Besluit van 17 mei 1984, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur
ter uitvoering van de Wet afbreking zwangerschap
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 3 augustus
1983, nr. 184458, DG/Vgz/GBO/MBO;
Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, 6, eerste lid, onder b en c, 11, vierde lid, en 13 van de Wet afbreking zwangerschap (Stb. 1981, 257);
Gezien de adviezen van de Centrale Raad voor de Volksgezondheid, van de Gezondheidsraad
en van de Emancipatieraad;
De Raad van State gehoord (advies van 22 december 1983, nr. W13.83.0417/33.3.51);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
van 14 mei 1984, DG Vgz/GBO/MBO, nr. 70 034;
Hebben goedgevonden en verstaan: