In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a. cadmium: het chemisch element cadmium of het cadmium in cadmiumverbindingen;
-
b. verwerken van cadmium: elk industrieel proces waarbij cadmium of cadmium bevattende
stoffen worden geproduceerd, omgezet of gebruikt, of waarbij cadmium of cadmium bevattende
stoffen vrijkomen;
-
c. bestaand bedrijf: bedrijf dat cadmium verwerkt, dat op 24 oktober 1983 in werking
is en waarvan de capaciteit voor het verwerken van cadmium na 24 oktober 1983 niet
aanzienlijk is uitgebreid;
-
d. nieuw bedrijf: bedrijf dat cadmium verwerkt en geen bestaand bedrijf is;
-
e. bijlage I: bij deze regeling behorende bijlage I;
-
f. bijlage II: bij deze regeling behorende bijlage II.
Voor een nieuw bedrijf gelden, als de hoogst toelaatbare gewichtshoeveelheid en concentratie
cadmium voorkomend in afvalwater dat in oppervlaktewateren wordt gebracht, de grenswaarden
die overeenkomen met de waarden die het resultaat zijn van toepassing van de beste
bestaande technieken, met dien verstande dat voor een nieuw bedrijf behorende tot
een van de in bijlage I vermelde bedrijfstakken, die gewichtshoeveelheid en concentratie
in ieder geval niet hoger is dan de in die bijlage opgenomen grenswaarde de op de
betrokken bedrijfstak van toepassing is.
Voor een bestaand bedrijf gelden als de hoogst toelaatbare gewichtshoeveelheid en
concentratie cadmium voorkomend in afvalwater dat in oppervlaktewateren wordt gebracht:
-
a. . indien dat bedrijf behoort tot een van de in bijlage I genoemde bedrijfstakken:
de in die bijlage voor die bedrijfstak opgenomen grenswaarde;
-
b. indien dat bedrijf niet behoort tot een in bijlage I genoemde bedrijfstak: de grenswaarden
die overeenkomen met de waarden die het resultaat zijn van de toepassing van de beste
bestaande technieken.
De wijze van meting van de gewichtshoeveelheid en concentratie cadmium, bedoeld in
de artikelen 2 en 3, dient ten minste te voldoen aan de in bijlage II daaraan gestelde
eisen.
De regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 2 augustus 1985, houdende regelen met betrekking tot grenswaarden voor cadmium
(Stb. 455) wordt ingetrokken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling grenswaarden voor cadmium in afvalwater.
Bijlage I. Bijlage I behorende bij de artikelen 2 en 3 van de Regeling grenswaarden
voor cadmium in afvalwater
bedrijfstak
|
grenswaarden
|
|
gewicht (g/kg)
|
concentratie (mg/l)
|
1. winning van zink, raffinage van lood en zink en de fabricage van non-ferrometalen
en van metallisch cadmium
|
-
|
0,2
|
2. fabricage van cadmiumverbindingen
|
0,5
|
0,2
|
3. fabricage van pigmenten
|
0,3
|
0,2
|
4. fabricage van stabilisatoren
|
0,5
|
0,2
|
5. fabricage van primaire en secundaire batterijen
|
1,5
|
0,2
|
6. galvanotechniek
|
0,3
|
0,2
|
a. Voor de onder 2 tot en met 6 genoemde bedrijfstakken worden de grenswaarden voor
lozing van cadmium uitgedrukt in gram cadmium per kilogram verwerkt cadmium. Indien
de hoeveelheid verwerkt cadmium niet kan worden bepaald, wordt uitgegaan van de hoeveelheid
cadmium indien het bedrijf kan worden verwerkt. b. De grenswaarden gelden op het punt
waar het cadmium bevattende afvalwater het bedrijfsterrein verlaat. Alle afvalstromen
die verontreinigd kunnen zijn met cadmium, dienen bij de beoordeling of aan de grenswaarden
wordt voldaan, betrokken te zijn. c. De grenswaarden geven de hoogst toelaatbare gewichtshoeveelheid
en concentratie cadmium aan, die gemiddeld per maand mag worden geloosd. Daarbij geldt
dat de hoogst toelaatbare gewichtshoeveelheid en concentratie op één dag ten hoogste
twee maal de in de tabel aangegeven waarden mag bedragen.
b. De grenswaarden gelden op het punt waar het cadmium bevattende afvalwater het bedrijfsterrein
verlaat. Alle afvalstromen die verontreinigd kunnen zijn met cadmium, dienen bij de
beoordeling of aan de grenswaarden wordt voldaan, betrokken te zijn. c. De grenswaarden
geven de hoogst toelaatbare gewichtshoeveelheid en concentratie cadmium aan, die gemiddeld
per maand mag worden geloosd. Daarbij geldt dat de hoogst toelaatbare gewichtshoeveelheid
en concentratie op één dag ten hoogste twee maal de in de tabel aangegeven waarden
mag bedragen.
Vereisten waaraan de wijze van meting van de gewichtshoeveelheid en concentratie cadmium,
bedoeld in de artikelen 2 en 3, ten minste dient te voldoen.
1. Het nemen van monsters en het meten van het lozingsdebiet geschiedt op het punt
waar het cadmium bevattende afvalwater het terrein van het betrokken bedrijf verlaat.
Het nemen van monsters en het meten van het lozingsdebiet mag geschieden op een punt
dat ligt vóór het punt waar de grenswaarden gelden, indien al het van het bedrijf
afkomstige water dat met de betrokken stof verontreinigd kan zijn bij die metingen
in aanmerking wordt genomen en indien uit regelmatige controlemetingen blijkt dat
de metingen een goed beeld geven van de hoeveelheden die worden geloosd op het punt
waar de grenswaarden gelden of altijd een hogere uitkomst geven.
2. Voor de meting van de geloosde hoeveelheid afvalwater (in m3/dag) wordt een methode
gehanteerd, waarvan de onnauwkeurigheid in de debietmeting kleiner is dan 10%. Dit
kan door ijking worden vastgesteld.
3. De bemonstering van het afvalwater wordt zodanig uitgevoerd dat een monster wordt
verkregen dat representatief is voor de geloosde totale hoeveelheid afvalwater gedurende
24 uur.
4. De frequentie van meting en bemonstering is zodanig dat een representatief beeld
wordt verkregen van de concentratie en van de totale hoeveelheid cadmium die gedurende
een maand wordt geloosd.
5. Het monster wordt in behandeling genomen zonder dat daaruit bezinkbare of opdrijvende
bestanddelen zijn verwijderd.
De referentiemethode voor het meten van cadmium is de atomaire absorptiespectrometrie,
toegepast na een passende conservering en voorbehandeling van het monster. Daarbij
wordt voor cadmiumconcentraties lager dan 0,05 mg/l gebruik gemaakt van de grafietoventechniek,
voor cadmiumconcentraties vanaf 0,05 mg/l wordt de vlamtechniek toegepast. De analyse
moet zodanig worden uitgevoerd dat wordt voldaan aan de volgende eisen ten aanzien
van de precisie en de systematische afwijking:
a. de precisie: tweemaal de waarde van de standaardafwijking van een serie meetuitkomsten
is kleiner dan, of gelijk aan 20%. (*)
b. de systematische afwijking: het verschil tussen de werkelijke waarde en de waarde
van het rekenkundig gemiddelde van een serie meetuitkomsten is kleiner dan, of gelijk
aan 20%. (*)
Voor de vaststelling van de precisie en de systematische afwijking van de toegepaste
meetmethode wordt gebruik gemaakt van een oplossing waarin cadmium voorkomt in nauwkeurig
bekende concentraties die ten hoogste 10% mogen afwijken van 0,1 mg/l cadmium bij
toepassing van de vlamtechniek en van 0,001 mg/l bij toepassing van de grafietoventechniek.
De serie meetuitkomsten als bedoeld onder a. en b. bestaat uit ten minste 10 enkelvoudige meetuitkomsten. Deze meetuitkomsten worden
verkregen uit metingen, verricht door dezelfde waarnemer, met dezelfde middelen en
dezelfde hulpstoffen, onder zoveel mogelijk gelijke omstandigheden.