U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 25-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-10-1993. Geldend van 20-10-1993 t/m 11-03-2009
Regeling standaard luchtverkeerscircuits
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Handelend in overeenstemming met de Minister van Defensie;
Gelet op de artikelen 10 en 27 van het Luchtverkeersreglement;
Besluit:
De bepalingen van deze regeling zijn van toepassing op luchtvaartuigen behorend tot het luchtvaartterreinverkeer van burgerluchtvaartterreinen waar geen luchtverkeersleiding wordt gegeven.
1 De onderdelen van het ingevolge artikel 27, eerste lid, onder b van het Luchtverkeersreglement door luchtvaartuigen te vliegen luchtverkeerscircuit, zoals aangegeven in de bij deze regeling behorende bijlage, worden achtereenvolgens benoemd:
a. Runway/start- en landingsbaan;
b. Take off leg/startbeen;
c. Crosswind leg/dwarswindbeen;
d. Downwind leg/rugwindbeen;
e. Base leg/basisbeen;
f. Final leg/eindnaderingsbeen.
2 Het luchtverkeerscircuit wordt gevlogen binnen een aan te wijzen luchtruimte van per start- en landingsbaan van een luchtvaartterrein vast te stellen afmetingen, hierna te noemen circuitgebied.
3 Een standaard circuitgebied, zoals aangegeven in de bij deze regeling behorende bijlage, strekt zich uit van het luchtvaartterreinniveau tot een hoogte (Above Aerodrome Level: afgekort AAL) van 300 m (1000 ft) daar boven.
4 De hoogte van het standaard luchtverkeerscircuit bedraagt 210 m (700 ft) AAL.
Het volgen, aanvliegen en verlaten van het standaardluchtverkeerscircuit alsmede het afbreken van de eindnadering geschiedt op de wijze zoals vermeld in de volgende artikelen en zoals aangegeven in de bij deze regeling behorende bijlage.
Binnen een luchtverkeerscircuit is het niet toegestaan een ander luchtvaartuig in te halen.
Het volgen van het standaardluchtverkeerscircuit geschiedt, met inachtneming van de bijlage bij deze regeling, op de volgende wijze:
a. Klim op het startbeen naar 210 m (700 ft) AAL. Om binnen het circuitgebied te blijven is een klimmende bocht naar het dwarswindbeen toegestaan.
b. Vlieg horizontaal op 210 m (700 ft) AAL.
c. Handhaaf op het rugwindbeen 210 m (700 ft) AAL.
d. Zet op het basisbeen de daling zodanig in dat de eindnadering kan worden ingezet op ten minste 91 m (300 ft) AAL.
e. Zet op het eindnaderingsbeen de eindnadering in.
Indien er aanleiding bestaat de eindnadering af te breken gaat de vlieger over in een stijgvlucht waarna hij op een veilige wijze weer het luchtverkeerscircuit volgt.
Bij het aanvliegen en invoegen worden de volgende voorschriften in acht genomen:
a. De invoegprocedure in het luchtverkeerscircuit wordt eerst uitgevoerd nadat de gezagvoerder kennis heeft genomen van de in het seinenvierkant uitgelegde grondtekens danwel overeenkomstige aanwijzingen heeft verkregen middels de havendienstradio.
b. De klim of daling naar circuithoogte geschiedt buiten het circuitgebied.
c. Het invoegen geschiedt op het rugwindbeen tegenover het midden van de landingsbaan. Het aanvliegen van deze invoegpositie geschiedt loodrecht op het rugwindbeen.
Het luchtverkeerscircuit wordt verlaten onder een hoek van 45° halverwege het dwarswindbeen. De klim of daling tot kruishoogte vindt plaats buiten het circuitgebied.
Indien en voor zover het overige circuitverkeer niet wordt gehinderd gelden de artikel 2, tweede lid, en 3 tot en met 8 niet ingeval van:
a. afwijkende voorschriften, die zijn gegeven op grond van plaatselijke omstandigheden;
b. vluchten verband houdende met het aanhaken, respectievelijk afwerpen van een reclame sleepnet, wat betreft de fase direct volgend op het aanhaken en direct voorafgaande aan het afwerpen;
c. spuitvluchten met een beladen landbouwvliegtuig, wat betreft de start en het verlaten van het luchtverkeercircuit, alsmede het bespuiten van terreinen gelegen in het circuit gebied;
d. gesimuleerde nood- en voorzorgslandingen.
De regeling van de Directeur-generaal van de Rijksluchtvaartdienst van 1 september 1982/nr. LVB/L24146, Stcrt. 1982/171 wordt ingetrokken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling standaard luchtverkeerscircuits.
's-Gravenhage, 11 oktober 1993
Minister
J. R. H. Maij-Weggen
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling standaard luchtverkeerscircuits", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.