Besluit voorkeursrecht gemeenten

[Regeling vervallen per 01-07-2010.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2007.
Geldend van 01-07-2007 t/m 30-06-2008

Besluit van 26 oktober 1984, ter uitvoering van de Wet voorkeursrecht gemeenten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 7 december 1983, no. MJZ 07D3002, Centrale Directie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 28 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Stb. 1981, 236);

De Raad van State gehoord, advies van 15 oktober 1984, no. W08.83.0657/13.4.42;

Gezien het nader rapport van voornoemde Staatssecretaris van 24 oktober 1984, no. MJZ 2404010, Centrale Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Hoofdstuk II. Aanwijzing van gronden

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

  • 1 Het raadsbesluit en het voorstel van burgemeester en wethouders vermelden ten aanzien van de aangewezen gronden:

    • a. de kadastrale aanduidingen, bestaande uit achtereenvolgens de naam der kadastrale gemeente, de aanduiding der sectie en het perceelnummer van de in de aanwijzing opgenomen percelen in numerieke volgorde geplaatst;

    • b. de grootte volgens de registers van het kadaster van elk der in de aanwijzing opgenomen percelen en indien een gedeelte van een perceel in de aanwijzing is opgenomen, de grootte van dat gedeelte;

    • c. de namen volgens de registers van het kadaster van de eigenaren van de in de aanwijzing opgenomen percelen en perceelsgedeelten en van de rechthebbenden op de daarop rustende zakelijke rechten;

    een en ander bestaande op een in het raadsbesluit of het voorstel van burgemeester en wethouders aangegeven tijdstip.

  • 2 Het raadsbesluit en het voorstel van burgemeester en wethouders vermelden tevens ten aanzien van elk tot de aangewezen gronden behorend perceel of perceelsgedeelte de planologische grondslag waarop het besluit of het voorstel berust, alsmede voor zover nodig de geldingsduur.

  • 3 Het raadsbesluit en het voorstel van burgemeester en wethouders vermelden voorts of, en zo ja, wanneer en op welke grondslag het perceel eerder was aangewezen alsmede het tijdstip waarop het bevoegd gezag de vorige aanwijzing heeft doen vervallen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

  • 1 De kadastrale kaart bedoeld in artikel 2, derde lid, van de wet wordt ingericht met inachtneming van de volgende voorschriften:

    • a. de kaart wordt vervaardigd op een schaal van tenminste 1 op 2500, waarop de kadastrale indeling van het gebied waarin zich aangewezen gronden bevinden is aangegeven;

    • b. de aangewezen gronden worden met een duidelijke ononderbroken lijn of arcering op de kaart aangegeven;

    • c. uit de kaart moet de kadastrale sectie-indeling blijken door middel van een onderbroken lijn;

    • d. uit de kaart moet de aansluiting van de aangewezen gronden aan het daaromheen gelegen gebied blijken;

    • e. op de kaart wordt aangegeven een noordpijl, alsmede de naam van de gemeente en in geval van afwijking tevens de naam van de kadastrale gemeente.

  • 2 De kaart moet op duidelijke en overzichtelijke wijze worden uitgevoerd, teneinde voor een ieder toegankelijk te zijn. Hij moet voorts van duurzaam materiaal vervaardigd worden en goed vermenigvuldigbaar zijn.

Hoofdstuk III. Kennisgeving van de aanwijzing

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

De kennisgeving overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van de wet aan de in het raadsbesluit of het voorstel van burgemeester en wethouders vermelde eigenaren en beperkt gerechtigden, gaat vergezeld van een afschrift van het raadsbesluit onderscheidenlijk het voorstel van burgemeester en wethouders dan wel een uittreksel daaruit met de voor de geadresseerde eigenaar of beperkt gerechtigde van belang zijnde gegevens en van een mededeling omtrent het bestaan en het doel van de registratie, bedoeld in hoofdstuk IV.

Hoofdstuk V. Verzending

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Alle schriftelijke mededelingen of kennisgevingen aan of van de verkoper, in de wet voorzien, worden gedaan bij aangetekende brief of tegen bericht van ontvangst.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

  • 1 Gedeputeerde Staten zenden aan burgemeester en wethouders afschrift van een verzoek om ontheffing, als bedoeld in artikel 14 van de wet.

  • 2 Gedeputeerde Staten zenden aan burgemeester en wethouders terstond bericht indien tegen een door hen op grond van de wet genomen besluit bij hen een bezwaarschrift is ingediend, dan wel bij de rechtbank of bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State - in hoger beroep - een beroepschrift. Van de desbetreffende uitspraak zenden zij burgemeester en wethouders eveneens terstond bericht.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

  • 2 Indien de verkoper met toepassing van artikel 17, tweede lid, van de wet de rechtbank verzoekt om een oordeel over de prijs te geven, zendt hij tegelijkertijd een afschrift van zijn verzoek aan burgemeester en wethouders.

  • 3 Indien burgemeester en wethouders ingevolge artikel 17, derde lid, van de wet de verkoper berichten dat de gemeente alsnog van de aankoop afziet, zenden zij tegelijkertijd een afschrift van dat bericht aan de rechtbank.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

De toezending van een exemplaar van het advies, bedoeld in artikel 16, vierde lid, van de wet aan ieder van beide partijen geschiedt onder dezelfde dagtekening als de nederlegging daarvan ter griffie van de rechtbank.

Hoofdstuk VI. Slotbepaling

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

  • 2 Het kan worden aangehaald als "Besluit voorkeursrecht gemeenten".

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage , 26 oktober 1984

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

G. Ph. Brokx

Uitgegeven de zevenentwintigste november 1984

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Bijlage Formulieren A tot en met E behoren bij Koninklijk besluit van 26 oktober 1984, Stb. 543

[Regeling vervallen per 01-07-2010]

[Red: Vervallen.]