Wet van 1 juli 1992, houdende regelen met betrekking tot de verzelfstandiging van
de Verzekeringskamer
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is over te gaan tot de beheersmatige
verzelfstandiging van de Verzekeringskamer en dat in verband daarmee wijziging van
de Wet toezicht verzekeringsbedrijf, de Pensioen- en spaarfondsenwet, de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling en het treffen van enkele andere wettelijke voorzieningen noodzakelijk zijn;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: