Wet van 26 januari 1995, tot vaststelling en invoering van titel 15 (Het luchtvaartuig)
van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is titel 15 van Boek 8 van
het Burgerlijk Wetboek vast te stellen en in verband daarmee de Wet teboekgestelde
Luchtvaartuigen in te trekken en wijzigingen aan te brengen in het Burgerlijk Wetboek,
het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht, alsmede in enige andere wetten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: