Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit
Wet arbeid vreemdelingen
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
1. Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
In de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) is bepaald op welke wijze het toelatingsbeleid
van vreemdelingen tot de Nederlandse arbeidsmarkt zal plaatsvinden. Met dit besluit
wordt onder ander uitvoering gegeven aan artikel 5, tweede lid, van de Wav. Ingevolge
genoemd artikel kan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de bevoegdheid
inzake het afgeven, verlengen en intrekken van tewerkstellingsvergunningen onder door
hem te stellen nadere regels geheel of gedeeltelijk overdragen aan de Centrale organisatie
werk en inkomen. De Centrale organisatie werk en inkomen heeft tot taak om middels
registratie en bemiddeling aansluiting te zoeken tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
en beschikt ook over instrumenten waarmee binnen de Europese Economische Ruimte Unie
kan worden bemiddeld. Zij is derhalve bij uitstek in de positie om aan de hand van
de arbeidsmarktsituatie te kunnen beoordelen of een aanvrage al dan niet voor vergunningsverlening
in aanmerking komt. Alle bevoegdheden worden overgedragen aan de Centrale organisatie
werk en inkomen. Hierdoor blijft de eenheid in het uitvoeringsbeleid behouden. Met
dit besluit wordt tevens uitvoering gegeven aan artikel 22 van de Wav, voor zover
dit verplichtingen van anderen dan de uitvoerder van deze wet betreft. In artikel
4 staat de verplichting de vereiste kwalificaties in geval van geschoolde arbeid aan
te tonen; artikel 5 verplicht de houder van een vergunning zelf aan te geven wanneer
van een vergunning geen gebruik wordt gemaakt. Andere regels die een goede uitvoering
moeten bevorderen, zijn in deze uitvoeringsregels opgenomen. Met dit besluit wordt
eveneens invulling gegeven aan artikel 8, derde lid, van de Wav. In de artikelen 6
tot en met 8 van het besluit is bepaald dat in een aantal in de wet omschreven omstandigheden
mag worden afgeweken van de desbetreffende imperatieve weigeringsgronden. In deze
uitvoeringsregels is ter zake een limitatieve opsomming en een uitwerking opgenomen
van de gevallen waarin op grond van artikel 8, derde lid, van de Wav mag worden afgeweken
van het in artikel 8 eerste lid, van de Wav bepaalde. In artikel 9 van het besluit
zijn ingevolge artikel 9, onder d, van de Wav de leeftijdsgrenzen gesteld op grond
waarvan niet eerder toegelaten vreemdelingen kunnen worden geweigerd. Hieraan wordt
in het onderstaande eveneens een nader uitwerking gegeven.
2. Consequente uitvoering
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Uitgangspunt voor de uitvoering van de Wav is een consequente toepassing van het restrictieve
toelatingsbeleid. Dit houdt in dat in beginsel alle toepasselijke weigeringsgronden
waarin de Wav voorziet, zullen worden tegengeworpen. De Wav richt zich op alle arbeid
ongeacht de rechtsvorm waarin deze is gegoten.
In het navolgende is zoveel mogelijk de volgorde en systematiek van de wet gevolgd,
zodat de eventuele toepasselijkheid van de nadere regels gemakkelijk is terug te vinden.
Artikel 2
3. Werknemers van andere werkgevers
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
In artikel 2, tweede lid, van de Wav is bepaald dat indien een werkgever arbeid laat
verrichten door een vreemdeling voor wie een andere werkgever beschikt over een tewerkstellingsvergunning
niet opnieuw een vergunning is vereist. In dit geval omvat de omschrijving van de
werkzaamheden de mogelijkheid van tewerkstelling bij andere werkgevers, de aard van
de aldaar te verrichten werkzaamheden en een aanduiding van de plaats van de feitelijke
tewerkstelling. De andere werkgever dient in het bezit te zijn van een kopie van de
tewerkstellingsvergunning. De verplichting tot aanduiding van de aard van de werkzaamheden
en de plaats van feitelijke tewerkstelling is niet van toepassing indien de tewerkstellingsvergunning
is verleend zonder toepassing van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav
en zonder toets op de aard van de werkzaamheden.
Bij de toetsing ingevolge artikel 8 en 9 van de Wav of de vacature voor vervulling
door een vreemdeling in aanmerking komt, wordt uitgegaan van de feitelijk te verrichten
werkzaamheden, tenzij de aard van de werkzaamheden zich daartegen verzet.
Artikel 3
4. Overeenkomsten met andere mogendheden
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Indien ingevolge een internationaal verdrag bij de tewerkstelling van een vreemdeling
geen vergunning mag worden verlangd, zal de betreffende vreemdeling steeds beschikken
over een door de minister van Justitie of de minister van Buitenlandse Zaken afgegeven
legitimatiebewijs, waarop dit is aangetekend.
Van de in dit verband relevante internationale verdragen is ter voldoening aan artikel
3 lid 2 Wav in de bijlage een lijst opgenomen.
5. Zelfstandigen
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Indien een vreemdeling arbeid verricht als zelfstandige en voor die werkzaamheden
als zelfstandige ingevolge artikel 8, onder a en b, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig
verblijf in Nederland heeft, is het verbod van artikel 2 Wav niet van toepassing.
Bij de toelating tot Nederland is immers reeds getoetst of er met de toelating van
de betreffende vreemdeling een voldoende Nederlands belang is gemoeid.
Voor werkgevers (opdrachtgevers,aannemers en onderaannemers) die vreemdelingen die
in hun vrije termijn of op basis van een visum rechtmatig in Nederland verblijven,
arbeid als zelfstandige willen laten verrichten, is de normale vergunningplicht in
alle gevallen wel van kracht. De voor loonarbeid geldende toetsingscriteria zijn daarbij
volledig van toepassing.
Indien een werkgever een tot Nederland toegelaten zelfstandige arbeid wil laten verrichten
buiten de beperkingen van de vergunning tot verblijf als zelfstandige, dient voor
deze arbeid eveneens een tewerkstellingsvergunning te worden aangevraagd, waarbij
de normale voor loonarbeid geldende toetsingscriteria gelden. Indien dit arbeid van
bijkomende aard betreft en de arbeidsbeloning per uur marktconform is, kan in dit
geval op grond van artikel 8, tweede lid, onder ten derde, Wav toepassing van artikel
8, eerste lid, onder d, Wav achterwege blijven.
6. Directeuren-aandeelhouders
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Voor (groot)aandeelhouders van bedrijven die in het kader van hun bedrijfsuitoefening
in Nederland arbeid willen verrichten en daartoe een tewerkstellingsvergunning aanvragen,
dient geen afwijkende procedure te worden toegepast.
Materieel vallen in deze categorie personen die veelal te beschouwen zijn als zelfstandigen,
vanwege de positie die zij binnen de onderneming innemen.
Voor zover zij een belang van 25% of meer in het bedrijf hebben, ondernemersrisico
lopen en de hoogte van hun salaris direct kunnen beïnvloeden, zullen zij een vergunning
tot verblijf als zelfstandige moeten aanvragen.
Indien in vorenbedoelde situatie een tewerkstellingsvergunning wordt aangevraagd voor
een directeur- (groot)aandeelhouder zal deze derhalve, onder verwijzing naar de procedure
voor zelfstandigen, doorgaans dienen te worden geweigerd.
7. Uitgezonderde werkzaamheden
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Bij het KB ter uitvoering van de Wav is bepaald dat het verbod van artikel 2 Wav niet van toepassing is op een aantal
nauw omschreven werkzaamheden van vreemdelingen.
Indien de werkzaamheden de inperking van dit KB te buiten gaan, zal steeds een vergunning
vereist zijn, waarbij de normale procedure dient te worden gevolgd, inclusief de toetsen
ingevolge artikel 8 lid 1 Wav.
8.
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
[Red: Vervallen.]
Artikel 5
9. Wijziging van omstandigheden
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
De afgifte van een nieuwe tewerkstellingsvergunning is noodzakelijk indien in de werkgever
of in de aard van de werkzaamheden enige verandering optreedt. Bij de aanvraag om
de nieuwe tewerkstellingsvergunning is de normale toetsingsprocedure van toepassing.
Artikel 7
10. Personalia werknemer
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Bij aanvragen voor vergunningen die zonder toepassing van artikel 8 lid 1 onder a,
b, of d Wav kunnen worden verleend dient de naam van de beoogde werknemer direct bij
de vergunningaanvraag te worden vermeld.
Voor aanvragen die geschoold werk betreffen dienen de personalia van de werknemer
alsmede gewaarmerkte diploma’s en getuigschriften dat aan de vereiste kwalificaties
is voldaan, eveneens onmiddellijk bij de vergunningaanvraag te worden gevoegd. De
waarde van deze documenten dient te kunnen worden geverifieerd aan de hand van een
door een deskundige instantie afgegeven verklaring met welk Nederlands diploma of
welke graad van vakbekwaamheid deze documenten vergelijkbaar zijn.
Voor aanvragen die ongeschoold werk betreffen dienen de personalia van de vreemdeling
uiterlijk twee weken na het indienen van de vergunningaanvraag te worden overgelegd.
Artikel 8, eerste lid
11. Prioriteitgenietend aanbod
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Een tewerkstellingsvergunning wordt ingevolge artikel 8, lid 1, onder a Wav geweigerd
indien voor de desbetreffende arbeidsplaats prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt
beschikbaar is.
Steeds dient bij elke aanvraag te worden nagegaan of deze weigeringsgrond van toepassing
is. Daarbij dient niet alleen de beschikbaarheid in de eigen vestigingsplaats of regio,
maar evenzeer de beschikbaarheid in andere regio’s binnen Nederland en in andere landen
van de Europese Unie in beschouwing te worden genomen. Indien arbeidsaanbod beschikbaar
is, zal geen vergunning kunnen worden verleend, ook indien het effectueren van dit
aanbod extra inspanningen van de zijde van de werkgever vergt.
Bij sommige activiteiten kan de toetsing of voor een concrete arbeidsplaats op de
arbeidsmarkt prioriteit-genietend aanbod aanwezig is, gemakkelijk tot interpretatie-verschillen
en uitvoeringsproblemen leiden. Voor een aantal functies is daarom in het navolgende
aangegeven hoe in deze gevallen dient te worden gehandeld.
12.
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
[Red: Vervallen.]
13. Werknemers in de sportsector
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Ook ten aanzien van werknemers in de sportsector geldt het restrictieve toelatingsbeleid.
Alleen voor het incidenteel in Nederland deelnemen aan een wedstrijd door personen
die hun hoofdverblijf buiten Nederland hebben, is in het KB ter uitvoering van de
Wav een uitzondering gemaakt. Dit houdt in dat voor tewerkstelling op een geregelde
basis in de sportsector steeds een tewerkstellingsvergunning is vereist.
Bij werknemers in de sportsector geldt,in zekere mate, dat het gaat om individuen
met unieke persoonlijke eigenschappen. Ook bij teamsporten zal dit meestal het geval
zijn. Toch kunnen, net als elders op de arbeidsmarkt, vanwege het restrictieve toelatingsbeleid
slechts bij uitzondering sporters tot de Nederlandse arbeidsmarkt worden toegelaten.
Er zal een scheidslijn getrokken moeten worden tussen beroepssporters die wel en die
niet tot de Nederlandse arbeidsmarkt kunnen worden toegelaten.
Het is daarbij zaak om te komen tot een op de sportsector toegesneden invulling van
deze arbeidsmarkttoets, waarbij tegelijkertijd recht wordt gedaan aan de voorrang
die ook in deze sector het prioriteitgenietend arbeidsaanbod toekomt en aan de specifieke
structuur van de arbeidsmarkt in de sportsector.
Aan de vacaturekant spelen diverse complicerende factoren een rol. In de eerste plaats
is niet altijd eenduidig de “aard” van een vacature vast te stellen. Het aantal (contract-)spelers
kan bij teams van gelijke grootte van werkgever tot werkgever verschillen. Daarnaast
kunnen verschillende teamspelers op meerdere plaatsen in het team inzetbaar zijn,
wat de toets voor een concrete vacature bemoeilijkt. Bovendien kan er in teamsporten
een wisselwerking optreden tussen de wijze van spelen en de vaardigheden en kwaliteiten
van de beschikbare spelers; soms verschilt dit zelfs per wedstrijd in relatie tot
de specifieke kwaliteiten of de tactiek van de tegenstanders.
Er zal dus meestal geen eenduidige relatie te leggen zijn tussen de voor het vervullen
van een vacature noodzakelijke kwaliteiten en de specifieke vaardigheden van de beoogde
werknemer, die ook zelf niet zelden op verschillende plaatsen inzetbaar is. Vaak is
er simpelweg behoefte aan een kwalitatief goede speler.
Een heldere en toetsbare objectivering van het begrip kwaliteit is daarbij vanwege
het ontbreken van toegespitste diploma’s een cruciale voorwaarde, omdat anders de
uitvoering van de Wav voor deze beroepsgroep het gevaar loopt te ontaarden in een
onverantwoorde casuïstiek, die de toets van behoorlijk bestuur niet kan doorstaan.
In de praktijk is gebleken dat deze objectivering op grond van strikt individuele
karakteristieken van vacature enerzijds en sporter anderzijds ook met inschakeling
van deskundigen onvoldoende te geven is.
Waar op individuele vacatures en kwaliteiten toegespitste criteria geen basis bieden
voor een verantwoorde uitvoering, dient gebruik te worden gemaakt van meer algemene
criteria, die betrekking hebben op objectieve en toetsbare feiten, aan de ene kant
wat betreft de geboden arbeidsplaats, aan de ander kant ten aanzien van de sportkwaliteiten
van de betreffende vreemdeling.
Ten aanzien van de arbeidsplaats dient daarbij te worden overwogen dat in de arbeidsmarkt
voor beroepssporters voortdurend een doorstroming plaatsvindt van amateursport, cq
jeugdopleidingen, naar beroepssport. Dit is overigens ook uit overwegingen van sportbeleid
een belangrijke doelstelling. Elke tewerkstelling van vreemdelingen die ten koste
gaat van die doorstroming leidt in principe tot verdringing van prioriteitgenietend
aanbod.
Daarbij dient in beschouwing te worden genomen dat de sportsector in die zin van andere
bedrijfstakken afwijkt, dat voortdurend werknemers worden geworven, die ook buiten
de sportsector emplooi kunnen vinden. Dit gegeven is een relevante karakteristiek
voor dit segment van de arbeidsmarkt en is mede bepalend voor de te bieden arbeidsvoorwaarden,
ook omdat de duur van de werkzaamheid in de sportsector slechts een beperkte periode
van het arbeidsleven omvat.
Aan de werknemerszijde dient in aanmerking te worden genomen dat in de sportsector,
nog meer dan in andere sectoren, een duidelijke marktwerking bestaat, die zich uit
in een rechtstreekse relatie tussen de kwaliteit van de werknemer en de hoogte van
te maken arbeidskosten. Voor zover transfer- of afkoopsommen in de betreffende sport
gebruikelijk zijn dienen deze bij het beoordelen van de arbeidskosten te worden verdisconteerd.
Bij een goede speler hoort een goede beloning. Wie een marktconforme beloning biedt
zal gegeven de hoge arbeidsmobiliteit van de werknemers in de meeste sporten de gevraagde
kwaliteit speler ook binnen het prioriteitgenietend aanbod daadwerkelijk kunnen aantrekken.
De geboden beloning zal daarom, steeds in overeenstemming moeten zijn met wat topsporters
in de betreffende sport verdienen.
Alleen in exceptionele gevallen zal dan vacature-vervulling binnen het prioriteitgenietend
aanbod uit Nederland en de bij de EER aangesloten landen niet mogelijk zijn.
Het gaat er om te bepalen wanneer een dergelijk exceptioneel geval zich voordoet.
Dit zal normaliter uitsluitend het geval kunnen zijn in de hoogste competitie-afdeling
van de betreffende tak van sport. Een uitzondering op deze regel vormt het betaald
voetbal. In aanmerking nemende dat alle 36 clubs in het betaald voetbal aan dezelfde
voorwaarden dienen te voldoen om in aanmerking te komen voor een deelnamelicentie,
ligt het in de rede om in het kader van de uitvoering van de Wav, naast de Eredivisie,
in principe ook de Eerste Divisie voor tewerkstellingsvergunningen in aanmerking te
doen komen.
Behalve het niveau waarop de sport wordt beoefend, zal echter ook de aan te stellen
individuele speler aan hoge kwalitatieve eisen moeten voldoen.
In lagere klassen zal slechts bij hoge uitzondering vergunningverlening aan de orde
kunnen zijn, omdat bij marktconforme arbeidsvoorwaarden de betreffende vacature binnen
het prioriteitgenietend aanbod geacht mag worden te kunnen worden vervuld, enerzijds
via de doorstroming uit de amateursport, cq jeugdopleidingen, anderzijds door aanwerving
van spelers behorend tot het prioriteitgenietend aanbod uit de hoogste competitie-klasse
in Nederland of elders binnen de Europese Economische Ruimte.
Daarnaast geldt dat van elke werkgever verwacht mag worden, dat er een zekere planmatige
invulling van de personeelsbehoefte voor de komende periode plaatsvindt. Bij sporten
waarbij per seizoen veel wisselingen plaatsvinden en de beschikbaarheid van arbeidsaanbod
een nauwe relatie heeft met de geboden arbeidsvoorwaarden, zal dit des te sterker
gelden, alsook indien de onderscheiden sportbonden beperkingen opleggen aan de tijdstippen
waarop spelers in dienst mogen worden genomen of aan het aantal vreemdelingen in een
sportploeg. Deze laatste beperking heeft overigens geen enkele relatie met het restrictieve
toelatingsbeleid op grond van de Wav. Het gaat daarbij immers om strikt interne regels,
die niet aan enig wettelijk voorschrift mogen worden tegengeworpen.
Indien een sportwerkgever pas op het laatste moment, dus nadat vrijwel alle potentiële
werknemers zich contractueel voor het komende seizoen hebben vastgelegd, dan wel bezigheden
buiten de sportsector hebben gezocht, zijn personeelsbehoefte invult, dan is een eventuele
onmogelijkheid om een vacature te vervullen door middel van prioriteitgenietend aanbod
mede te wijten aan de slechte personeelsplanning van de werkgever en zal doorgaans
geen tewerkstellingsvergunning kunnen worden afgegeven. In dit verband zij er voor
de goede orde op gewezen dat van verwijtbare slechte personeelsplanning in het algemeen
geen sprake zal zijn indien een speler tijdens het seizoen een contract aangaat met
een nieuwe werkgever en in het verlengde daarvan zijn lopende contract beëindigt,
waardoor op de positie van de vertrekkende speler een vacature zou kunnen ontstaan
die niet vervuld kan worden door prioriteitgenietend aanbod uit Nederland en de bij
de EER aangesloten landen.
Bovenstaande overwegingen vinden hun neerslag in de volgende geoperationaliseerde
regels die ieder afzonderlijk gehanteerd moeten worden bij de beoordeling van aanvragen
van tewerkstellingsvergunningen in de sportsector:
Een tewerkstellingsvergunning voor beroepssporters wordt in de regel geweigerd:
– indien, met uitzondering van het betaald voetbal, het een arbeidsplaats in een lagere
dan de hoogste afdeling van de betreffende sportbond betreft, onder de aantekening
dat prioriteitgenietend aanbod in de zin van artikel 8 lid 1 onder a van de Wav geacht
moet worden aanwezig te zijn.
Zoals hiervoor is aangegeven is er met betrekking tot het betaald voetbal geen aanleiding
om in dit verband onderscheid te maken tussen de Ere divisie en de Eerste divisie.
– indien de beloning, onder verdiscontering van de waarde van gebruikelijke transfersommen,
niet marktconform is. Als de ter vervulling van de vacature geboden beloning hierbij
achterblijft, zal de vergunning met toepassing van artikel 9 onder b Wav geweigerd
dienen te worden.
Van het ontbreken van een marktconforme beloning zal doorgaans sprake zijn indien
de beloning lager is dan de gebruikelijke beloning voor spelers die tot de top 20
% in de hoogste afdeling van de betreffende tak van sport behoren.
Voor het betaald voetbal geldt dat doorgaans sprake is van een marktconforme beloning
indien de gegarandeerde beloning tenminste 150 % bedraagt van de gemiddelde beloning
in de Ere divisie in het voorgaande seizoen inclusief de premies, gerelateerd aan
het in dat seizoen behaalde resultaat van de club die een tewerkstellings-vergunning
aanvraagt, met dien verstande dat voor spelers in de leeftijdsgroep van 18 tot 20
jaar in de regel sprake is van een marktconforme beloning indien de gegarandeerde
beloning tenminste 75 % van vorenbedoelde gemiddelde beloning in de Ere divisie bedraagt.
– indien het een speler betreft die niet direct voorafgaande aan de tewerkstelling
op geregelde basis heeft deelgenomen aan een competitie die ten minste even sterk
is als de hoogste afdeling van de Nederlandse competitie of die op andere wijze, zoals
deelname aan wereldkampioenschappen, heeft bewezen over tenminste vergelijkbare kwaliteiten
te beschikken, onder de aantekening dat prioriteitgenietend aanbod in de zin van artikel
8 lid 1 onder a Wav geacht moet worden aanwezig te zijn.
– Indien de aanvraag, anders dan in geval van calamiteiten, wordt ingediend na het
begin van het seizoen met toepassing van artikel 9 onder a Wav.
14. Werkzaamheden in restaurants
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Voor tewerkstelling in de horeca-sector is het restrictieve toelatingsbeleid onverkort
van toepassing.
Het beheersen van een andere taal dan het Nederlands als voorwaarde voor vacaturevervulling
voor keukenpersoneel dient steeds beschouwd te worden als een beletsel in de zin van
artikel 9 onder b Wav.
Ten aanzien van tewerkstelling in Chinees-Indische restaurants alsmede grillrooms,
pizzeria’s, shoarma-zaken, koffie- en eethuizen en dergelijke zal een vergunning in
de regel geweigerd dienen te worden indien algemeen bedienend- of keukenpersoneel
op de arbeidsmarkt beschikbaar is.
Ook voor andere restaurants met een specifieke keuken zal getoetst moeten worden of
voor het bereiden van de specifieke gerechten met een korte opleiding kan worden volstaan,
dan wel of eventuele specialiteiten ook door reeds beschikbaar personeel kunnen worden
vervaardigd.
Gespecialiseerd keukenpersoneel dient steeds te beschikken over gewaarmerkte diploma’s
en getuigschriften aangaande hun vakbekwaamheid, die overeenkomen met het niveau van
chef-kok in Nederlandse horeca-gelegenheden.
Indien sprake is van uitbreiding van activiteiten dient in acht te worden genomen
datgene wat hierboven onder 12 terzake is vermeld.
15. Werkzaamheden in het internationaal wegvervoer
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
In afwijking van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wet arbeid vreemdelingen
kan een tewerkstellingsvergunning worden verleend ten behoeve van chauffeurs afkomstig
uit Estland, Letland, Litouwen, Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Cyprus
en Malta die vóór 19 maart 2002 al in dienst waren van een in Nederland gevestigd
transportbedrijf. De werkgever moet het bestaan van het dienstverband van vóór 19
maart 2002 aantonen door middel van een verklaring van dienstverband of bewijs van
loonbetaling. De tewerkstellingsvergunningen dienen voor 1 april 2003 bij de Centrale
organisatie werk en inkomen aangevraagd te zijn.
16. Vergunning tot verblijf
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Alvorens een tewerkstellingsvergunning kan worden afgegeven dient een bewijsstuk te
zijn overgelegd dat door de vreemdeling een vergunning tot verblijf voor het verrichten
van arbeid is aangevraagd. Met een vergunning tot verblijf kan worden gelijkgesteld
een machtiging tot voorlopig verblijf als bedoeld in artikel 1, onder h, van de Vreemdelingenwet
2000.
Bij arbeid met een duur van maximaal 12 weken kan in geval van visumplichtige vreemdelingen
met het bewijsstuk van het aangevraagde visum worden volstaan en in geval van niet-visumplichtige
vreemdelingen met een door de Korpschef aan de vreemdeling afgegeven verklaring van
bekendheid met diens verblijf.
In het geval van grensarbeiders die woonachtig zijn in België of de Bondsrepubliek
Duitsland en die in die landen een legaal verblijfsrecht hebben, kan eveneens worden
volstaan met een verklaring van de korpschef als hierboven bedoeld. In geval van studenten
die arbeid van bijkomende aard willen verrichten, als beschreven onder nr. 26, kan
worden volstaan met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd verleend onder de beperking
verband houdende met het volgen van studie.
17. Minimumloon
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
In artikel 8 eerste lid onder d Wav is bepaald dat een vergunning wordt geweigerd
indien de vreemdeling met de betreffende arbeid minder verdient dan het minimummaandloon.
Aanvragen voor vergunningen voor kortere perioden dan een maand of voor deeltijdarbeid
komen derhalve slechts voor inwilliging in aanmerking indien de totale beloning ten
minste het minimummaandloon bedraagt. Uitzonderingen op deze regel zijn uitsluitend
mogelijk indien dit ingevolge artikel 8, derde lid, onder ten derde Wav is toegestaan.
Indien de afgegeven tewerkstellingsvergunning betrekking heeft op een vreemdeling
die beschikt over een voor arbeid geldige verblijfsvergunning van een staat die behoort
tot de Europese Economische Ruimte, anders dan Nederland, wordt deze vreemdeling eveneens
beschouwd als een eerder toegelaten vreemdeling.
18. Geen vergunning
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Bij het KB ter uitvoering van de Wav is bepaald dat voor werkzaamheden geheel of ten
dele bestaande in het verrichten van seksuele handelingen met derden dan wel ten overstaan
van of ten behoeve van derden een vergunning wordt geweigerd.
Onder deze dwingende weigeringsgrond dienen alle werkzaamheden te worden begrepen
waarvan het niet ongebruikelijk is, dat het verrichten van seksuele handelingen of
het verlenen van seksuele diensten daarvan onderdeel uitmaakt.
Artikel 8 tweede lid
19. Buitengewone omstandigheden
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Afwijking van artikel 8, eerste lid, onder b, van de Wav kan in individuele gevallen
slechts plaatsvinden in geval er sprake is van buitengewone omstandigheden die een
spoedige vervulling van de arbeidsplaats noodzakelijk maken en die niet door de werkgever
waren te voorzien of door hem te beïnvloeden waren. De toepassing van deze uitzonderingsmogelijkheid
dient zich te beperken tot duidelijke gevallen van overmacht. De Centrale organisatie
werk en inkomen kan met betrekking tot bepaalde categorieën functies besluiten dat
de verplichte vacaturemelding bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder b, van de wet,
gedurende een termijn van maximaal zes maanden achterwege blijft, indien zij van oordeel
is dat prioriteitsgenietend aanbod niet bij de Centrale organisatie werk en inkomen
als werkzoekende is geregistreerd of op korte termijn geregistreerd zal worden. Na
ommekomst van deze termijn beslist de Centrale organisatie werk en inkomen, of een
nieuwe termijn, waarin de verplichte vacaturemelding achterwege blijft, gesteld zal
worden. Zolang de situatie zich voordoet dat binnenlands prioriteitsgenietend aanbod
afwezig is en voorzienbaar is dat dit aanbod niet op de korte termijn bij de Centrale
organisatie werk en inkomen geregistreerd zal worden, kan de Centrale Organisatie
werk en inkomen deze termijn telkens voor een periode van maximaal 6 maanden verlengen.
20. Internationale handelscontacten
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
In artikel 8, derde lid, Wav is bepaald dat is bepaald dat ten behoeve van de bevordering
van internationale handelscontacten afwijking mogelijk is van artikel 8, eerste lid,
onder a en b Wav.
In de navolgende gevallen zal deze mogelijkheid kunnen worden toegepast:
a. in geval van internationale dienstverlening door bedrijven voor zover daarop verdragsbepalingen
aangegaan in het kader van de Europese Unie inzake een vrij dienstenverkeer van toepassing
zijn en die hun eigen personeel ter uitvoering van de dienst in Nederland willen laten
werken, zal zonder toets aan de arbeidsmarktsituatie in Nederland een tewerkstellingsvergunning
dienen te worden verstrekt. De betreffende personeelsleden dienen tot het vaste personeel
van de betrokken dienstverrichter te behoren en reeds meer dan een jaar bij deze werkgever
in dienst zijn. Tevens dienen de personeelsleden die de dienst komen verrichten te
beschikken over een verblijfs- en arbeidsvergunning in het vestigingsland van de dienstverrichter
die de geldigheidsperiode van de tewerkstellingsvergunning overschrijdt.
b. in geval van werkzaamheden die in samenhang met de levering van goederen worden
verricht kan, voorzover artikel 1 onder a, 1 van het KB ter uitvoering van de Wav
niet van toepassing is, zonder toepassing van artikel 8 lid 1 onder a en b Wav een
tewerkstellingsvergunning worden verleend indien de totale waarde van de geleverde
arbeid, gemeten naar in Nederland gebruikelijk (CAO-)loonniveau, niet groter is dan
de waarde van de geleverde goederen. Voorwaarde is bovendien dat de goederen gefabriceerd
zijn in het land waaruit ook het personeel afkomstig is en dat de werknemers reeds
meer dan een jaar in vaste dienst zijn van de leverancier van de goederen.
c. in geval van internationale dienstverlening door bedrijven voor zover daarop verdragsbepalingen
aangegaan in het kader van de General Agreement on Trade in Services (GATS) van toepassing
zijn en die hun eigen personeel ter uitvoering van de dienst in Nederland willen laten
werken, zal zonder toets aan de arbeidsmarktsituatie in Nederland een tewerkstellingsvergunning
worden verstrekt, indien aan de navolgende voorwaarden wordt voldaan:
- -
de personen die op tijdelijke basis diensten verlenen, zijn in dienst van een rechtspersoon,
die geen commerciële vestiging in een van de Lidstaten van de Europese Gemeenschap
heeft;
- -
de dienstverleningsovereenkomst overschrijdt niet de duur van drie maanden, en is
tot stand gekomen na een openbare aanbestedingsprocedure of een publieke bekendmaking
om die overeenkomst te sluiten, indien dat voortvloeit uit het Nederlands recht of
dat van de Europese Gemeenschap;
- -
de hiervoor bedoelde personen behoren tot het vaste personeel van de desbetreffende
buitenlandse werkgever en hebben reeds meer dan een jaar in dienst van die werkgever
de werkzaamheden verricht, waarop de dienstverleningsovereenkomst betrekking heeft;
- -
de verblijfsduur is beperkt tot de duur van het contract, met een maximum van drie
maanden in een periode van 24 maanden;
- -
de hiervoor bedoelde personen verrichten uitsluitend de werkzaamheden waarvoor de
tewerkstellingsvergunning is verleend;
- -
het aantal personeelsleden dat voor de rechtspersoon de contractueel overeengekomen
werkzaamheden verricht, bedraagt ten hoogste het aantal personen dat redelijkerwijs
noodzakelijk is voor de uitvoering van de overeenkomst;
- -
de overeenkomst heeft betrekking op een van de navolgende categorieën van dienstverlening:
-
a. accountantsdiensten;
-
b. fiscaal adviserende diensten;
-
c. diensten op het gebied van architectuur, stadsplanning/stedenbouwkunde en landschapsarchitectuur;
-
d. technische diensten (zgn.:’engineering’);
-
e. diensten op het gebied van geïntegreerde techniek (zgn.: ’integrated engineering’);
-
f. diensten op het gebied van, cq gerelateerd aan computers: informatici, systeemanalysten,
programmeurs, deskundigen op het gebied van functionele documentenanalyse en onderhoudsdeskundigen;
-
g. diensten in de bouw (zgn.: ’construction services’);
- -
de desbetreffende personeelsleden beschikken over een voltooide universitaire opleiding
en drie jaar beroepservaring op het desbetreffende werkterrein;
- -
met uitzondering van de hiervoor onder f genoemde diensten voldoen de desbetreffende
personeelsleden aan de voor het uitoefenen van dat beroep in Nederland bestaande beroepseisen.
21. Internationalisering bedrijfsleven en non-profit organisaties
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
-
a. Grote internationale concerns
Voor vreemdelingen die door hun werkgever tijdelijk naar Nederland worden overgeplaatst
kan in het kader van de bevordering van internationale handelscontacten worden afgeweken
van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav, voor zover het gaat om personeel
op sleutelposities in een groot zelfstandig op winst gericht bedrijf of complex van
bedrijven. De Centrale organisatie werk en inkomen stelt met betrekking tot de grootte
van het bedrijf of complex van bedrijven een omzetcriterium vast. Onder een sleutelpositie
wordt verstaan een leidinggevende of specialistische functie op ten minste HBO-niveau
met een bruto-jaarsalaris van € 50.000 of meer. Voor vreemdelingen die als directeur-grootaandeelhouder
een leidinggevende positie binnen een Nederlandse vestiging willen gaan innemen, wordt
in acht genomen wat hierboven onder 6 terzake is vermeld.
Voor vreemdelingen die binnen grote internationale bedrijven als trainee worden tewerkgesteld
kan worden afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav indien:
- de trainee beschikt over een opleiding op HBO- of universitair niveau;
- een trainee-programma wordt overlegd, waaruit de noodzaak van tewerkstelling in
Nederland blijkt;
- de tewerkstelling onder marktconforme arbeidsvoorwaarden plaatsvindt, en
- de periode van tewerkstelling minder bedraagt dan 3 jaar.
Daarnaast kan ten aanzien van werknemers die naar Nederland worden overgeplaatst in
verband met de overdracht van specifieke kennis en technieken, voorzover de tewerkstelling
van deze vreemdelingen in Nederland de duur van één jaar niet overschrijdt en de vreemdelingen
beschikken over een voltooide opleiding op ten minste HBO-niveau, worden afgeweken
van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav.
-
b. Vestiging kleinere bedrijven
Indien een bedrijf niet aan het omzetcriterium dat door de Centrale organisatie werk
en inkomen is gesteld voldoet, kan op grond van een verklaring van de Centrale Dienst
voor de In- en Uitvoer van het Ministerie van Economische Zaken, dat met de komst
van dat bedrijf een wezenlijk Nederlands belang is gediend, ten aanzien van een vreemdeling
die binnen het bedrijf een sleutelpositie heeft, worden afgeweken van artikel 8, eerste
lid, onder a en b, van de Wav. Deze verklaring dient door de werkgever aan de CWI
te worden overgelegd. De beloning van het sleutelpersoneel is marktconform.
Ten behoeve van het starten, wijzigen of uitbreiden van bedrijfsactiviteiten wordt
alleen een tewerkstellingsvergunning afgegeven indien uit een door een deskundige
instantie opgesteld ondernemingsplan blijkt dat deze bedrijfsactiviteiten voldoende
levensvatbaar zijn.
-
c. Sleutelpersoneel uit Midden- en Oosteuropa
Ten behoeve van sleutelpersoneel (personeel in leidinggevende of specialistische functies),
zoals genoemd in de Associatieakkoorden die de Europese Unie en haar Lidstaten hebben
afgesloten met de Midden- en Oosteuropese staten, zijn de bepalingen uit deze Akkoorden
van toepassing. Dit houdt in dat voor de tewerkstelling van dit personeel kan worden
afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav en van het in onderdeel
a van deze paragraaf genoemde inkomenscriterium.
-
d. Non-profit organisaties
Ten behoeve van de tewerkstelling van sleutelpersoneel voor de duur van minder dan
drie jaar van grote internationaal georiënteerde non-profit organisaties kan worden
afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav. De Centrale organisatie
werk en inkomen stelt met betrekking tot de grootte van de internationaal georiënteerde
non-profitorganisaties een criterium vast. Onder sleutelpersoneel wordt in dit verband
verstaan: vreemdelingen in leidinggevende of specialistische functies op ten minste
HBO-niveau, die voor de organisatie van direct belang zijn vanwege de internationale
activiteiten van de organisatie. De beloning van het sleutelpersoneel is marktconform.
-
e. Echtgenoten/partners
Indien ten behoeve van de hierboven genoemde vreemdelingen zonder toets aan artikel
8, eerste lid, onder a en b, van de Wav een tewerkstellingsvergunning wordt verleend,
kan ten behoeve van de tewerkstelling van zijn/haar echtgeno(o)t(e)/ partner eveneens
zonder toets aan artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav een tewerkstellingsvergunning
worden afgegeven voor maximaal dezelfde duur als de tewerkstellingsvergunning die
op genoemde vreemdeling van toepassing is.
22. Asielzoekers in procedure, vreemdelingen met een vergunning voor bepaalde tijd
onder de beperking voor (voortgezet) verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling
en houders van een verblijfsvergunning bepaalde tijd asiel
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
In afwijking van artikel 8, eerste lid, onderdelen a, b en d, van de Wet arbeid vreemdelingen
mag een vreemdeling als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van die wet arbeid verrichten
indien: die vreemdeling een verblijfsvergunning asiel, bedoeld in artikel 28 van de
Vreemdelingenwet 2000, heeft aangevraagd en deze aanvraag blijkens een verklaring
van de Minister van Justitie tenminste zes maanden in behandeling is en de vreemdeling
op basis van artikel 8, onderdelen f of h, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig
in Nederland verblijft (Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen).
De vreemdeling mag binnen een tijdsbestek van 52 weken een arbeidsperiode van in totaal
twaalf weken niet overschrijden, en de in de vergunningsaanvraag bedoelde werkzaamheden
zullen onder marktconforme voorwaarden worden verricht.
De vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel als bedoeld in artikel 28 van de
Vreemdelingenwet 2000 (asielaanvraag) heeft aangevraagd dient overeenkomstig artikel
2a, eerste lid, onder a, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen in het
bezit te zijn van een verklaring van de minister van Justitie. Deze verklaring kan
betrekking hebben op twee categorieën asielzoekers, te weten asielzoekers aan wie
met toepassing van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen
1997 (Rva 1997) door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) opvang wordt geboden
en asielzoekers aan wie met toepassing van de Regeling opvang asielzoekers (ROA) door
gemeenten opvang wordt geboden.
Tot deze laatste categorie behoren ook asielzoekers die onder de ROA vallen maar wier
opvang door gemeenten op basis van een overeenkomst tot overdracht en mandateringsregeling
is overgedragen aan het COA.
Bovenvermelde verklaring van de minister van Justitie houdt tenminste het volgende
in:
-
1. aan de vreemdelingen wordt met toepassing van de Rva 1997 danwel ROA opvang geboden;
-
2. de asielaanvraag is tenminste zes maanden in behandeling;
-
3. de vreemdeling verblijft op grond van artikel 8, onderdelen f of h, van de Vreemdelingenwet
2000 rechtmatig in Nederland.
Teneinde te kunnen verklaren hetgeen is opgenomen onder 1. baseert de minister van
Justitie zich op informatie van het COA (Rva 1997/ROA voor zover de uitvoering daarvan
is overgedragen aan het COA) dan wel de gemeente (ROA).
De verklaring wordt door de minister van Justitie verstrekt aan de vreemdeling en
in kopie verstrekt aan het COA dan wel de gemeente.
De werkgever die ten behoeve van de vreemdeling bij de Centrale organisatie werk en
inkomen een tewerkstellingsvergunning aanvraagt, overlegt tezamen met de aanvraag
de originele verklaring van de minister van Justitie. De tewerkstellingsvergunning
wordt verstrekt aan de werkgever en in afschrift verzonden aan het COA dan wel de
gemeente.
De vreemdeling die houder is van een op grond van artikel 14, eerste lid, onderdeel
e, van de Vreemdelingenwet 2000 verleende verblijfsvergunning voor bepaalde tijd onder
de beperking voor verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling kan, in afwijking
van artikel 8, eerste lid, onderdelen a, b en d, van de Wet arbeid vreemdelingen arbeid
verrichten indien binnen een tijdsbestek van 52 weken een arbeidsperiode van in totaal
twaalf weken niet wordt overschreden, en de in de vergunningsaanvraag bedoelde werkzaamheden
onder marktconforme voorwaarden worden verricht.
De vreemdeling die houder is van een op grond van artikel 14, eerste lid, onderdeel
e, van de Vreemdelingenwet 2000 verleende verblijfsvergunning voor bepaalde tijd onder
de beperking van voortgezet verblijf, verband houdend met eerder verblijf als alleenstaande
minderjarige vreemdeling kan, in afwijking van artikel 8, eerste lid, onderdelen a,
b en d, van de Wet arbeid vreemdelingen arbeid verrichten voor de duur van de verblijfsvergunning
indien de in de vergunningsaanvraag bedoelde werkzaamheden onder marktconforme voorwaarden
zullen worden verricht. Houders van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel
kunnen in Nederland ook niet kortdurende arbeid verrichten indien de werkgever in
het bezit is van een tewerkstellingsvergunning. Deze vergunning wordt in afwijking
van artikel 8, eerste lid van de Wav verleend voor maximaal de duur van de verblijfsvergunning.
23. Onvrijwillig werkelozen
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Ten aanzien van personen die gedurende de looptijd van een voor hun verstrekte tewerkstellingsvergunning
onvrijwillig werkloos worden en die rechtmatig in Nederland verblijven, in de zin
van artikel 8, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 kan worden afgeweken van het
bepaalde in artikel 8, eerste lid, onder a, b en d Wav, indien zij als werkloos staan
ingeschreven bij de Centrale organisatie werk en inkomen en voor zover de duur van
de aangevraagde tewerkstellingsvergunning niet langer is dan de resterende termijn
van rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8, onder a, van de Vreemdelingenwet
2000.
24. Stagiaires
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Voor vreemdelingen die arbeid verrichten die noodzakelijk is ter voltooiing van hun
opleiding, kan voor maximaal een jaar een tewerkstellingsvergunning worden verleend
zonder toepassing van artikel 8, eerste lid, onder a, b en d Wav. Voorwaarde voor
toepassing van deze uitzonderingsmogelijkheid is dat deze stagiaires reeds een voldoende
vakgerichte basisopleiding hebben gevolgd in hun herkomstland. Uit een door de desbetreffende
onderwijsinstelling afgegeven verklaring dient te blijken dat de stage een noodzakelijk
onderdeel uitmaakt van het onderwijsprogramma. Tevens dient een stageprogramma te
worden overgelegd waaruit blijkt wat de inhoud van de stage is. Het aantal stagiaires
per werkgever dient beperkt te blijven tot 10% van het vaste personeelsbestand, met
een minimum van 2. Deze beperking is niet van toepassing op vreemdelingen die beschikken
over een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het volgen van een studie,
een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd of een W-document. Voor vreemdelingen
die beschikken over een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het volgen
van een studie, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd of een W-document
kan een tewerkstellingsvergunning met een geldigheidsduur van langer dan een jaar
worden afgegeven, mits de duur van de werkzaamheden niet meer bedraagt dan 50% van
de duur van de opleiding.
25. Practicanten
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Voor vreemdelingen die naar Nederland komen om werkervaring op te doen, die voor hun
toekomstig functioneren in hun herkomstland van belang is, kan een tewerkstellingsvergunning
worden verleend voor in de regel maximaal 24 weken zonder toepassing van artikel 8
lid 1, onder a en b Wav. Voorwaarde voor toepassing van deze uitzonderingsmogelijkheid
is dat deze practicanten reeds een voldoende vakgerichte basisopleiding hebben gevolgd
en op basis van een overeenkomst tussen een in het buitenland gevestigde onderneming
en een in Nederland gevestigde onderneming in de laatstgenoemde bij wijze van onderricht
bedrijfservaring opdoen.
Bij de aanvraag dient het leerplan te zijn bijgevoegd, alsmede een verklaring van
de Nederlandse werkgever inhoudende dat de dat de practicant geen reguliere arbeidsplaats
inneemt en een verklaring van de buitenlandse werkgever dat hij de practicant na ommekomst
van de praktijkperiode weer daadwerkelijk in dienst zal nemen. Het aantal practicanten
staat in een redelijke verhouding tot het aantal werknemers dat bij een werkgever
werkzaam is
26. Arbeid van bijkomende aard door studenten
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Toetsing aan de voorwaarden vervat in artikel 8, eerste lid, van de Wav behoeft voor
buitenlandse studenten in het bezit een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd verleend
onder de beperking verband houdende met het volgen van studie niet plaats te vinden,
indien de arbeid onder marktconforme voorwaarden plaatsvindt en:
-
a. uitsluitend in de maanden juni, juli en augustus plaatsvindt, of
-
b. niet meer dan 10 uur per week beslaat
èn indien bij de aanvraag tevens een verklaring van de onderwijsinstelling is gevoegd,
inhoudende dat de betreffende persoon als student bij de desbetreffende onderwijsinstelling
staat ingeschreven.
Voor alle andere arbeid geldt de normale procedure inclusief het bepaalde in artikel
8, eerste lid, van de Wav.
27. Gastdocenten
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Voor gastdocenten aan een universiteit, hoge school of instelling voor hoger internationaal
onderwijs, of aan een onderzoeksinstelling die gelieerd is of werkzaam is op het terrein
van een universiteit, hoge school of instelling voor hoger internationaal onderwijs
behoeft toetsing aan artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav niet plaats te
vinden, indien de aanvraag een periode van tewerkstelling van ten hoogste een jaar
omvat. Zodra deze periode, inclusief eventuele verlengingen, wordt overschreden geldt
de normale toetsingsprocedure inclusief het bepaalde in artikel 8, eerste lid, van
de Wav.
28. Wetenschappelijk personeel aan universitaire, HBO- en onderzoeksinstellingen
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Toetsing aan de artikel 8 onder lid 1 onder a en b Wav genoemde weigeringsgronden
behoeft niet plaats te vinden:
-
a. voor promovendi bij een universitaire instelling;
-
b. voor vreemdelingen die na het behalen van het afsluitend examen van een opleiding
in het wetenschappelijk onderwijs voor de duur van minder dan 3 jaar wetenschappelijk
onderzoek verrichten;
-
c. voor hooggekwalificeerde onderzoekers die op voordracht van de Koninklijke Nederlandse
Academie voor Wetenschappen op basis van een tijdeljke aanstelling onderzoekswerkzaamheden
komen verrichten. Toetsing aan de in artikel 8, eerste lid, onder a, b en d, Wav genoemde
weigeringsgronden behoeft niet plaats te vinden voor onderzoekers die geen in Nederland
gevestigde werkgever hebben, maar in dienst zijn van een Universitaire of HBO-instelling
in hun land van herkomst en die voor maximaal twee jaar in Nederland onderzoek verrichten.
Indien ten behoeve van het onder sub a tot en met c genoemde wetenschappelijk personeel
zonder toets aan de in artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav genoemde weigeringsgronden
een tewerkstellingsvergunning wordt verleend, kan ten behoeve van zijn/haar echtgen(o)t(e)/partner
eveneens zonder toets aan artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wav een tewerkstellingsvergunning
worden verleend voor maximaal dezelfde duur als de tewerkstellingsvergunning die op
het wetenschappelijk personeel van toepassing is.
29. Musici en artiesten
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Voor musici en artiesten geldt steeds (ook bij eenmalige optredens) een vergunningplicht.
Bij eenmalige optredens of kortdurende tournees zal echter ter bevordering van de
internationale culturele contacten doorgaans de arbeidsmarkttoets conform artikel
8 lid 1 onder a,b en d Wav achterwege kunnen blijven indien het optredens betreft
in theaters en concertzalen of ruimtes die als zodanig dienst doen, en indien het
optreden niet het karakter heeft van begeleiding van andere activiteiten. Overigens
dient de beloning wel steeds marktconform te zijn en mag deze beloning voor het geheel
van de verblijfsperiode in Nederland proportioneel niet onder het minimumloon liggen.
In deze gevallen wordt steeds een vergunning ingevolge artikel 11 lid 3 Wav afgegeven.
Bij langdurige tournees en werkzaamheden ten behoeve van binnenlandse theaterprodukties
zal in de regel de arbeidsmarkttoets wel moeten worden toegepast.
Voor werkzaamheden in horecagelegenheden en dergelijke, alsmede voor werkzaamheden
in dienst van Nederlandse theatergezelschappen en orkesten is artikel 8 lid 1 Wav
onverkort geheel van toepassing.
Voor zover de arbeidsmarkttoets wordt toegepast – waarbij in het kader van de beoordeling
van de vraag of prioriteitgenietend aanbod aanwezig is, aspecten van kwaliteit worden
meegenomen – zal ook het bepaalde in artikel 9 Wav in voorkomende gevallen moeten
worden tegengeworpen. Als de normale planning-termijn van personeelsbehoefte voor
optredens langer is dan vijf weken, dan zal getoetst moeten worden of de werkgever
ook gedurende deze langere periode inspanningen heeft verricht om de vacature door
prioriteitgenietend aanbod te doen vervullen. Indien de Arbeidsinspectie te kennen
heeft gegeven dat uit hoofde van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit
geen bezwaar bestaat tegen het optreden van jeugdige vreemdelingen, wordt in het kader
van de uitvoering van de Wav de in artikel 9 van het Delegatie- en uitvoeringsbesluit
Wet arbeid vreemdelingen vervatte minimumleeftijdsgrens niet tegen geworpen.
30. Internationale jeugduitwisselingen
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Voor vreemdelingen die naar Nederland komen in het kader van jeugd-uitwisselingsprogramma’s
teneinde kennis te maken met de Nederlandse samenleving kan voor maximaal 24 weken
een tewerkstellingsvergunning worden verleend zonder toepassing van artikel 8 lid
onder a, b en d Wav. Voorwaarde voor toepassing van deze uitzonderingsmogelijkheid
is dat voor deze vreemdelingen arbeid niet het hoofddoel van hun verblijf in Nederland
is. Ten behoeve van vreemdelingen die tot Nederland worden toegelaten om arbeid te
verrichten in het kader van actieprogramma's van de Europese Unie kan voor maximaal
één jaar een tewerkstellingsvergunning worden verleend zonder toepassing van artikel
8, eerste lid, onder a, b en d van de Wav.
31. Au pairs
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Wanneer een au pair naar Nederland komt met als hoofddoel het verrichten van huishoudelijk
werk en/of werkzaamheden ten behoeve van het gezin zal, gelet op dat hoofddoel, een
tewerkstellingsvergunning zijn vereist.
Artikel 9
32. Voldoende inspanningen
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
In geval de werkgever niet kan aantonen voldoende inspanningen te hebben gepleegd
om prioriteitgenietend aanbod te mobiliseren, dient in de regel een tewerkstellingsvergunning
te worden geweigerd.
In ieder geval is sprake van onvoldoende inspanningen indien een werkgever zonder
ernstige redenen niet of niet volledig deelneemt aan gezamenlijke of door de Centrale
organisatie werk en inkomen georganiseerde wervings- of scholingsprojecten in zijn
branche gericht op het bevorderen van de beschikbaarheid van prioriteitgenietend aanbod.
Ook indien de werkgever geen wervingsinspanningen via het Eures-systeem in andere
landen van de Europese Unie heeft verricht, of vergelijkbare inspanningen heeft gedaan
om binnen de Europese Unie arbeidskrachten te werven, zal een tewerkstellingsvergunning
met toepassing van artikel 9 onder a Wav in de regel worden geweigerd.
33. Gebreken in de arbeidsvoorwaarden, - omstandigheden en verhoudingen
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Met toepassing van artikel 9, onder b, van de Wav wordt een tewerkstellingsvergunning
geweigerd, indien de geboden beloning lager is dan de gebruikelijke beloning voor
dezelfde of een vergelijkbare functie. Ook ingeval in de secundaire arbeidsvoorwaarden
gebreken bestaan, zoals het ontbreken van een adequate vergoeding voor de te maken
vervoers- of logieskosten bij tijdelijke verplaatsingen, of indien de secundaire arbeidsvoorwaarden
slechter zijn dan in de markt gebruikelijk is, zal een vergunning in de regel worden
geweigerd. Terzake van gebreken in de arbeidsomstandigheden zal normaliter een vergunning
worden geweigerd, indien sprake is van situaties die voor de veiligheid of de gezondheid
schadelijk zijn. Indien sprake is van minder ernstige gebreken in de arbeidsomstandigheden
die door te nemen maatregelen op korte termijn kunnen worden verholpen zal doorgaans
kunnen worden volstaan met het stellen van voorwaarden met toepassing van artikel
10 van de Wav. Als het echter gaat om gebreken die niet op korte termijn kunnen worden
verholpen, of waarvan de werkgever te kennen geeft deze niet op korte termijn te zullen
verhelpen, zal in de regel een tewerkstellingsvergunning worden geweigerd.
Gebreken in de arbeidsverhoudingen kunnen onder andere blijken door een ongebruikelijk
hoog verloop bij de werkgever of het niet voldoen aan wettelijke bepalingen ter zake.
Indien bij de werkgever anderszins gebreken bestaan waardoor de arbeidsplaats niet
overeenkomstig het bij of krachtens deze wet bepaalde door aanbod op de arbeidsmarkt
vervuld kon worden kan de tewerkstellingsvergunning worden geweigerd. Tot deze gebreken
wordt uitdrukkelijk gerekend de illegale tewerkstelling van vreemdelingen. Daarbij
wordt opgemerkt dat het weigeren van de tewerkstellingsvergunning slechts kan plaatsvinden,
nadat de werkgever onherroepelijk is veroordeeld wegens overtreding van de Wav.
34. Leeftijdsgrenzen
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
In artikel 9 van het ministeriële besluit zijn ingevolge artikel 9, onder d, van de
Wav, leeftijdsgrenzen vastgesteld. Indien niet voldaan is aan de gestelde leeftijdsgrens
van 45 jaar dient, met het oog op het grotere risico dat oudere werknemers in de toekomst
een (langdurig) beroep doen op de openbare kas, in de regel een tewerkstellingsvergunning
te worden geweigerd, indien sprake is van:
-
a. een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning die getoetst wordt aan artikel 8, eerste
lid, onder a, van de Wav, en waardoor de vreemdeling recht kan krijgen op de aantekening
van de Minister van Justitie als bedoeld in artikel 4 van de Wav, en
-
b. aan het vereiste kwalificatieniveau door personen jonger dan 46 jaar normaliter kan
worden voldaan.
De leeftijdsgrens van 45 jaar is niet van toepassing op werknemers uit landen die
in 2004 kunnen toetreden tot de Europese Unie. Deze uitzondering heeft betrekking
op vreemdelingen uit de landen: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije,
Hongarije, Slovenië, Malta en Cyprus.
35. Niet naleven voorschrift
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Indien de aanvraag een werkgever betreft aan wie in de voorafgaande vijf jaar een
tewerkstellingsvergunning is afgegeven, waaraan een voorschrift als bedoeld in artikel
10 Wav is verbonden, zal steeds moeten worden nagegaan of de in die eerdere vergunning
gestelde voorschriften geheel zijn nagekomen. Indien de voorschriften in betekenende
mate niet zijn nagevolgd, dient een vergunning in de regel te worden geweigerd. Indien
de voorschriften wel in aanzienlijke mate maar niet geheel zijn nagevolgd, zal in
de regel geen vergunning op grond van artikel 11, lid 1 Wav worden afgegeven.
36. Huisvesting
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Indien er geen passende huisvesting voor de vreemdeling beschikbaar is, wordt in beginsel
de tewerkstellingsvergunning geweigerd. De beoordeling dient in eerste instantie plaats
te vinden op grond van de bij de aanvraag verstrekte informatie. Zonodig zal de aanvrager
de gemeente door middel van een standaardformulier om een oordeel over de huisvesting
dienen te verzoeken.
Deze beoordeling behelst zowel de beschikbaarheid van de huisvesting, inclusief de
rechtmatigheid van het betrekken van de huisvesting, alsook een kwalificatie van de
geschiktheid van de huisvesting voor de behuizing van vreemdelingen gedurende de periode
van tewerkstelling.
Artikel 10
37. Voorwaarden
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Ingevolge artikel 10, onder a, b en d Wav kunnen aan de vergunning voorwaarden worden
verbonden, die de werkgever verplichten inspanningen te verrichten terzake van het
mobiliseren van prioriteit-genietend aanbod en het wegnemen van gebreken.
De mogelijkheid voorwaarden aan de vergunning te verbinden dient uitsluitend te worden
toegepast, indien de werkgever desgevraagd bereid is gevraagde inspanningen te verrichten
en indien de werkgever reeds enige inspanningen heeft verricht om prioriteit-genietend
aanbod te mobiliseren of de gesignaleerde beletselen te remediëren.
In alle andere gevallen dient met toepassing van artikel 9 onder a en b en c de tewerkstellingsvergunning
te worden geweigerd.
Artikel 11
38. Tijdelijk werk
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Tewerkstellingsvergunningen krachtens artikel 11, derde lid, van de Wav worden afgegeven
voor werkzaamheden die binnen een periode van 24 weken worden afgerond. Het is noodzakelijk
bij de vergunningverlening de werkgever er op te wijzen dat deze vergunning niet kan
worden verlengd.
Ten aanzien van personen voor wie een tewerkstellingsvergunning wordt aangevraagd
dient steeds nagegaan te worden of zij in een periode van 28 weken voorafgaand aan
de vergunningverlening niet over een voor het verrichten van arbeid geldige vergunning
tot verblijf hebben beschikt, dan wel ten behoeve van hen een tewerkstellingsvergunning
van kracht is geweest, onder gebruikmaking van de uitzonderingsmogelijkheden als hierboven
onder punt 16 beschreven ten aanzien van artikel 8, eerste lid, onderdeel c, onder
1°, van de Wav. Ook in die gevallen zal een tewerkstellingsvergunning moeten worden
geweigerd.
Artikel 11, vierde lid, van de Wav maakt het mogelijk om bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur te bepalen dat voor categorieën van vreemdelingen of categorieën
van werkzaamheden een tewerkstellingsvergunning die voor minder dan drie jaar is verleend,
niet wordt verlengd. In artikel 4a van het Besluit ter uitvoering van de Wet arbeid
vreemdelingen is vervolgens bepaald dat behoudens bij ministeriële regeling te bepalen
gevallen een tewerkstellingsvergunning die voor arbeid voor bepaalde tijd is verleend,
niet vatbaar voor verlenging is. Op dit moment is dit voorbehoud in ieder geval noodzakelijk
in verband met de in 1980 tot stand gekomen associatieovereenkomst tussen de EEG en
Turkije (Besluit nr. 1/80 van de Associatieraad van 19 september 1980). In artikel
6 van voornoemd besluit is onder meer bepaald dat Turkse werknemers die tot de legale
arbeidsmarkt van een lidstaat behoren na een jaar arbeid in die lidstaat recht hebben
om de werkzaamheden voort te zetten bij dezelfde werkgever indien deze werkgelegenheid
heeft.
Artikel 12
39. Intrekking tewerkstellingsvergunning
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
In artikel 12, onderdeel c, Wav is bepaald dat de tewerkstellingsvergunning wordt
ingetrokken indien er geen gebruik van wordt gemaakt; teneinde dit te kunnen effectueren
zal bij de vergunningverlening de werkgever er steeds op moeten worden gewezen dat
hij ingevolge artikel 5 van de ministeriële regeling verplicht is onverwijld hiervan
mededeling te doen indien van de tewerkstellingsvergunning langer dan een maand geen
gebruik wordt gemaakt.
De tewerkstellingsvergunning wordt vervolgens ingetrokken, tenzij de vreemdeling een
aaneengesloten verlofperiode van niet langer dan drie maanden geniet, dan wel ziekteverlof,
zwangerschapsverlof, bevallingsverlof of ouderschapsverlof en de arbeidsrelatie blijft
voortbestaan.
Artikel 13
40. Verlenging
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Bij verlening van een vergunning zal steeds moeten worden nagegaan of de gestelde
voorschriften geheel zijn nagekomen. Indien de voorschriften in overwegende of ernstige
mate niet zijn nagevolgd wordt een verlenging steeds geweigerd.
Indien de voorschriften in aanzienlijke mate maar niet geheel zijn nagevolgd, zal
slechts verlenging kunnen plaatsvinden voor de periode waarbinnen de voorschriften
wel geheel zijn nagevolgd.
De
Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A.P.W. Melkert
.