Besluit van 19 januari 1996, houdende voorschriften voor het brengen van bedrijfsafvalwater
vanuit niet-inrichtingen en huishoudelijk afvalwater in een voorziening voor de inzameling
en het transport van afvalwater
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 26 juni 1995, nr. MJZ 26695032, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel 11, eerste en tweede lid, van richtlijn nr. 91/271/EEG van 21 mei 1992 van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake de behandeling
van stedelijk afvalwater (PbEG L 135) en op de artikelen 10.15, derde lid, en 10.16 van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 10 oktober 1995, nr. W08.95.0326);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 17 januari 1996, nr. MJZ 96003541, Centrale Directie Juridische
Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan: