Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet)

[Regeling vervallen per 31-08-2005.]
Geraadpleegd op 26-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 29-01-1997.
Geldend van 29-01-1997 t/m 30-08-2005

Besluit van 1 oktober 1979, inzake verpakkingen en gebruiksartikelen

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 21 juni 1979, DG Vgz/VA, nr. 146454, van Onze Minister van Landbouw en Visserij en van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Th. M. Hazekamp;

Overwegende, dat het gewenst is, zulks mede ter uitvoering van de beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 31 augustus 1973 betreffende de vervaardiging, het verhandelen en het gebruik van voorwerpen en stoffen, bestemd om in aanraking te worden gebracht met voedingswaren en stoffen, M(73/17) (Benelux publikatieblad 1973-4) en van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 november 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (76/893/EEG) (Pb. E.G. L 340), met betrekking tot verpakkingen en gebruiksartikelen een regeling vast te stellen;

Gelet op de artikelen 1, 14, 14a, 16 en 16a van de Warenwet (Stb. 1935, 793);

Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet van 21 januari 1974, nr. 11929 (17) 15;

De Raad van State gehoord (advies van 25 juli 1979, nr. 19);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 6 september 1979, DG Vgz/VA, nr. 146897, van Onze Minister van Landbouw en Visserij en van voornoemde Staatssecretaris van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 31-08-2005]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder

  • a. verpakkingen: artikelen die

    • 1°. worden gebruikt voor het verpakken, het anderszins geheel of gedeeltelijk omhullen dan wel het op enige wijze aanbieden van eet- of drinkwaren, hetzij in rechtstreekse aanraking met die waren, hetzij zodanig dat onder normale omstandigheden stoffen aan die waren kunnen worden afgegeven;

    • 2°. zijn bestemd voor gebruik overeenkomstig het onder 1° bepaalde;

  • b. gebruiksartikelen: gebruiksartikelen, bedoeld in artikel 1 van de Warenwet, die

    • 1°. worden gebruikt in rechtstreekse aanraking met eet- of drinkwaren;

    • 2°. zijn bestemd voor gebruik overeenkomstig het onder 1° bepaalde.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 31-08-2005]

  • 1 Verpakkingen en gebruiksartikelen moeten voldoen aan de volgende eisen:

    • a. zij moeten zijn vervaardigd uit materialen die op grond van hun uit het oogpunt van volksgezondheid goede hoedanigheid zijn aangewezen door Onze Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Economische Zaken tezamen zulks onder het stellen van regelen omtrent de stoffen, waaruit die materialen zijn vervaardigd;

    • b. zij mogen niet zijn vervaardigd uit één of meer grond- en hulpstoffen zodanig dat zij uit het oogpunt van volksgezondheid gevaar opleveren of kunnen opleveren;

    • c. zij mogen niet zodanige hoeveelheden stoffen aan eet- of drinkwaren afgeven of kunnen afgeven, dat die waren gevaar opleveren of kunnen opleveren voor de volksgezondheid dan wel op onaanvaardbare wijze veranderen voor wat betreft de samenstelling, geur, smaak, kleur en consistentie;

    • d. zij moeten zich in zindelijke staat bevinden.

  • 2 De eisen, bedoeld in het eerste lid, zijn eveneens van toepassing op eet- en drinkgerei en artikelen, bestemd om te worden gebruikt voor het voeden van zuigelingen en kleuters, alsmede op artikelen die worden gebruikt of zijn bestemd voor het verpakken van waren als bedoeld onder 1° en 15° van het Besluit van 26 maart 1921 (Stb. 638).

  • 3 Onverminderd het in het eerste lid, onder c, bepaalde worden stoffen, afkomstig van de in het eerste lid, onder a, bedoelde materialen niet gerekend tot

    • - de in eet- of drinkwaren aanwezige stoffen voor zover deze aan die waren zijn afgegeven door een verpakking bedoeld in artikel 1, onder a, 1°, een gebruiksartikel, bedoeld in artikel 1, onder b, 1°, of eet- en drinkgerei,

    • - de in de waren als bedoeld onder 1° en 15° van het Besluit van 26 maart 1921 (Stb. 638), aanwezige stoffen voor zover deze aan die waren zijn afgegeven door de artikelen gebruikt voor het verpakken daarvan.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 31-08-2005]

  • 1 Verpakkingen als bedoeld in artikel 1, onder a, 2°, of gebruiksartikelen als bedoeld in artikel 1, onder b, 2°, moeten zijn voorzien van de volgende aanduidingen:

    • a. hetzij de aanduiding "voor levensmiddelen" of "voor eet- en drinkwaren",

      • - hetzij een aanduiding, aangevende het gebruik, zoals "wijnfles", "soeplepel" of "koffiemachine",

      • - hetzij een door Onze Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Economische Zaken te zamen vastgesteld symbool, alsmede

    • b.

      • - hetzij de naam of de handelsnaam en het adres of de plaats van vestiging,

      • - hetzij het handelsmerk,

    van de fabrikant of de verwerker dan wel van een verkoper die is gevestigd binnen het gebied, waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap dan wel de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is.

  • 2 Verpakkingen of gebruiksartikelen, bedoeld in het eerste lid, moeten indien bij het gebruik daarvan bijzondere voorwaarden in acht moeten worden genomen, zijn voorzien van een gebruiksaanwijzing, gesteld in de Nederlandse taal.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 31-08-2005]

  • 1 De in artikel 3, eerste en tweede lid, bedoelde aanduidingen moeten goed zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar zijn aangebracht

    • - hetzij op de verpakking of het gebruiksartikel,

    • - hetzij op een op de verpakking of het gebruiksartikel aangebracht etiket,

    • - hetzij, ingeval zij zijn verpakt, op het voorwerp waarin zij zijn verpakt dan wel op een daarop aangebracht etiket.

  • 2 Indien verpakkingen of gebruiksartikelen kennelijk bestemd zijn om aan particulieren te worden afgeleverd, mag het aanbrengen, bedoeld in het eerste lid, geschieden op een bord dat duidelijk zichtbaar is voor de koper en dat zich bevindt in de onmiddellijke nabijheid van de verpakking onderscheidenlijk het gebruiksartikel;

    de aanduiding, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, mag alleen op deze wijze worden aangegeven, indien om technische redenen de aanduiding op de verpakking, het gebruiksartikel of het etiket niet kan worden aangebracht.

  • 3 Indien verpakkingen of gebruiksartikelen kennelijk bestemd zijn om aan anderen dan particulieren te worden afgeleverd, mag het aanbrengen, bedoeld in het eerste lid, geschieden op de begeleidende bescheiden.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 31-08-2005]

  • 2 Voor de beoordeling of de waren in dit besluit bedoeld voldoen aan de bij of krachtens dit besluit gestelde eisen moet worden gebruik gemaakt van de ter zake door Onze Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Economische Zaken tezamen vastgestelde onderzoekingsmethoden.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 31-08-2005]

Dit besluit is niet van toepassing op

  • a. verpakkingen uitsluitend bestaande uit eetwaar;

  • b. op de korst van kaas aangebrachte bedekkingsmiddelen die niet van de korst kunnen worden gescheiden;

  • c. op vleeswaren of fruit aangebrachte bedekkingsmiddelen die niet hiervan kunnen worden gescheiden;

  • d. natuurprodukten die als zodanig worden gebruikt als verpakking of bestemd zijn voor dat gebruik;

  • e. antiquiteiten.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 31-08-2005]

  • 1 Dit besluit kan worden aangehaald als Verpakkingen- en gebruiksartikelenbesluit (Warenwet).

  • 2 Het treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 1 oktober 1979

Juliana

De Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne,

L. Ginjaar

De Minister van Landbouw en Visserij,

Van der Stee

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Th. M. Hazekamp

Uitgegeven de vijfentwintigste oktober 1979

De Minister van Justitie,

J. de Ruiter