Regels betreffende het begrip vakantie en de periode van vakantie met behoud van recht op uitkering

[Regeling vervallen per 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 28-11-2024.
Geldend van 01-03-1994 t/m 31-12-2013

Regels betreffende het begrip vakantie en de periode van vakantie met behoud van recht op uitkering

De minister van onderwijs en wetenschappen,Mede namens de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij,

Gelet op artikel 5, zesde lid, en artikel 13, vierde lid, Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel;

In overeenstemming met de Sector Commissie Onderwijs en Wetenschappen;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Het begrip vakantie genieten

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Van vakantie genieten in de zin van artikel 5, eerste lid onderdeel j, van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, is sprake, indien:

  • a. betrokkene verklaart vakantie te genieten;

  • b. betrokkene niet verklaart vakantie te genieten, maar daarvan, gelet op de feitelijke omstandigheden, kennelijk sprake is.

Hoofdstuk 2. Vakantie genieten met behoud van recht op uitkering

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 De betrokkene kan per kalenderjaar gedurende vier weken vakantie genieten met behoud van zijn recht op uitkering ingevolge het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel.

  • 2 Voor de betrokkene die werkloos wordt in de loop van een kalenderjaar, geldt gedurende het kalenderjaar waarin hij werkloos is geworden een periode van zes weken.

  • 3 In afwijking van het eerste en tweede lid geldt een periode van 8 weken voor de betrokkene van buitenlandse afkomst die zijn volledige vakantie geniet in het land van herkomst.

  • 4 Het eerste lid is niet van toepassing op de betrokkene die:

    • a. 57,5 jaar en ouder is; of

    • b. valt onder een sociaal plan waarover overeenstemming is bereikt met de centrales van overheids- en onderwijspersoneel.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Op het aantal weken, als bedoeld in artikel 2, wordt in mindering gebracht:

  • a. het aantal hele weken waarin de betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar in dienstbetrekking heeft gestaan, gedeeld door 13;

  • b. het aantal weken waarin de betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar vakantie heeft genoten met behoud van zijn recht op uitkering ingevolge het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Het aantal weken, berekend volgens de voorgaande artikelen, wordt afgerond op een cijfer achter de komma.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

In de periode waarin betrokkene, met inachtneming van de voorschriften, als bedoeld in artikel 12, eerste lid onderdeel h, van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, vakantie geniet, maakt het uitvoeringsorgaan geen gebruik van de bevoegdheden, genoemd in artikel 13, eerste en tweede lid, van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Het bepaalde in het vorige artikel is niet van toepassing:

  • -

    a. op de verplichtingen genoemd in artikel 11 van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel;

  • -

    b. op een recht op uitkering dat ontstaat dan wel herleeft tijdens de periode waarin de betrokkene vakantie geniet.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 1994.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regels betreffende het begrip vakantie en de periode van vakantie met behoud van recht op uitkering.

De

minister

van onderwijs en wetenschappen;

dr. ir. J.M.M. Ritzen