Stb. 2008, 207, datum inwerkingtreding 18-06-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
Vrijstellingen en ontheffingen in periode voorbereidend hoger onderwijs v.w.o. en
h.a.v.o.
1 Het bevoegd gezag van een school voor v.w.o. of h.a.v.o. kan een leerling ontheffing
verlenen van het volgen van het onderwijs in het vak lichamelijke opvoeding indien
de leerling vanwege diens lichamelijke gesteldheid niet in staat is dit onderwijs
te volgen.
2 De leerling van een school voor v.w.o. die in het bezit is van het diploma h.a.v.o.
is vrijgesteld van het volgen van onderwijs in de volgende vakken van het gemeenschappelijk
deel: algemene natuurwetenschappen en maatschappijleer. Indien het betreft het atheneum
is deze leerling tevens vrijgesteld van het volgen van onderwijs in het vak culturele
en kunstzinnige vorming.
3 De leerling van een school voor v.w.o. die in het bezit is van het diploma h.a.v.o.
of het diploma v.m.b.o. in de theoretische leerweg en die in plaats van de vakken,
genoemd in artikel 26c, respectievelijk artikel 10 van de wet, of als extra vak examen
heeft afgelegd in één of meer vakken van artikel 26b, is vrijgesteld van het volgen
van onderwijs in dit vak respectievelijk deze vakken.
4 Het bevoegd gezag van een atheneum kan een leerling ontheffing verlenen van het volgen
van onderwijs in de taal genoemd in artikel 26b, eerste lid, onder c, in de volgende
gevallen:
-
a. de leerling heeft een stoornis die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke
stoornis die effect heeft op taal;
-
b. de leerling heeft een andere moedertaal dan de Nederlandse taal of de Friese taal;
-
c. de leerling volgt onderwijs in het profiel natuur en techniek of het profiel natuur
en gezondheid en het onderwijs in de taal verhindert naar verwachting een succesvolle
afronding van de opleiding.
5 Bij toepassing van het vierde lid, wordt de taal vervangen door een van de vakken
of programma-onderdelen, genoemd in artikel 26b, derde tot en met zesde lid, of in
het zevende lid, onder c of d, met een normatieve studielast van tenminste 440 uren,
ter keuze van de leerling, voor zover het bevoegd gezag deze als zodanig aanbiedt.
6 De leerling van een school voor h.a.v.o. die in het bezit is van het diploma v.m.b.o.
in de theoretische leerweg en die in plaats van de vakken, genoemd in artikel 10 van
de wet, of als extra vak examen heeft afgelegd in één of meer vakken van artikel 26c
of 26b, is vrijgesteld van het volgen van onderwijs in dit vak respectievelijk deze
vakken.
Stb. 2008, 207, datum inwerkingtreding 18-06-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
Vrijstellingen en ontheffingen in periode voorbereidend hoger onderwijs v.w.o. en
h.a.v.o.
1 Het bevoegd gezag van een school voor v.w.o. of h.a.v.o. kan een leerling ontheffing
verlenen van het volgen van het onderwijs in het vak lichamelijke opvoeding indien
de leerling vanwege diens lichamelijke gesteldheid niet in staat is dit onderwijs
te volgen.
2 De leerling van een school voor v.w.o. die in het bezit is van het diploma h.a.v.o.
is vrijgesteld van het volgen van onderwijs in de volgende vakken van het gemeenschappelijk
deel: algemene natuurwetenschappen en maatschappijleer. Indien het betreft het atheneum
is deze leerling tevens vrijgesteld van het volgen van onderwijs in het vak culturele
en kunstzinnige vorming.
3 De leerling van een school voor v.w.o. die in het bezit is van het diploma h.a.v.o.
of het diploma v.m.b.o. in de theoretische leerweg en die in plaats van de vakken,
genoemd in artikel 26c, respectievelijk artikel 10 van de wet, of als extra vak examen
heeft afgelegd in één of meer vakken van artikel 26b, is vrijgesteld van het volgen
van onderwijs in dit vak respectievelijk deze vakken.
4 Het bevoegd gezag van een atheneum kan een leerling ontheffing verlenen van het volgen
van onderwijs in de taal genoemd in artikel 26b, eerste lid, onder c, in de volgende
gevallen:
-
a. de leerling heeft een stoornis die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke
stoornis die effect heeft op taal;
-
b. de leerling heeft een andere moedertaal dan de Nederlandse taal of de Friese taal;
-
c. de leerling volgt onderwijs in het profiel natuur en techniek of het profiel natuur
en gezondheid en het onderwijs in de taal verhindert naar verwachting een succesvolle
afronding van de opleiding.
5 Bij toepassing van het vierde lid, wordt de taal vervangen door een van de vakken
of programma-onderdelen, genoemd in artikel 26b, derde tot en met zesde lid, of in
het zevende lid, onder c of d, met een normatieve studielast van tenminste 440 uren,
ter keuze van de leerling, voor zover het bevoegd gezag deze als zodanig aanbiedt.
6 De leerling van een school voor h.a.v.o. die in het bezit is van het diploma v.m.b.o.
in de theoretische leerweg en die in plaats van de vakken, genoemd in artikel 10 van
de wet, of als extra vak examen heeft afgelegd in één of meer vakken van artikel 26c
of 26b, is vrijgesteld van het volgen van onderwijs in dit vak respectievelijk deze
vakken.