees uit de Republiek Zuid-Afrika overeenkomstig de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

  • F. Vers vlees, van als huisdier gehouden runderen en éénhoevigen, afkomstig uit Guatemala, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model in de bijlage van de beschikking van de Commissie van de E.G. van 10 juni 1982, no. 82/414/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Guatemala;

  • G. Vers vlees van als huisdier gehouden runderen, schapen, geiten en éénhoevigen, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de E.G. van 15 februari 1983, nr. 83/84/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificaten voor de invoer van vers vlees uit IJsland (Pb. EG L 56);

  • H. Vers vlees van als huisdier gehouden runderen en éénhoevigen afkomstig uit Mexico, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de E.G. van 27 juli 1983, nr. 83/380/EEG, betreffende de gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Mexico (Pb. EG L 222);

  • I. Vers vlees van als huisdier gehouden éénhoevigen afkomstig uit Marokko, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 27 april 1984, nr. 84/295/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit het Koninkrijk Marokko (PbEG L 144);

  • J. Vers vlees van als huisdier gehouden runderen en éénhoevigen afkomstig uit Malta, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 27 april 1984, nr. 84/294/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Malta (PbEG L 144);

  • K. Vers vlees van als huisdier gehouden runderen en éénhoevigen afkomstig uit Belize, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 27 april 1984, nr. 84/292/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Belize (PbEG L 144);

  • L. Vers vlees van eenhoevige huisdieren, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Europese Commissie van 26 juli 1990 betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificaten voor de invoer van vers vlees uit Turkije (Pb EG L 228), zoals deze is of zal zijn.

  • M. Vers vlees van als huisdier gehouden runderen, schapen, geiten en éénhoevigen afkomstig uit Groenland, mits het vlees vergezeld gaar van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 7 maart 1986, nr. 86/117 EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vers vlees uit Groenland (Pb.L.99).

  • N. vers vlees van als huisdier gehouden eenhoevigen afkomstig uit Honduras, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 8 maart 1989 betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor invoer van vers vlees uit Honduras.

  • O. Vers vlees van karkassen van als huisdier gehouden runderen, zonder been, afkomstig uit Madagascar, mits het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie van de EG van 19 maart 1990, nr. 90/156/EEG, betreffende gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van vers vlees uit Madagascar (Pb EG L 89).

  • P. de in- en doorvoer van vers vlees uit Namibië overeenkomstig de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

  • Q. de in- en doorvoer van vers vlees uit de veterinaire gebieden in Zimbabwe, genoemd in de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgestelde beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en overeenkomstig deze beschikking;

  • R. een land of gedeelte van een land, vermeld in bijlage B van beschikking 93/242/EEG, mits:

    • a. het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig één van de modellen, opgenomen in de bijlagen van de op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG ten aanzien van dat land door de Commissie van de Europese Gemeenschappen vastgestelde beschikking, en

    • b. is voldaan aan artikel 6 van beschikking 93/242/EEG.

Artikel 4b

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits is voldaan aan verordening 136/2004/EG en de artikelen 7f tot en met 7k, voorts niet voor vers vlees van varkens, bestemd voor menselijke consumptie, afkomstig uit:

  • a. Noorwegen, mits:

    • 1º. het vlees is voorzien van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdeel e, van richtlijn 64/433/EEG;

    • 2º. het vlees vergezeld gaat van het handelsdocument, onderscheidenlijk keuringscertificaat, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdeel f, van richtlijn 64/433/EEG, en

    • 3º. het vlees voldoet aan de artikelen 3 en 4 van richtlijn 72/461/EEG;

  • b. een in artikel 4a, onderdelen A, J of R, genoemd land of gedeelte van een land, niet zijnde Noorwegen, mits:

    • het vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het voor het land van verzending bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG vastgesteld model, aangevuld met de volgende verklaringen: ‘Het vlees is afkomstig van varkens uit een land waar:

      • -

        ten minste in de laatste twaalf maanden geen klassieke varkenspest is geconstateerd;

      • -

        ten minste sedert de laatste twaalf maanden geen toestemming tot inenting tegen klassieke varkenspest is verleend;

      • -

        zich in de bedrijven geen varkens bevinden die tegen klassieke varkenspest zijn ingeënt tijdens de laatste twaalf maanden.

      Het vlees heeft niet verbleven in ruimten waar vlees en varkens aanwezig zijn die niet aan vorenstaande eisen voldoen.’, en

    • is voldaan aan artikel 6 van beschikking 93/242/EEG.

Artikel 4c

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits is voldaan aan verordening 136/2004/EG en de artikelen 7f tot en met 7k, voorts niet voor beenderen, hoornen of hoeven, die afkomstig zijn uit:

  • a. Noorwegen, mits ten aanzien van die beenderen, hoornen of hoeven is voldoen aan artikel 4b, onderdeel a;

  • b. een derde land of gedeelte van een derde land, niet zijnde Noorwegen, waaruit de invoer van vers vlees van de betrokken diersoort krachtens richtlijn 72/462/EEG is toegestaan, mits die beenderen, hoornen of hoeven vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model, zoals dat ten aanzien van het land van verzending is vastgesteld bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 16, eerste lid, van richtlijn 72/462/EEG.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits voldaan is aan verordening 136/2004/EG en de artikelen 7f tot en met 7k, niet voor de in- en doorvoer uit de in bijlage I van beschikking 93/402/EEG vastgestelde gebieden in Argentinië, Brazilië, Chili, Colombia, Paraguay en Uruguay van:

    • a. de in bijlage II van beschikking 93/402/EEG genoemde categorieën vers vlees voor zover bestemd voor menselijke consumptie, met uitzondering van schoongemaakte slachtafvallen als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van voornoemde beschikking, bestemd voor de bereiding van vleesproducten die een warmtebehandeling hebben ondergaan, mits de zending vers vlees vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in bijlage III bij die beschikking, dat bestaat uit een algemeen gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in deel 1 van die bijlage III en, overeenkomstig hetgeen hieromtrent in bijlage II van beschikking 93/402/EEG is bepaald, van één van de specifieke gezondheidscertificaten overeenkomstig het model opgenomen in deel 2 van die bijlage III:.

    • b. de in bijlage II van beschikking 93/402/EEG genoemde, voor de bereiding van vleesproducten die een warmtebehandeling hebben ondergaan, bestemde, schoongemaakte slachtafvallen, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de in onderdeel a, genoemde beschikking, mits:

      • -

        de zending slachtafvallen vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in bijlage III bij de beschikking, dat bestaat uit een algemeen gezondheidscertificaat overeenkomstig het model opgenomen in deel 1 van bijlage III en, overeenkomstig hetgeen hieromtrent in bijlage II van de beschikking is bepaald, van één van de specifieke gezondheidscertificaten overeenkomstig het model opgenomen in deel 2 van deze bijlage;

      • -

        in geval van invoer, deze plaatsvindt door inrichtingen die door de Minister zijn erkend;

      • -

        de zending slachtafvallen verpakt is in lekvrije, verzegelde containers, op de containers en de begeleidende documenten de naam en het adres van de erkende inrichting van bestemming is aangebracht en op het karton, de containers en de begeleidende documenten, duidelijk en zichtbaar, de volgende vermelding is aangebracht: ‘Uitsluitend voor de industriële bereiding van vleesproducten die een warmtebehandeling hebben ondergaan,’, en

      • -

        de zending slachtafvallen rechtstreeks en zonder overlading, in lekvrije, verzegelde containers of transportmiddelen, onder veterinair toezicht, over Nederlands grondgebied indien zij voor een lid-staat of Noorwegen is bestemd, dan wel naar de erkende inrichting van bestemming indien zij voor Nederland is bestemd, wordt vervoerd.

  • 2 Een erkenning als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, tweede gedachtenstreepje wordt slechts verleend indien:

    • a. de inrichting zodanige voorzieningen kent dat gegarandeerd is dat de voor de bereiding van vleesproducten die een warmtebehandeling hebben ondergaan bestemde schoongemaakte slachtafvallen, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de in het eerste lid, onderdeel a, genoemde beschikking, uitsluitend voor de aangegeven bestemming zullen worden gebruikt zonder dat er gevaar bestaat dat zij met niet-gesteriliseerde producten in aanraking komen en dat de schoongemaakte slachtafvallen de inrichting niet in ongewijzigde staat zullen verlaten, behalve om, indien nodig, onder toezicht van de ambtenaar naar een destructiebedrijf te worden gebracht;

    • b. de inrichting zich er tegenover de Minister toe verbindt de in onderdeel a bedoelde garanties te verstrekken en ervoor te zorgen dat de schoongemaakte slachtafvallen tijdens het productieproces in hermetisch gesloten recipiënten worden gesteriliseerd, waarbij een Fc-waarde van tenminste 3 wordt bereikt dan wel worden gekookt tot een kerntemperatuur van tenminste 80°C, en de in het eerste lid, onderdeel b, laatste gedachtenstreepje, bedoelde containers en transportmiddelen alsmede alle andere voorwerpen die vóór de sterilisatie met de schoongemaakte slachtafvallen in contact zijn geweest, overeenkomstig de aanwijzingen van de Minister van de rijksdienst zijn gereinigd en ontsmet.

  • 3 Een erkenning als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, tweede gedachtenstreepje, wordt ingetrokken indien niet of niet meer wordt voldaan aan het tweede lid. Intrekking geschiedt niet dan na voorafgaande waarschuwing en na het verstrijken van een daarbij te stellen termijn, waarbinnen aan de desbetreffende voorschriften moet worden voldaan.

Artikel 6a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits is voldaan aan de artikelen 7b tot en met 7e, niet voor vlees van gekweekt wild dat:

    • a. afkomstig is uit een lid-staat van de Europese Unie;

    • b. voldoet aan de artikelen 3 en 4 van richtlijn 72/461/EEG;

    • c. is gemerkt met een keurmerk overeenkomstig hoofdstuk XI van bijlage I van richtlijn 64/433/EEG, en

    • d. vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig bijlage IV van richtlijn 91/495/EEG, waarop in voorkomend geval de bij of krachtens richtlijn 72/461/EEG vereiste vermeldingen voorkomen.

  • 2 Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits is voldaan aan verordening 136/2004/EG en de artikelen 7f tot en met 7k, voorts niet voor vlees van gekweekt wild dat:

    • a. afkomstig is uit Noorwegen;

    • b. voldoet aan het eerste lid, onderdelen b tot en met d.

  • 3 Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits is voldaan aan verordening 136/2004/EG en de artikelen 7f tot en met 7k, voorts niet voor vlees van gekweekt wild dat:

    • a. afkomstig is uit een derde land, niet zijnde Noorwegenvan waaruit de in- en doorvoer van vers vlees, afkomstig van de als landbouwhuisdier gehouden variant van de betreffende diersoort, op grond van de artikelen 4a, 4b en 5 is toegestaan;

    • b. vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het voor de betrokken vleessoort uit het betrokken land van herkomst in beschikking 97/219/EG vastgestelde model;

    • c. voor zover het vlees wordt doorgevoerd naar een lid-staat, bovendien vergezeld gaat van een door of namens de bevoegde autoriteit van de lid-staat van bestemming geautoriseerde verklaring, waarin de ter zake van de invoer in die lid-staat gestelde eisen zijn opgenomen;

    • d. afkomstig is uit een inrichting die, zodra deze is vastgesteld en in werking getreden, voorkomt op de voor vlees van gekweekt wild uit het betrokken land van herkomst geldende voorlopige lijst van inrichtingen als bedoeld in beschikking 95/408/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1995 tot vaststelling van voorschriften voor het opstellen voor een overgangsperiode van voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lid-staten bepaalde producten van dierlijke oorsprong, visserijproducten en levende tweekleppige weekdieren mogen invoeren (PbEG L 243), die alsdan ter inzage ligt in de bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in Den Haag, met dien verstande dat indien bij de vaststelling van voornoemde lijst is voorzien in overgangsbepalingen het vlees met inachtneming van die bepalingen afkomstig mag zijn uit een inrichting die voldoet aan richtlijn 91/495/EEG.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald ten aanzien van de voor de onderscheiden producten uit derde landen voorgeschreven gezondheidscertificaten, mag een partij afkomstig uit Nieuw-Zeeland eveneens vergezeld gaan van een op de partij betrekking hebbend(e):

  • a. diergezondheidscertificaat zoals dat op 31 december 1996 voor het betrokken product was voorgeschreven, of

  • b. met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst van 17 december 1996 tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten (PbEG 1997, L 57), een gezondheidscertificaat zoals dat is ingevolge de regelgeving van de Europese Gemeenschap ter uitvoering van die Overeenkomst is vastgesteld en dat een verklaring als bedoeld in bijlage VII van die Overeenkomst bevat.

Paragraaf 3. De doorvoer van vlees, beenderen, hoornen en hoeven bestemd voor een derde land

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Het in artikel 1a gestelde verbod geldt voorts niet voor de doorvoer van vlees bestemd voor een derde land, mits

    • a. de zending vergezeld gaat van een bij de zending behorend document, waaruit, indien de zending afkomstig is uit een derde land, tenminste de oorsprong van de zending kan worden afgeleid en, indien de zending via het grondgebied van een lid-staat naar Nederland is verzonden, tevens, voorzover van toepassing, wordt voldaan aan verordening 136/2004/EG en de artikelen 7h en 7j;

    • b. voorzover de zending afkomstig is uit een derde land en rechtstreeks naar Nederland is verzonden, voorzover van toepassing, tevens is voldaan aan verordening 136/2004/EG en de artikelen 7f, 7g, en 7i..

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op beenderen, hoornen en hoeven, bestemd voor een derde land.

Paragraaf 4. De controle bij in- en doorvoer van vlees, beenderen, hoornen en hoeven, afkomstig uit Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7b

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De zending vlees, afkomstig uit lid-staten van de Europese Unie, moet, tot en met de ontvangst door de handelaar, voldoen aan de voorwaarden, gesteld in artikel 2, voor zover deze betrekking hebben op de invoer van vlees uit lid-staten van de Europese Unie.

  • 2 De handelaar moet zijn ingeschreven in een register dat wordt bijgehouden door de Minister, terwijl die registratie niet is getroffen door een beslissing als bedoeld in artikel 7c, tweede lid.

  • 3 Krachtens de regelgeving van de Europese Gemeenschappen zijn geen maatregelen genomen, houdende instelling van een verbod om de betreffende zending vlees uit de betrokken lid-staat van de Europese Unie in te voeren of houdende de machtiging tot instelling van een verbod om de betreffende zending vlees in Nederland in te voeren, noch is de lid-staat van de Europese Unie van verzending ingevolge die regelgeving gehouden de afgifte van de certificaten of vervoersdocumenten, zulks in verband met de invoer in Nederland, op te schorten.

  • 4 Ingevolge de regelgeving van de lid-staat van de Europese Unie van verzending is er geen verbod om de betrokken zending vlees op het grondgebied van die Lid-Staat in de handel te brengen.

  • 5 De in de e artikelen 2, 6 en 6a, eerste lid bedoelde certificaten en documenten zijn, met uitzondering van de documenten, bedoeld in artikel 10, eerste lid, eerste gedachtenstreepje, van richtlijn 90/675/EEG, originelen waarvan de geldigheidsduur niet is verstreken. Zij zijn in overeenstemming met de regelgeving van de Europese Gemeenschappen afgegeven en volledig ingevuld, gedagtekend en ondertekend in de Nederlandse, Engelse, Franse of Duitse taal.

  • 6 Ten aanzien van de betrokken zending vlees is, in voorkomend geval, voldaan aan de ingevolge artikel 9 van richtlijn 89/662/EEG vastgestelde regelgeving van de Europese Gemeenschap of van de lid-staat van verzending zelf, in geval van een uitbraak van een epidemische dierziekte in de lid-staat van verzending.

  • 7 Indien de zending vlees in Nederland wordt gebracht via een erkende inspectiepost, worden de in de artikelen 2 en 6a, eerste lid, bedoelde certificaten of documenten, desverlangd door de handelaar overgelegd aan de ambtenaar.

  • 8 Het zevende lid geldt niet, indien de partij rechtstreeks via een geregelde lijndienst vanuit een erkende inspectiepost wordt vervoerd naar een andere op het grondgebied van de Europese Gemeenschap gelegen plaats.

Artikel 7c

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De handelaar die overeenkomstig het bepaalde in artikel 7b, tweede lid, is geregistreerd, moet:

    • a. tenzij met de Minister anders is overeengekomen, van elke aanvoer van een zending vlees, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, tussen 08.00 uur en 17.00 uur en ten laatste op de dag, niet zijnde een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag voorafgaande aan de dag van aankomst op de plaats waar de handelaar de zending vlees ontvangt, kennisgeven of doen kennisgeven aan de VWA, onder opgave van deze plaats, het vermoedelijke tijdstip van aankomst alsmede van de hoeveelheid en de soort vlees;

    • b. de instructies van de ambtenaar in verband met een veterinairrechtelijke controle opvolgen en is desgevraagd verplicht de aangevoerde zending vlees aan de ambtenaar ten onderzoek aan te bieden en de in de de artikel 2 bedoelde, voor invoer uit lid-staten van de Europese Unie voorgeschreven, documenten te overleggen alsmede om alle medewerking te verlenen en alle inlichtingen te verstrekken die voor deze controle noodzakelijk worden geacht;

    • c. een administratie voeren waarin ten minste de leveringen van vlees en de eventuele verdere bestemming van het vlees zijn vermeld en waarin alle op de zendingen vlees betrekking hebbende bescheiden, en met name de in onderdeel b bedoelde documenten, zijn opgenomen;

    • d. de vorenbedoelde administratie gedurende ten minste drie jaren bewaren;

    • e. voorafgaand aan de ontvangst, onderscheidenlijk de verdere verdeling of verhandeling van elke zending vlees, nagaan of aan de voorwaarden, gesteld in artikel 2 voor zover deze betrekking hebben op de invoer van vlees uit lid-staten van de Europese Unie, is voldaan;

    • f. nalatigheden en onregelmatigheden met betrekking tot een levering van een zending vlees onmiddellijk melden aan de VWA;

  • 2 Indien een handelaar zijn in het eerste lid bedoelde verplichtingen niet nakomt of in strijd handelt met artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht, kan de Minister beslissen dat zijn in artikel 6b, tweede lid, bedoelde registratie wordt doorgehaald dan wel niet wordt erkend.

Artikel 7d

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Bij het vervoer op Nederlands grondgebied in het kader van doorvoer van een uit de lid-staten van de Europese Unie afkomstige zending vlees, naar een lid-staat van de Europese Unie moet de zending vlees voldoen aan de op de doorvoer van vlees afkomstig uit lid-staten van de Europese Unie betrekking hebbende voorwaarden, gesteld in de artikel 2.

Artikel 7e

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Indien bij de controle, bedoeld in artikel 7c, eerste lid, onderdelen b en e, of bij de controle tijdens het vervoer van een zending vlees in het kader van de invoer of de doorvoer van deze partij wordt vermoed of geconstateerd dat er verwekkers van ziekten, zoönosen of andere aandoeningen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van richtlijn 89/662/EEG, aanwezig zijn of het vlees afkomstig is uit een met een epidemische dierziekte besmet gebied, kan de ambtenaar, indien hij de aanwezigheid van verwekkers van ziekten, zoönosen of andere aandoeningen vermoedt, gelasten dat de zending overeenkomstig zijn aanwijzingen in tijdelijke afzondering wordt geplaatst, dan wel worden de maatregelen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, eerste alinea, van voornoemde richtlijn uitgevoerd, al naar gelang de ambtenaar daaromtrent heeft besloten.

  • 2 Indien bij de controle, bedoeld in artikel 7c, eerste lid, onderdelen b en e, of bij de controle tijdens het vervoer van een zending vlees in het kader van de invoer of de doorvoer van deze zending wordt vermoed of geconstateerd dat niet wordt voldaan aan de voorschriften van de onderhavige regeling dan wel aan de van toepassing zijnde communautaire voorschriften, kan de ambtenaar, indien hij vermoedt dat niet wordt voldaan aan vorenbedoelde voorschriften, gelasten dat de zending overeenkomstig zijn aanwijzingen in tijdelijke afzondering wordt geplaatst, dan wel worden de maatregelen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van richtlijn 89/662/EEG uitgevoerd, al naar gelang de ambtenaar daaromtrent overeenkomstig de keuze van de afzender of diens gemachtigde heeft besloten.

  • 3 Een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt ter kennis gebracht van de afzender of diens gemachtigde met vermelding van de redenen. Desgevraagd geschiedt die kennisgeving schriftelijk, met vermelding van datum en uur waarop het besluit is genomen.

  • 4 Een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid laat onverlet het recht van de afzender van het vlees om, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, tweede lid, vierde alinea, van richtlijn 89/662/EEG, binnen een maand na de kennisgeving, bedoeld in het derde lid, het advies van een veterinair deskundige in te winnen, met dien verstande evenwel, dat de ambtenaar te allen tijde kan beslissen om de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onmiddellijk uit te voeren, indien zulks noodzakelijk is om redenen van gezondheidsbescherming.

  • 5 De kosten, die uit de in het eerste of het tweede lid bedoelde maatregelen voortvloeien komen voor rekening van de afzender van de zending vlees of diens gemachtigde, onderscheidenlijk van de ontvanger van de zending vlees of diens gemachtigde.

Artikel 7ea

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze paragraaf is van overeenkomstige toepassing op zendingen beenderen, hoornen en hoeven, afkomstig uit een lid-staat van de Europese Unie.

Paragraaf 5. De controle bij in- en doorvoer van vlees, beenderen, hoornen en hoeven afkomstig uit derde landen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7f

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De zending vlees, afkomstig uit een derde land, die rechtstreeks uit dat derde land in Nederland wordt in- of doorgevoerd, wordt aangevoerd via een erkende inspectiepost.

  • 2 De melding van de aanvoer van een partij vindt plaats aan de VWA overeenkomstig artikel 2 van verordening 136/2004/EG.

  • 3 Bij de aankomst op de inspectiepost wordt de ambtenaar door de belanghebbende bij de lading het op grond van de artikelen 3 tot en met 7a, voor de invoer en, onderscheidenlijk of, de doorvoer van vlees afkomstig uit derde landen voorgeschreven document ter beschikking gesteld.

  • 4 De zending wordt door de belanghebbende bij de lading bij aankomst op de erkende inspectiepost ter onderzoek aangeboden aan de ambtenaar.

  • 6 Voor de toepassing van de in het vijfde lid bedoelde artikelen moet worden gelezen:

    • a. het eerste derde land waarnaar de zending vlees wordt vervoerd, deze niet zal weigeren of terugzenden;

    • b. de ambtenaar, bedoeld in het tweede lid, vooraf toestemming heeft gegeven voor de doorvoer, en dient:

      • a. voor ‘keuringsdierenarts’: inspecteur;

      • b. voor ‘partij’: zending;

      • c. voor ‘producten’: vlees, beenderen, hoornen of hoeven.

  • 7 Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde zending is voldaan aan bijlage XI, hoofdstuk A, punt 15, van verordening 999/2001/EG.

Artikel 7g

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Terzake van een zending vlees die zich aan boord bevindt van een vliegtuig of schip dat bij vervoer tussen twee derde landen op Nederlands grondgebied lardt of aanlegt, overlegt de vervoerder aan de ambtenaar desgevraagd het document, bedoeld in artikel 7a.

  • 2 Indien de in het eerste lid bedoelde zending van het ene vliegtuig of schip in het andere wordt overgeladen, stelt de vervoerder de ambtenaar hiervan in kennis en overlegt hij hem desgevraagd het document, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Indien de in het eerste lid bedoelde zending tijdelijk wordt uitgeladen en opgeslagen op de desbetreffende luchthaven of haven, in afwachting van verzending naar een vooraf bepaald derde land, overlegt de vervoerder aan de ambtenaar, het in het eerste lid bedoelde document en biedt hij de zending aan hem ten onderzoek aan.

  • 4 In de in het eerste tot en met het derde lid bedoelde gevallen gaat de desbetreffende zending bij verzending naar het derde land vergezeld van het originele document, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 7h

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De zending vlees, afkomstig uit een derde land, welke via het grondgebied van een lid-staat naar Nederland is verzonden, gaat vergezeld van een gewaarmerkt afschrift als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van richtlijn 97/78/EG en van het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst, bedoeld in verordening 282/2004/EG.

Artikel 7i

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Bij de in- of doorvoer van een zending die door een derde land is geweigerd en vanuit het grondgebied van de Europese Gemeenschap naar het betrokken derde land is verzonden, wordt voldaan aan: artikel 7f, eerste, tweede en vierde lid; artikel 15, eerste lid, onderdeel a, van richtlijn 97/78/EG.

  • 3 Indien de in het eerste lid bedoeld zending naar het derde land is verzonden vanuit een lid-staat, heeft de Minister vooraf toestemming verleend voor het binnenbrengen van de producten en heeft de bevoegde autoriteit van de lidstaat die het in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, van richtlijn 97/78/EG bedoelde certificaat heeft afgegeven met de terugname van de partij ingestemd.

Artikel 7j

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Bij het vervoer op Nederlands grondgebied in het kader van doorvoer van een uit derde landen afkomstige zending vlees, die via het grondgebied van een lid-staat naar Nederland is verzonden, naar een derde land, moet de zending vergezeld gaan van het document, bedoeld in artikel 7a, en van een Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst als bedoeld in verordening 282/2004/EG, waarin is aangegeven langs welke grensinspectiepost als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel g, van richtlijn 97/78/EG de zending de Europese Gemeenschap verlaat.

  • 2 Het vervoer van de in het eerste lid bedoeld zending geschiedt onder douanetoezicht tot op de plaats waar het Nederlands grondgebied wordt verlaten in verzegelde voertuigen of verzegelde containers en zonder splitsing of, tenzij de zending overeenkomstig het derde lid wordt opgeslagen, lossing van de partij.

Artikel 7k

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1) Indien wordt vermoed of geconstateerd dat in de zending verwekkers van ziekten, zoönosen of andere aandoeningen aanwezig zijn of dat de zending afkomstig is uit een met een epidemische dierziekte besmet gebied, kan de Minister gelasten dat de zending overeenkomstig zijn aanwijzingen in tijdelijke afzondering wordt geplaatst, dan wel wordt de zending vernietigd of voor andere doeleinden gebruikt dan waarvoor ze zijn bestemd, al naar gelang de Minister daaromtrent heeft besloten en met inachtneming van diens aanwijzingen.

  • 2 Indien aan de hand van de op grond van deze regeling uitgevoerde controles wordt vastgesteld dat een voor Nederland of een lidstaat bestemde zending vlees niet voldoet aan de op grond van deze regeling voor het vlees gestelde voorschriften of dat een onregelmatigheid is begaan, besluit de Minister in overleg met de belanghebbende bij de lading:

    • a. dat de zending in ieder geval binnen 60 dagen nadat is geconstateerd dat niet aan de onderhavige regeling wordt voldaan vanuit de inspectiepost met hetzelfde vervoermiddel wordt teruggezonden naar een derde land indien veterinairrechtelijke of gezondheidsredenen zich daar niet tegen verzetten;

    • b. indien terugzending als bedoeld in onderdeel a onmogelijk is of de in dat onderdeel bedoelde termijn is verstreken, dat de zending wordt vernietigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 17, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 97/78/EG;

    • c. dat de zending voor andere doeleinden dan de menselijke consumptie wordt gebruikt.

  • 3 Indien een zending in Nederland is gebracht zonder dat, voorzover van toepassing, de zending is onderworpen aan de in artikel 7f bedoelde controles, besluit de Minister dat de zending overeenkomstig het tweede lid, onderdeel b, wordt vernietigd of wordt teruggezonden naar een derde land indien veterinairrechtelijke of gezondheidsredenen zich daar niet tegen verzetten.

  • 4 In afwachting van de terugzending of de vernietiging van een zending als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid wordt de zending onder toezicht van de ambtenaar in tijdelijke afzondering geplaatst en opgeslagen.

  • 5 Alle kosten die in verband met de in dit artikel bedoelde maatregelen worden gemaakt, komen ten laste van de belanghebbende bij de lading.

Artikel 7l

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 2 Vlees als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdelen e en f, van richtlijn 97/78/EG wordt aangevoerd via een erkende inspectiepost.

  • 3 Tenzij met de Minister anders is overeengekomen, geeft de belanghebbende bij de lading van de aanvoer als bedoeld in het tweede lid tenminste 24 uur voor de aankomst schriftelijk kennis aan de VWA.

Artikel 7m

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze paragraaf is van overeenkomstige toepassing op zendingen beenderen, hoornen en hoeven, afkomstig uit een derde land, met dien verstande dat waar in artikel 7f, derde lid, wordt verwezen naar de artikelen 3 tot en met 7a, voor de toepassing van dit artikel slechts wordt verwezen naar de artikelen 4c en 7a.

Artikel 7n

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 10 van verordening 136/2004/EG.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De Minister kan ontheffing verlenen van het in artikel 1a gestelde verbod.

  • 2 Aan een ontheffing, bedoeld in het eerste lid, kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 8a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De regeling is niet van toepassing op beenderen, daaronder begrepen gebroken of gemalen beenderen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Een wijziging van een of meer onderdelen van de in deze regeling genoemde richtlijnen treedt voor de toepassing van de artikelen uit deze regeling, waarin naar die onderdelen wordt verwezen, in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijnen uitvoering moet zijn gegeven.

  • 2 De Minister doet van een wijzigingsrichtlijn als bedoeld in het eerste lid mededeling in de Staatscourant.

Artikel 9a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling is niet van toepassing op:

  • a. gehakt, vlees in stukken van minder dan 100 gram en vleesbereidingen als bedoeld in Richtlijn nr. 88/657/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 1988 tot vaststelling van de eisen voor de productie van en het handelsverkeer in gehakt, vlees in stukken van minder dan 100 gram en vleesbereidingen en tot wijziging van de Richtlijnen 64/433/EEG, 71/118/EEG en 72/462/EEG (PbEG L 382);

  • b. gehakt vlees en vleesbereidingen als bedoeld in Richtlijn nr. 94/65/EG van de Raad van de Europese Unie van 14 december 1994 tot vaststelling van voorschriften voor de productie en het in de handel brengen van gehakt vlees en vleesbereidingen (PbEG L 368), niet zijnde gehakt vlees als bedoeld in artikel 9.15, tweede lid, van de Regeling keuring en handel dierlijke producten;

  • c. vlees als bedoeld in artikel 1 van verordening (EG) nr. 745/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 april 2004 tot vaststelling van maatregelen betreffende de invoer van producten van dierlijke oorsprong voor persoonlijke consumptie (PbEU L 122), voor zover door reizigers in de Europese Gemeenschap binnengebracht of aan particulieren in de Europese Gemeenschap toegezonden.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De Beschikking invoer vlees (Stcrt. 1964, 146) en de Beschikking invoer vlees uit Zuid-Amerika (Stcrt. 1977, 179) worden ingetrokken.

  • 2 Deze regeling kan worden aangehaald als:

    Regeling in- en doorvoer vlees 1979 en treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 3 januari 1979

De

Minister

van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De

secretaris-generaal

,

Van Setten

Bijlage [Red: Door vernummering vervallen]

[Regeling vervallen per 01-01-2006]