Wijzigingswet Pensioen- en spaarfondsenwet (gelijke behandeling van slapers en gepensioneerden)

Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-1992.
Geldend van 01-01-1992 t/m heden

Wet van 23 augustus 1991, tot wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet (gelijke behandeling van slapers en gepensioneerden)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is op korte termijn wettelijke maatregelen te nemen teneinde te waarborgen dat degenen met premievrije aanspraken op ouderdomspensioen alsmede de daarvan afgeleide aanspraken en rechten bij het verlenen van toeslagen gelijk worden behandeld als de gepensioneerden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II. Overgangsbepaling

De statuten, reglementen en overeenkomsten van de instellingen die bij de uitvoering van pensioenaanspraken zijn betrokken, moeten binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan het in deze wet bepaalde voldoen.

Artikel III

  • 1 Deze wet treedt in werking met ingang van het tweede kalenderkwartaal na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet stelt Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek in naar de wijze waarop de bepalingen van deze wet zijn toegepast. In dat onderzoek wordt in ieder geval betrokken het niveau van de verleende toeslagen, bedoeld in artikel 8, zevende en achtste lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet. Het verslag van het onderzoek wordt aan de Staten-Generaal gezonden.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 23 augustus 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

E. ter Veld

Uitgegeven de tiende september 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin