Besluit explosieveilig materieel

[Regeling vervallen per 20-04-2016.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 23-12-1998.
Geldend van 23-12-1998 t/m 31-08-2003

Besluit van 1 augustus 1995, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 februari 1995, Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden, Nr. WBJA/95/0003;

Gelet op richtlijn nr. 94/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (PbEG L 100);

Gelet op de artikelen 1, eerste lid, onderdelen a en b, 2, 3, eerste en tweede lid, 6, 12, derde lid, en 25a van de Wet op de gevaarlijke werktuigen;

De Raad van State gehoord (advies van 19 april 1995, kenmerk W12.95.0059);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 juli 1995, Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden, Nr. WBJA/W2/95/0867;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

In dit besluit en de daarop gebaseerde bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. wet: Wet op de gevaarlijke werktuigen;

  • b. apparaten: machines, materieel, vaste of mobiele inrichtingen, bedieningsorganen en instrumenten alsmede detectie- en preventiesystemen die, alleen of in combinatie, bestemd zijn voor produktie, transport, opslag, meting, regeling, energieomzetting of grondstoffenverwerking en die door hun inherente potentiële ontstekingsbronnen in een explosieve atmosfeer een explosie kunnen veroorzaken;

  • c. apparaten van groep I: apparaten, bedoeld voor ondergrondse werkzaamheden in mijnen en in bovengrondse mijninstallaties, waar ten gevolge van mijngas of brandbaar stof gevaar heerst of kan heersen;

  • d. apparaten van groep II: apparaten, bedoeld voor gebruik op andere plaatsen dan genoemd onder c, waar ten gevolge van de explosieve atmosfeer gevaar kan heersen;

  • e. beveiligingssystemen: inrichtingen, niet zijnde componenten van de onder b tot en met d omschreven apparaten, die de functie hebben beginnende explosies onmiddellijk te stoppen of de door een explosie getroffen zone te beperken en die afzonderlijk in de handel worden gebracht als systemen met autonome functies;

  • f. componenten: onderdelen van apparaten en beveiligingssystemen die essentieel zijn voor de veilige werking maar geen autonome functie hebben;

  • g. voorzieningen: veiligheids-, controle- en regelvoorzieningen, bedoeld voor gebruik buiten plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, maar die nodig zijn voor of bijdragen tot de veilige werking van apparaten en beveiligingssystemen;

  • h. explosieveilig materieel: apparaten, beveiligingssystemen, componenten en voorzieningen;

  • i. explosieve atmosfeer: mengsel van lucht en brandbare stoffen in de vorm van gassen, dampen, nevels of stof, onder atmosferische omstandigheden waarin de verbranding zich na ontsteking uitbreidt tot het gehele niet-verbrande mengsel;

  • j. plaats waar ontploffingsgevaar kan heersen: plaats waar ten gevolge van plaatselijke- en bedrijfsomstandigheden een explosieve atmosfeer kan ontstaan;

  • k. bedoeld gebruik: gebruik van apparaten, beveiligingssystemen en voorzieningen overeenkomstig de apparatengroep en apparatencategorie alsmede overeenkomstig alle door de fabrikant verstrekte aanwijzingen die noodzakelijk zijn om de veilige werking van de apparaten te waarborgen;

  • l. Europese Economische Ruimte: het grondgebied waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is;

  • m. keuringsinstantie: een ingevolge artikel 5, eerste lid, van de wet in het kader van de richtlijn aangewezen dienst, instelling, onderzoekingsbureau of onderneming dan wel een door een andere lid-staat bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen aangemelde instantie;

  • n. richtlijn: richtlijn nr. 94/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (PbEG L 100).

Artikel 2

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Als gevaarlijke werktuigen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de wet, worden aangewezen apparaten en voorzieningen.

  • 2 Als beveiligingsmiddelen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de wet, worden aangewezen beveiligingssystemen en componenten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Dit besluit is niet van toepassing op:

  • a. medische hulpmiddelen, bedoeld voor gebruik op medisch gebied;

  • b. apparaten en beveiligingssystemen wanneer het explosiegevaar uitsluitend voortvloeit uit de aanwezigheid van explosieve stoffen of chemisch instabiele stoffen;

  • c. apparaten, bedoeld voor gebruik in een huiselijke, niet-commerciële sfeer;

  • d. persoonlijke beschermingsmiddelen die onder het Besluit persoonlijke beschermingsmiddelen of onder het Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen vallen;

  • e. zeeschepen en mobiele offshore-installaties alsmede de uitrusting aan boord van deze schepen of installaties;

  • f. voertuigen en aanhangwagens daarvan, die uitsluitend zijn bestemd voor het vervoer van personen in de lucht, via het wegen- of spoorwegnet of op het water en vervoermiddelen voor zover deze zijn ontworpen voor het vervoer van goederen in de lucht, via het openbare wegen- of spoorwegnet of op het water, behalve de voertuigen, bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen;

  • g. explosieveilig materieel, bestemd voor militaire doeleinden.

Hoofdstuk II. Vervaardiging

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Explosieveilig materieel is zodanig ontworpen en vervaardigd, heeft zodanige eigenschappen en is van zodanige vermeldingen voorzien, dat het bij gebruik overeenkomstig zijn bestemming geen gevaar oplevert voor de veiligheid en de gezondheid van personen, huisdieren of goederen, wanneer het op passende wijze is geïnstalleerd en onderhouden. Explosieveilig materieel voldoet aan de in bijlage II van de richtlijn opgenomen fundamentele eisen die daarop van toepassing zijn, rekening houdend met het bedoelde gebruik.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Explosieveilig materieel dat voldoet aan de door Onze Minister aangewezen geharmoniseerde normen wordt in zoverre vermoed te voldoen aan artikel 4, tweede volzin.

Hoofdstuk III. Keuring en certificering

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Apparaten, in voorkomend geval met inbegrip van de voorzieningen, worden al dan niet als model gekeurd en daartoe onderworpen aan een certificeringsprocedure overeenkomstig dit artikel, zijn voorzien van de in bijlage X van de richtlijn bedoelde CE-markering en gaan vergezeld van de in bijlage X van de richtlijn bedoelde EG-verklaring van overeenstemming.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde CE-markering mag uitsluitend worden aangebracht:

    • a. op apparaten van de groepen I en II, categorieën M 1 respectievelijk 1, bedoeld in bijlage I van de richtlijn, waarvoor een certificaat van EG-typeonderzoek als bedoeld in bijlage III van de richtlijn is afgegeven en waarvoor tevens een van de volgende procedures is gevolgd:

      • 1°. de procedure van de produktiekwaliteitsborging, bedoeld in bijlage IV van de richtlijn, of

      • 2°. de procedure van de produktkeuring, bedoeld in bijlage V van de richtlijn;

    • b. op apparaten van de groepen I en II, categorieën M 2 respectievelijk 2, bedoeld in bijlage I van de richtlijn, voor motoren met inwendige verbranding en elektrische apparaten van deze groepen en categorieën, waarvoor een certificaat van EG-typeonderzoek als bedoeld in bijlage III van de richtlijn is afgegeven en waarvoor tevens een van de volgende procedures is gevolgd:

      • 1°. de procedure van de overeenstemming met het type, bedoeld in bijlage VI van de richtlijn, of

      • 2°. de procedure van de produktkwaliteitsborging, bedoeld in bijlage VII van de richtlijn;

    • c. op de overige apparaten van de in onderdeel b genoemde groepen en categorieën, bedoeld in bijlage I van de richtlijn, waarvoor de procedure van de interne fabricagecontrole, bedoeld in bijlage VIII van de richtlijn, is gevolgd en waarvoor tevens het in bijlage VIII van de richtlijn onder punt 3 bedoelde dossier is samengesteld en in bewaring is gesteld bij een keuringsinstantie die de ontvangst daarvan schriftelijk heeft bevestigd;

    • d. op apparaten van groep II, categorie 3, bedoeld in bijlage I van de richtlijn, waarvoor de procedure van de interne fabricagecontrole, bedoeld in bijlage VIII van de richtlijn, is gevolgd.

  • 3 In plaats van de in het tweede lid genoemde procedures kan ook de procedure van de EG-eenheidskeuring, bedoeld in bijlage IX van de richtlijn, worden gevolgd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Beveiligingssystemen worden al dan niet als model gekeurd en daartoe onderworpen aan een certificeringsprocedure overeenkomstig het tweede lid, zijn voorzien van de in bijlage X van de richtlijn bedoelde CE-markering en gaan vergezeld van de in bijlage X van de richtlijn bedoelde EG-verklaring van overeenstemming.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde CE-markering mag uitsluitend worden aangebracht op beveiligingssystemen waarvoor:

    • a. een certificaat van EG-typeonderzoek als bedoeld in bijlage III van de richtlijn is afgegeven en waarvoor tevens een van de procedures, genoemd in artikel 6, tweede lid, onderdeel a, is gevolgd, of

    • b. de procedure van de EG-eenheidskeuring, bedoeld in bijlage IX van de richtlijn, is gevolgd.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Componenten worden al dan niet als model gekeurd en daartoe onderworpen aan een van de certificeringsprocedures, genoemd in artikel 6, tweede of derde lid, met uitzondering van het aanbrengen van de CE-markering. Zij gaan vergezeld van een schriftelijke verklaring van overeenstemming waarin staat, dat deze componenten in overeenstemming zijn met dit besluit en waarin tevens de kenmerken van de componenten en de voorschriften voor het inbouwen in een apparaat of beveiligingssysteem die van belang zijn voor het voldoen aan de voor bedrijfsklare apparaten of beveiligingssystemen geldende fundamentele eisen, worden vermeld.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

In plaats van de in de artikelen 6 en 7 genoemde procedures kan voor de in bijlage II onder punt 1.2.7. van de richtlijn bedoelde veiligheidsaspecten van apparaten en beveiligingssystemen, de in bijlage VIII van de richtlijn bedoelde procedure van interne fabricagecontrole worden gevolgd.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Wanneer de fabrikant, diens gemachtigde dan wel, indien zij geen van beiden in Nederland zijn gevestigd, degene die het explosieveilig materieel in Nederland in de handel brengt, voornemens is wijzigingen aan te brengen in het model van explosieveilig materieel waarvoor een certificaat van EG-typeonderzoek is afgegeven, stelt hij de keuringsinstantie die dit certificaat heeft afgegeven hiervan onverwijld in kennis.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde keuringsinstantie beoordeelt de wijzigingen en deelt de in het eerste lid bedoelde persoon mee of het certificaat van EG-typeonderzoek voor het gewijzigde explosieveilig materieel geldig is dan wel aanvulling behoeft.

  • 3 Indien de in het eerste lid bedoelde keuringsinstantie van oordeel is dat de wijzigingen van invloed kunnen zijn op de overeenstemming met de in bijlage II van de richtlijn bedoelde fundamentele eisen, wordt het gewijzigde model aan het in bijlage III van de richtlijn bedoelde EG-typeonderzoek onderworpen en wordt bij goedkeuring een aanvulling op het oorspronkelijke certificaat afgegeven.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Een gedraging in strijd met de artikelen 6, 7, 8, 9 of 10, is verboden.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Apparaten, beveiligingssystemen en voorzieningen die zijn voorzien van de CE-markering en vergezeld gaan van de EG-verklaring van overeenstemming alsmede componenten die vergezeld gaan van een schriftelijke verklaring van overeenstemming overeenkomstig artikel 8, worden vermoed te voldoen aan artikel 4, tweede volzin.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 De CE-markering, in voorkomend geval gevolgd door het identificatienummer van de keuringsinstantie alsmede het specifiek merkteken van explosiepreventie en de overige gegevens, bedoeld in bijlage II onder punt 1.0.5. van de richtlijn, worden overeenkomstig die bijlage alsmede overeenkomstig bijlage X van de richtlijn duidelijk leesbaar en onuitwisbaar op de apparaten, beveiligingssystemen en voorzieningen aangebracht.

  • 2 Apparaten, beveiligingssystemen en voorzieningen hebben geen markeringen die derden kunnen misleiden omtrent de betekenis of grafische vorm van de CE-markering. Andere markeringen mogen worden aangebracht op voorwaarde dat de zichtbaarheid en leesbaarheid van de CE-markering niet wordt verminderd.

Intrekking certificaat van EG-typeonderzoek

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

De keuringsinstantie trekt een door haar afgegeven certificaat van EG-typeonderzoek in, indien de fundamentele eisen van bijlage II van de richtlijn zodanig zijn gewijzigd dat het model niet voldoet aan de gewijzigde eisen op het tijdstip waarop deze volgens de richtlijn van toepassing zijn.

Hoofdstuk IV. Verkeer en gebruik

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Degene die explosieveilig materieel voorhanden heeft, aflevert, tentoonstelt of gebruikt is verplicht ervoor te zorgen dat dit explosieveilig materieel in goede staat van onderhoud verkeert.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing voor zover het explosieveilig materieel hetzij is afgekeurd hetzij is onklaar gemaakt hetzij anderszins kennelijk niet meer voor gebruik is bestemd.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Explosieveilig materieel dat niet in overeenstemming is met dit besluit, mag op beurzen, exposities en bij demonstraties worden tentoongesteld en gedemonstreerd, mits op een zichtbaar bord is aangegeven dat het niet in overeenstemming is met dit besluit en niet te koop is voordat het door de fabrikant of zijn in de Europese Economische Ruimte gevestigde gemachtigde, in overeenstemming is gebracht met dit besluit. Bij demonstraties zijn alle nodige veiligheidsmaatregelen genomen om de bescherming van personen te waarborgen.

Hoofdstuk V. Merk van afkeuring

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Het is verboden een op explosieveilig materieel aangebracht merk van afkeuring te verwijderen, te beschadigen of onleesbaar te maken.

  • 2 Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet ten aanzien van de ambtenaren die op grond van artikel 12, eerste lid, eerste zin, van de wet ten aanzien van explosieveilig materieel aangewezen zijn.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden ten aanzien van merken van afkeuring nadere regels gesteld.

Hoofdstuk VI. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Waarschuwingsplicht

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Indien naar het oordeel van Onze Minister bepaalde apparaten, beveiligingssystemen of voorzieningen die voorzien zijn van de CE-markering en overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt, op passende wijze zijn geïnstalleerd en worden onderhouden, desondanks gevaar opleveren voor de veiligheid of gezondheid van personen, huisdieren of goederen, kan hij de fabrikant, diens in de Europese Economische Ruimte gevestigde gemachtigde dan wel degene die deze apparaten, beveiligingssystemen of voorzieningen in de Europese Economische Ruimte in de handel brengt, gelasten om de bezitters dan wel de vermoedelijke bezitters van die apparaten, beveiligingssystemen of voorzieningen, onverwijld en op doeltreffende wijze op de hoogte te stellen van het gevaar.

  • 2 Indien de fabrikant, diens in de Europese Economische Ruimte gevestigde gemachtigde dan wel degene die deze apparaten, beveiligingssystemen of voorzieningen in de Europese Economische Ruimte in de handel brengt, de krachtens het eerste lid gelaste maatregelen niet onverwijld of niet op doeltreffende wijze uitvoert, kan Onze Minister die maatregelen treffen op kosten van de genoemde personen.

  • 3 Onze Minister geeft van de maatregelen of de intrekking daarvan onverwijld kennis aan betrokkenen en de Commissie van de Europese Gemeenschappen en doet daarvan mededeling in de Staatscourant.

Noodmaatregelen

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Indien naar het oordeel van Onze Minister bepaalde apparaten, beveiligingssystemen of voorzieningen die voorzien zijn van de CE-markering, die overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt en die op passende wijze zijn geïnstalleerd en worden onderhouden, gevaar opleveren voor de veiligheid of de gezondheid van personen, huisdieren of goederen, kan hij:

    • a. een verbod uitvaardigen tot het vervaardigen, het in Nederland invoeren, verhandelen en in bedrijf stellen van die apparaten, beveiligingssystemen of voorzieningen, of

    • b. de fabrikant of diens in de Europese Economische Ruimte gevestigde gemachtigde dan wel degene die deze apparaten, beveiligingssystemen of voorzieningen in de Europese Economische Ruimte in de handel brengt, verplichten om overeenkomstig de daarbij gegeven aanwijzingen passende maatregelen te nemen om die apparaten of beveiligingssystemen of voorzieningen zoveel mogelijk uit de handel te nemen.

  • 2 Onze Minister neemt een maatregel krachtens het eerste lid in overeenstemming met Onze Ministers wie het mede aangaat.

  • 3 Onze Minister geeft van de maatregelen of de intrekking daarvan onverwijld kennis aan betrokkenen en de Commissie van de Europese Gemeenschappen en doet daarvan mededeling in de Staatscourant.

  • 4 Een gedraging in strijd met een krachtens het eerste lid genomen maatregel is verboden.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Voor een aanwijzing als keuringsinstantie komen in aanmerking instanties die tenminste voldoen aan de in bijlage XI van de richtlijn neergelegde voorwaarden.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorwaarden worden gesteld aan de keuringsinstantie.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Een wijziging van een van de bijlagen van de richtlijn waarnaar in dit besluit wordt verwezen, treedt voor de toepassing van dit besluit en de daarop gebaseerde bepalingen in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekend gemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Artikel 22

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 De artikelen 4, 6, 7, 8, 9, 11 en 16 zijn niet van toepassing op explosieveilig elektrisch materieel, bestemd voor gebruik in explosieve atmosfeer dat is vervaardigd in overeenstemming met de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 april 1995, nr. 95/00856 (Stcrt.100) en voor 1 juli 2003 in de handel is gebracht en in bedrijf gesteld.

  • 2 De EG-certificaten van overeenstemming met de geharmoniseerde normen alsmede de controlecertificaten die zijn afgegeven overeenkomstig de in het eerste lid bedoelde regeling, zijn geldig tot en met 30 juni 2003, met dien verstande dat de EG-certificaten van overeenstemming alleen gelden voor de overeenstemming met de geharmoniseerde normen die in de richtlijnen waarnaar de regeling verwijst, zijn aangegeven.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op explosieveilig elektrisch materieel waarvan de certificaten voor 1 juli 2003 vervallen of voor zover het explosieveilig elektrisch materieel alsnog in overeenstemming met artikel 4 wordt gebracht.

  • 4 Met betrekking tot het explosieveilig elektrisch materieel bedoeld in het eerste lid waarop dit besluit niet wordt toegepast en waarop ingevolge een of meer andere wettelijke regelingen de CE-markering wordt aangebracht, worden op de bij dat explosieveilig elektrisch materieel gevoegde documenten, handleidingen of gebruiksaanwijzingen de in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend gemaakte referenties van de aan die wettelijke regelingen ten grondslag liggende richtlijnen vermeld.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

  • 1 Dit besluit is niet van toepassing op explosieveilig materieel dat vóór 1 maart 1996 in de Europese Economische Ruimte in de handel is gebracht en in gebruik is genomen behoudens indien het na dit tijdstip een ingrijpende wijziging heeft ondergaan.

  • 2 Artikel 22, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op explosieveilig materieel bedoeld in het eerste lid waarop ingevolge een of meer andere wettelijke regelingen de CE-markering wordt aangebracht.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 25

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 26

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 27

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 1996 met uitzondering van:

Artikel 28

[Regeling vervallen per 20-04-2016]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit explosieveilig materieel.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 1 augustus 1995

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

R. L. O Linschoten

Uitgegeven de zeventiende augustus 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager