Wijzigingswet Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

Geraadpleegd op 21-11-2024.
Geldend van 16-03-1992 t/m heden

Wet van 19 december 1991, houdende aanpassing van de wetgeving aan de twaalfde richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wet moet worden aangepast aan de twaalfde richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 inzake het vennootschapsrecht betreffende eenpersoonsvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (Pb EG L395/40 van 30 december 1989) en aan artikel 11 van de elfde richtlijn van de Raad van 21 december 1989 betreffende de openbaarmakingsplicht voor in een Lid-Staat opgerichte bijkantoren van vennootschappen die onder het recht van een andere staat vallen (Pb EG L395/36 van 30 december 1989);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

  • 1 De houder van aandelen aan toonder die op het tijdstip van het in werking treden van deze wet alle aandelen houdt in het kapitaal van een naamloze vennootschap, uitgezonderd de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, geeft hiervan schriftelijk kennis aan de vennootschap vóór 1 juli 1992. Indien de aandelen behoren tot een huwelijksgemeenschap wordt de vennootschap geacht een enkele aandeelhouder te hebben in de zin van dit artikel en rust op ieder van de deelgenoten de verplichting tot kennisgeving overeenkomstig de vorige zin.

  • 2 Indien op het tijdstip van het in werking treden van deze wet alle aandelen in het kapitaal van een naamloze of besloten vennootschap, uitgezonderd de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden door één aandeelhouder dan wel behoren tot een huwelijksgemeenschap, doet de vennootschap hiervan vóór 1 juli 1992 opgaaf ter inschrijving in het handelsregister, met vermelding van naam en woonplaats van de aandeelhouder onderscheidenlijk van een van de deelgenoten. Indien toepassing is gegeven aan het bepaalde in lid 1, doet de vennootschap de opgaaf binnen acht dagen na de in lid 1 bedoelde kennisgeving. De Kamer van Koophandel en Fabrieken schrijft de opgaaf voor 1 januari 1993 in het handelsregister in.

  • 3 Artikel 392 lid 1, zoals gewijzigd bij deze wet, is van toepassing op jaarrekeningen van de boekjaren die op of na 1 januari 1993 aanvangen.

Lasten en bevelen, dat deze wet in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 19 december 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie,

A. Kosto

Uitgegeven de eenendertigste december 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin