Instructie-regeling lozingsvoorschriften milieubeheer

Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2010.
Geldend van 01-10-2010 t/m heden

Instructie-regeling lozingsvoorschriften milieubeheer Wet milieubeheer

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op de artikelen 8.45 jo 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

bedrijfsriolering:

voorziening voor de afvoer van bedrijfsafvalwater vanuit een inrichting naar een openbaar riool;

openbaar riool:

gemeentelijke voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater;

zuiveringtechnisch werk:

zuiveringtechnisch werk als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet.

Artikel 2

  • 1 Het bevoegd gezag verbindt aan een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met betrekking tot een inrichting van waaruit bedrijfsafvalwater wordt gebracht in een openbaar riool van waaruit afvalwater in een zuiveringtechnisch werk wordt gebracht, naast andere voorschriften die met het oog daarop nodig zijn, in ieder geval voorschriften inhoudende dat bedrijfsafvalwater slechts in een openbaar riool wordt gebracht, indien door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid ervan:

    • a. de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een openbaar riool, een zuiveringtechnisch werk, of de bij een zodanig openbaar riool of zuiveringtechnisch werk behorende apparatuur,

    • b. de verwerking niet wordt belemmerd van slib, verwijderd uit een openbaar riool of een zuiveringtechnisch werk, en

    • c. de nadelige gevolgen voor de kwaliteit van een oppervlaktewaterlichaam zoveel mogelijk worden beperkt.

  • 2 Het bevoegd gezag verbindt aan een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met betrekking tot een inrichting van waaruit bedrijfsafvalwater wordt gebracht in een openbaar riool van waaruit afvalwater in oppervlaktewater wordt gebracht, naast voorschriften die met het oog daarop nodig zijn, in ieder geval voorschriften inhoudende dat bedrijfsafvalwater slechts in een openbaar riool wordt gebracht, indien door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid ervan:

    • a. de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een openbaar riool of de bij een zodanig openbaar riool behorende apparatuur,

    • b. de verwerking niet wordt belemmerd van slib, verwijderd uit een openbaar riool, en

    • c. de nadelige gevolgen voor de kwaliteit van een oppervlaktewaterlichaam zoveel mogelijk worden beperkt.

Artikel 3

  • 1 Voor zover het betreft inrichtingen waarvoor artikel IV, eerste lid, van de wet van 2 november 1994, Stb. 798, houdende wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (afvalwater) van toepassing is, verbindt het bevoegd gezag de voorschriften die ingevolge deze regeling aan een vergunning dienen te worden verbonden, vóór 1 maart 2003 aan de vergunning.

  • 2 Voor zover het betreft inrichtingen van waaruit bedrijfsafvalwater in het openbaar riool wordt gebracht, die zijn gelegen in gemeenten waarin onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling geen gemeentelijke verordening van toepassing was, die regels stelt voor het brengen van afvalwater in de gemeentelijke riolering, verbindt het bevoegd gezag de voorschriften die ingevolge deze regeling aan een vergunning dienen te worden verbonden, uiterlijk een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling aan de vergunning.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zijn wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Instructie-regeling lozingsvoorschriften milieubeheer.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 maart 1996

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

M. de Boer