Besluit van 23 februari 1993, tot wijziging van de regels betreffende tenuitvoerlegging
van gijzeling
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 2 maart 1992, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nr. 192564/92/6;
Overwegende dat het wenselijk is de regels betreffende de tenuitvoerlegging van gijzeling
te herzien;
Gelet op artikel 592 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 131 van de Gevangenismaatregel en artikel 28, vierde lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften,
Gezien het advies van de sectie gevangeniswezen van de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing
van 8 januari 1992,
De Raad van State gehoord (advies van 3 september 1992, nr. WO3.92 099),
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 12 februari 1993,
Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 307264/93/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: