Wet van 23 juni 1994, tot wijziging van de Wet bedreigde uitheemse diersoorten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet bedreigde uitheemse
diersoorten te wijzigen teneinde volledig uitvoering te kunnen geven aan de Overeenkomst
inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten
(Trb. 1975, 23) en aan verordening (EEG) nr. 3626/82 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 december 1982 betreffende de toepassing
in de Gemeenschap van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde
in het wild levende dier- en plantesoorten (PbEGL 384), alsmede teneinde toekomstige internationale regelen op het gebied van de in
het bezit van en de handel in bedreigde dier- en plantesoorten eenvoudig te kunnen
uitvoeren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: