De kosten van het theorie-examen worden vastgesteld door het CBR onder goedkeuring
van Onze Minister.
De kosten van het theorie-examen dienen door de aanvrager te worden voldaan door aankoop
van een aanvraagkaart volgens door het CBR vastgesteld model door het verschuldigde
bedrag over te maken op een door het CBR aangewezen bankrekening.
Artikel 60
[Vervallen per 10-09-2008]
De eisen voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie AM betreffen:
-
a. grondige kennis van bij en krachtens de wet vastgestelde, voor bestuurders van bromfietsen
geldende voorschriften en het op juiste wijze toepassen van die kennis alsmede van
kennis van bij en krachtens de wet vastgestelde, voor andere verkeersdeelnemers dan
die bestuurders geldende voorschriften;
-
b. kennis van de mogelijkheid van conflicteren van eigen belangen en belangen van andere
verkeersdeelnemers;
-
c. inzicht in voor de bestuurders van bromfietsen relevante verkeersrisico’s en in factoren
die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden;
-
d. kennis van de hoofdbeginselen van eerste hulp bij ongelukken en van elementaire maatregelen,
te treffen bij verkeersongevallen;
-
e. basiskennis met betrekking tot de voor de verkeersveiligheid en voor het milieu van
belang zijnde voertuigonderdelen;
-
f. kennis van en inzicht in de invloed van het eigen rijgedrag op de mobiliteits- en
milieuproblematiek;
-
g. kennis van de elementaire beginselen van voertuigbediening en voertuigbeheersing en
-
h. kennis van mogelijkheden om noodsituaties tijdig te onderkennen, en van gedragsmogelijkheden
in noodsituaties.
De eisen voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie A betreffen:
-
a. grondige kennis van bij en krachtens de wet vastgestelde, voor bestuurders van motorrijtuigen
van die categorie geldende voorschriften en het op juiste wijze toepassen van die
kennis alsmede kennis van bij en krachtens de wet vastgestelde, voor andere verkeersdeelnemers
dan die bestuurders geldende voorschriften;
-
b. kennis van de mogelijkheid van conflicteren van eigen belangen en belangen van andere
verkeersdeelnemers;
-
c. inzicht in verkeersrisico’s die relevant zijn voor bestuurders van motorrijtuigen
van die categorie, en in factoren die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden;
-
d. kennis van de hoofdbeginselen van eerste hulp bij ongelukken en van elementaire maatregelen,
te treffen bij verkeersongevallen;
-
e. basiskennis met betrekking tot de voor de verkeersveiligheid en voor het milieu van
belang zijnde voertuigonderdelen en
-
f. kennis van en inzicht in de invloed van het eigen rijgedrag op de mobiliteits- en
milieuproblematiek.
De eisen voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie B betreffen:
-
a. grondige kennis van bij en krachtens de wet vastgestelde, voor bestuurders van motorrijtuigen
van die categorie geldende voorschriften en het op juiste wijze toepassen van die
kennis alsmede kennis van bij en krachtens de wet vastgestelde, voor andere verkeersdeelnemers
dan die bestuurders geldende voorschriften;
-
b. kennis van de mogelijkheid van conflicteren van eigen belangen en belangen van andere
verkeersdeelnemers;
-
c. inzicht in verkeersrisico’s die relevant zijn voor bestuurders van motorrijtuigen
van die categorie, en in factoren die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden;
-
d. kennis van de hoofdbeginselen van eerste hulp bij ongelukken en van elementaire maatregelen,
te treffen bij verkeersongevallen;
-
e. basiskennis met betrekking tot de voor de verkeersveiligheid en voor het milieu van
belang zijnde voertuigonderdelen en
-
f. kennis van en inzicht in de invloed van het eigen rijgedrag op de mobiliteits- en
milieuproblematiek.
De eisen voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C betreffen:
-
a. grondige kennis van bij en krachtens de wet vastgestelde, voor bestuurders van motorrijtuigen
van die categorie geldende voorschriften en het op juiste wijze toepassen van die
kennis alsmede kennis van bij en krachtens de wet vastgestelde, voor andere verkeersdeelnemers
dan die bestuurders geldende voorschriften;
-
b. kennis van de mogelijkheid van conflicteren van eigen belangen en belangen van andere
verkeersdeelnemers;
-
c. inzicht in verkeersrisico’s die relevant zijn voor bestuurders van motorrijtuigen
van die categorie, en in factoren die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden;
-
d. kennis van de hoofdbeginselen van eerste hulp bij ongelukken en van elementaire maatregelen,
te treffen bij verkeersongevallen;
-
e. basiskennis met betrekking tot de voor de verkeersveiligheid en voor het milieu van
belang zijnde voertuigonderdelen;
-
f. inzicht in de werking en het elementaire onderhoud van de voor de verkeersveiligheid
van belang zijnde voertuigonderdelen en uitrustingsstukken;
-
g. kennis van en inzicht in de invloed van het eigen rijgedrag op de mobiliteits- en
milieuproblematiek en
-
h. basiskennis met betrekking tot rij- en rusttijdenregelingen.
De eisen voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D betreffen:
-
a. grondige kennis van bij en krachtens de wet vastgestelde, voor bestuurders van motorrijtuigen
van die categorie geldende voorschriften en het op juiste wijze toepassen van die
kennis alsmede kennis van bij en krachtens de wet vastgestelde, voor andere verkeersdeelnemers
dan die bestuurders geldende voorschriften;
-
b. kennis van de mogelijkheid van conflicteren van eigen belangen en belangen van andere
verkeersdeelnemers;
-
c. inzicht in verkeersrisico’s die relevant zijn voor bestuurders van motorrijtuigen
van die categorie, en in factoren die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden;
-
d. kennis van de hoofdbeginselen van eerste hulp bij ongelukken en van elementaire maatregelen,
te treffen bij verkeersongevallen;
-
e. basiskennis met betrekking tot de voor de verkeersveiligheid en voor het milieu van
belang zijnde voertuigonderdelen;
-
f. inzicht in de werking en het elementaire onderhoud van de voor de verkeersveiligheid
van belang zijnde voertuigonderdelen en uitrustingsstukken;
-
g. kennis van en inzicht in de invloed van het eigen rijgedrag op de mobiliteits- en
milieuproblematiek en
-
h. basiskennis met betrekking tot rij- en rusttijdenregelingen.
Het model van het theorie-certificaat wordt bij ministeriële regeling vastgesteld.
-
3 Indien de aanvraag betrekking heeft op de rijbewijscategorie C of D dient tevens een
rijbewijs B, al dan niet voorzien van een bij ministeriële regeling vastgestelde codering
waaruit blijkt dat de houder van dat rijbewijs het praktijkexamen heeft afgelegd in
een motorrijtuig zonder koppelingspedaal, te worden overgelegd dat hetzij nog geldig
is hetzij zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur.
-
4 Indien de aanvraag betrekking heeft op een der rijbewijscategorieën E bij B, E bij
C of E bij D dient tevens een rijbewijs voor het trekkende motorrijtuig, al dan niet
voorzien van een bij ministeriële regeling vastgestelde codering waaruit blijkt dat
de houder van dat rijbewijs het praktijkexamen heeft afgelegd in een motorrijtuig
zonder koppelingspedaal, te worden overgelegd dat hetzij nog geldig is hetzij zijn
geldigheid heeft verloren door het verstrijken door de geldigheidsduur.
-
5 Voor de toepassing van het eerste lid wordt, voorzover het de toelating tot het praktijkexamen
voertuigbeheersing voor de rijbewijscategorie A betreft, met een theoriecertificaat
voor de rijbewijscategorie A gelijkgesteld:
-
a. een door het daartoe bevoegde militaire gezag niet langer dan een jaar en zes maanden
tevoren afgegeven theoriecertificaat voor de rijbewijscategorie A;
-
b. een rijbewijs A dat slechts geldig is voor het besturen van motorrijtuigen zonder
handbediende koppelingshendel;
-
c. een rijbewijs A dat slechts geldig is voor het besturen van motorrijtuigen op twee
wielen, waarvan het vermogen niet meer dan 25 kW en tevens niet meer dan 0,16 kW per
kg ledige massa bedraagt;
-
d. een geldig rijbewijs B.
-
8 In afwijking van het eerste en het derde tot en met zevende lid moet voor toelating
tot het praktijkexamen in verband met de aanvraag van een rijbewijs als bedoeld in
de artikelen 41b, eerste lid, 41d, eerste lid, of 42a, eerste lid, zijn voldaan aan de volgende eisen:
-
a. de aanvrager dient een op naam van de aanvrager gesteld identiteitsbewijs als bedoeld
in artikel 1, eerste lid, onder 1°, 2° of 3°, van de Wet op de identificatieplicht te overleggen;
-
b. de aanvrager dient de in artikel 42b, tweede lid, onderdeel b, bedoelde verklaring te overleggen;
-
c. de aanvrager dient niet langer dan twee jaar voor de dag van het praktijkexamen te
zijn geslaagd voor het theorie-examen voor de zwaarste rijbewijscategorie, bedoeld
in artikel 42a, tweede lid, waarop de aanvraag betrekking heeft, indien de aanvraag betrekking heeft op de categorieën
E bij C, C, E bij D en D;
-
d. de aanvrager dient niet langer dan een jaar en zes maanden voor de dag van het praktijkexamen
te zijn geslaagd voor het theorie-examen voor de zwaarste rijbewijscategorie, bedoeld
in artikel 42a, tweede lid, waarop de aanvraag betrekking heeft, indien de aanvraag betrekking heeft op de categorieën
E bij B, B, A of AM.
-
9 Voor de toepassing van het zesde lid, onderdeel d, wordt met een geldig rijbewijs
B gelijkgesteld een geldig rijbewijs B, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag
in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap of in een andere staat die partij
is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.
Artikel 67a
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 67b
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 67c
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 67d
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 67e
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 67f
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 67g
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 67h
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 67i
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Voor de toepassing van artikel 67, eerste lid, onderdeel a, wordt met het niet langer dan een jaar en zes maanden voor de dag van het praktijkexamen
geslaagd zijn voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie waarop de aanvraag
betrekking heeft gelijkgesteld een door het daartoe bevoegde militaire gezag niet
langer dan een jaar voor de dag van het examen afgegeven theorie-certificaat voor
de rijbewijscategorie waarop de aanvraag betrekking heeft.
-
1 De eisen waaraan bij het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, bromfietsen
op twee wielen, dient te worden voldaan, betreffen:
-
a. bedrevenheid in de bediening en de beheersing van het voertuig;
-
b. het op juiste en veilige wijze deelnemen aan het verkeer;
-
c. het kunnen toepassen van de bij of krachtens de wet vastgestelde voorschriften.
-
2 De eisen waaraan bij het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, bromfietsen
op drie of vier wielen, dient te worden voldaan, betreffen de bedrevenheid in de bediening
en de beheersing van het voertuig.
-
1 Het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, bromfietsen op twee wielen, bestaat
uit het afleggen van een rijproef met een bromfiets op twee wielen die blijkens de
gegevens in het kentekenregister of voor het voertuig afgegeven kentekenbewijs is
geconstrueerd voor een maximumsnelheid die meer bedraagt dan 25 km/h.
-
2 Het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, bromfietsen op drie of vier wielen,
bestaat uit het afleggen van een rijproef met een bromfiets op drie of vier wielen
die blijkens de gegevens in het kentekenregister of voor het voertuig afgegeven kentekenbewijs
is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die meer bedraagt dan 25 km/h.
-
3 De eisen waaraan bij het praktijkexamen voor de rijbewijscategorieën B, C, D en E
dient te worden voldaan, betreffen:
-
a. bedrevenheid in de bediening van het voertuig;
-
b. het op juiste en veilige wijze deelnemen aan het verkeer;
-
c. het kunnen toepassen van de bij en krachtens de wet vastgestelde voorschriften;
-
d. het op juiste en veilige wijze uitvoeren van een aantal bijzondere verrichtingen met
het voertuig.
-
4 Het derde lid, onderdeel d, is niet van toepassing indien de aanvrager bij een vóór
het betrokken praktijkexamen door hem afgelegde tussentijdse toets ten genoegen van
het CBR heeft aangetoond aan de daar gestelde eis te voldoen.
-
1 Het praktijkexamen voertuigbeheersing voor het rijbewijs A, af te leggen door een
aanvrager die de leeftijd van 21 jaren nog niet heeft bereikt, bestaat uit het afleggen
van een rijproef met een motorrijtuig op twee wielen, waarvan de cylinderinhoud meer
dan 120 cm3 en het vermogen minder dan 35 kW bedraagt en dat een snelheid kan bereiken van ten
minste 100 km per uur.
-
2 Het praktijkexamen verkeersdeelneming voor het rijbewijs A, af te leggen door een
aanvrager die de leeftijd van 21 jaren nog niet heeft bereikt, bestaat uit het afleggen
van een rijproef met een motorrijtuig op twee wielen, waarvan de cylinderinhoud meer
dan 120 cm3 en het vermogen minder dan 35 kW bedraagt en dat een snelheid kan bereiken van ten
minste 100 km per uur.
-
3 Het praktijkexamen voertuigbeheersing voor het rijbewijs A, af te leggen door een
aanvrager die de leeftijd van 21 jaren heeft bereikt, bestaat uit het afleggen van
een rijproef met een motorrijtuig op twee wielen, waarvan
-
a. de cylinderinhoud meer dan 120 cm3 en het vermogen minder dan 35 kW bedraagt en dat een snelheid kan bereiken van ten
minste 100 km per uur, dan wel
-
b. het vermogen ten minste 35 kW bedraagt.
Het praktijkexamen voor het rijbewijs B bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een motorrijtuig op vier wielen, waarvan de toegestane maximum massa niet meer
bedraagt dan 3500 kg, en dat niet is ingericht voor het vervoer van meer dan 8 personen,
de bestuurder daaronder niet begrepen. Het motorrijtuig dient een snelheid te kunnen
bereiken van ten minste 100 km per uur.
Artikel 72a
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Het praktijkexamen voor het rijbewijs C bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een motorrijtuig, niet zijnde een motorrijtuig bestemd voor het voortbewegen van
een oplegger, dat niet is ingericht voor het vervoer van personen en waarvan de lengte
ten minste 8 m, de breedte ten minste 2,40 m, de wielbasis ten minste 4,50 m en de
toegestane maximum massa ten minste 12 000 kg bedraagt. Het motorrijtuig dient te
zijn voorzien van een gesloten opbouw dan wel van een gesloten huif, ten minste even
breed en hoog als de cabine, en dient met ten minste 3000 kg te zijn beladen. Het
motorrijtuig dient te zijn uitgerust met een anti-blokkeersysteem, een versnellingsbak
met ten minste acht voorwaartse versnellingen, een toerenteller en een controle-apparaat
als bedoeld in verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende de invoering
van een controle-apparaat bij het wegvervoer (PbEG L 370). Het motorrijtuig dient
te zijn voorzien van een slaapcabine. Het motorrijtuig dient een snelheid te kunnen
bereiken van ten minste 80 km per uur.
Artikel 73a
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Het praktijkexamen voor het rijbewijs D bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een ongeleed motorrijtuig dat is ingericht voor het vervoer van meer dan 8 personen,
de bestuurder daaronder niet begrepen, en waarvan de lengte ten minste 10 m, de breedte
ten minste 2,40 m en de wielbasis ten minste 5,25 m bedraagt. Het motorrijtuig dient
te zijn uitgerust met een anti-blokkeersysteem, een versnellingsbak met ten minste
vijf voorwaartse versnellingen, een toerenteller en een controle-apparaat als bedoeld
in verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 betreffende de invoering
van een controle-apparaat bij het wegvervoer (PbEG L 370). Het motorrijtuig dient
een snelheid te kunnen bereiken van ten minste 80 km per uur.
Het praktijk-examen voor het rijbewijs E bij B bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een motorrijtuig als bedoeld in artikel 72, waarvan de toegestane maximum massa
meer dan 1750 kg bedraagt, en een aanhangwagen waarvan de lengte ten minste 6 m en
de toegestane maximum massa meer dan 1750 kg bedraagt. De aanhangwagen dient te zijn
uitgerust met twee assen waarvan er maximaal één gestuurd is, dan wel met een samenstel
van twee starre assen in het midden van de aanhangwagen. De aanhangwagen dient te
zijn voorzien van een gesloten opbouw dan wel van een gesloten huif waarvan de breedte
en de hoogte ten minste die van het trekkende motorrijtuig bedragen en dient voor
ten minste 50% van het laadvermogen te zijn beladen.
Artikel 75a
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 76a
[Treedt in werking op 19-01-2013]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Het praktijkexamen voor het rijbewijs E bij D bestaat uit het afleggen van een rijproef
met een motorrijtuig als bedoeld in artikel 74 en een aanhangwagen waarvan de lengte ten minste 5 m, de breedte ten minste 2,40
m en de toegestane maximum massa ten minste 3000 kg bedraagt. De aanhangwagen moet
zijn voorzien van een gesloten opbouw dan wel van een gesloten huif die ten minste
2 m breed en 2 m hoog is en dient met ten minste 800 kg te zijn beladen. Het samenstel
dient een snelheid te kunnen bereiken van ten minste 80 km per uur.
Het motorrijtuig waarmee de rijproef wordt afgelegd, behoeft niet te zijn voorzien
van een koppelingspedaal of, indien het een motorrijtuig voor de categorie A betreft,
een handbediende koppelingshendel.
Het motorrijtuig waarmee de rijproef voor het rijbewijs AM wordt afgelegd, dient te
zijn voorzien van een bij ministeriële regeling vastgestelde aanduiding, aangebracht
op de wijze als bij die regeling is voorgeschreven.
Het motorrijtuig waarmee de rijproef voor het rijbewijs A wordt afgelegd, dient te
zijn voorzien van een bij ministeriële regeling vastgestelde aanduiding, aangebracht
op de wijze als bij die regeling is voorgeschreven.
Het motorrijtuig waarmee de rijproef voor het rijbewijs B wordt afgelegd, dient te
zijn voorzien van:
-
a. inrichtingen die zo zijn aangebracht dat degene die rijonderricht geeft, daarmee de
bedrijfsrem en, indien het motorrijtuig is voorzien van een koppelingspedaal, de koppeling
vanaf zijn zitplaats doeltreffend kan bedienen;
-
b. een binnen- en een buitenspiegel waarmee de examinator het achter en rechts naast
hem gelegen weggedeelte kan overzien;
-
c. een bij ministeriële regeling vastgestelde aanduiding, aangebracht op de wijze als
bij die regeling is voorgeschreven.
Het motorrijtuig waarmee de rijproef voor het rijbewijs C, D of E wordt afgelegd,
dient te zijn voorzien van:
-
a. inrichtingen die zo zijn aangebracht dat degene die rijonderricht geeft, daarmee de
bedrijfsrem en, indien het motorrijtuig is voorzien van een koppelingspedaal, de koppeling
vanaf zijn zitplaats doeltreffend kan bedienen;
-
b. twee of meer buitenspiegels waarmee de examinator het rechts en links naast en achter
hem gelegen weggedeelte kan overzien;
-
c. een bij ministeriële regeling vastgestelde aanduiding, aangebracht op de wijze als
bij die regeling is voorgeschreven.
-
1 Het motorrijtuig, het samenstel van trekkend motorrijtuig en aanhangwagen, dan wel
het samenstel van trekkend motorrijtuig en oplegger, waarmee de rijproef wordt afgelegd,
dient naar het oordeel van het CBR daartoe geschikt te zijn
-
2 Aan het praktijkexamen voertuigbeheersing voor de rijbewijscategorie A en aan het
praktijkexamen verkeersdeelneming voor de rijbewijscategorie A mag slechts worden
deelgenomen door kandidaten met een naar het oordeel van het CBR daartoe geschikte
beschermende uitrusting, bestaande uit handschoenen, schoeisel, beschermende kleding
en een helm.
De duur van het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, voor zover het betreft
de bromfietsen op twee wielen, bedraagt tenminste 25 minuten. De duur van het praktijkexamen
verkeersdeelneming voor de rijbewijscategorie A en van het praktijkexamen voor de
rijbewijscategoriëen B en E bij B bedraagt tenminste 35 minuten. De duur van het praktijkexamen
voor de rijbewijscategorieën C, D, E bij C en E bij D bedraagt ten minste 60 minuten.
De rijproef kan binnen de voorgeschreven tijd worden gestaakt, indien naar het oordeel
van de examinator de aanvrager door zijn wijze van rijden de veiligheid op de weg
in gevaar brengt. Bij het praktijkexamen voertuigbeheersing voor de rijbewijscategorie
A kan de rijproef eveneens binnen de voorgeschreven tijd worden gestaakt, indien naar
het oordeel van de examinator de aanvrager de bijzondere verrichtingen niet op juiste
of veilige wijze uitvoert.
§ 6. Nader onderzoek rijvaardigheid
-
1 De aanvrager van een verklaring van rijvaardigheid, die binnen een tijdsbestek van
vijf jaren tot vier maal toe ter zake van dezelfde rijbewijscategorie een mededeling
heeft ontvangen dat hij niet aan de bij ministeriële regeling ten aanzien van die
rijbewijscategorie vastgestelde eisen heeft voldaan, dient zich, indien hij een nieuwe
aanvraag ter verkrijging van een verklaring van rijvaardigheid voor die rijbewijscategorie
indient, te onderwerpen aan een nader onderzoek naar zijn rijvaardigheid.
-
2 Voor zover de aanvraag betrekking heeft op de rijbewijscategorie A, geldt het eerste
lid slechts indien de daar bedoelde mededeling betrekking heeft op het niet voldoen
aan de bij ministeriële regeling ten aanzien van het praktijkexamen verkeersdeelneming
voor die rijbewijscategorie vastgestelde eisen.
Het nader onderzoek bestaat uit het afleggen van een rijproef ten overstaan van een
door het CBR aangewezen rijvaardigheidsadviseur. De artikelen 54 en 55, 67 tot en
met 82 en 84 zijn van overeenkomstige toepassing.
De duur van het nader onderzoek bedraagt voor de rijbewijscategorieën AM, A, B en
E bij B ten minste 50 minuten en voor de rijbewijscategorieën C, D, E bij C en E bij
D ten minste 80 minuten.
Indien de aanvrager naar het oordeel van de rijvaardigheidsadviseur bij het nader
onderzoek voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen, registreert
het CBR in het rijbewijzenregister ten behoeve van de aanvrager een verklaring van
rijvaardigheid voor de rijbewijscategorie waarvoor de aanvrager aan die eisen heeft
voldaan.
Indien de aanvrager naar het oordeel van de rijvaardigheidsadviseur bij het nader
onderzoek niet voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen, adviseert
de rijvaardigheidsadviseur de aanvrager omtrent de wijze waarop deze ten aanzien van
die onderdelen waarop hij niet aan die eisen voldoet, zijn rijvaardigheid kan verbeteren.
De aanvrager die bij het nader onderzoek niet heeft voldaan aan de bij ministeriële
regeling vastgestelde eisen ten aanzien van de rijvaardigheid voor het besturen van
motorrijtuigen van de rijbewijscategorie waarop de aanvraag betrekking heeft, dient
zich, indien hij een nieuwe aanvraag ter verkrijging van een verklaring van rijvaardigheid
voor die rijbewijscategorie indient, opnieuw te onderwerpen aan een nader onderzoek
naar zijn rijvaardigheid.
-
1 Indien de aanvrager van een verklaring van rijvaardigheid ook bij het tweede nader
onderzoek voor dezelfde rijbewijscategorie niet blijkt te voldoen aan de bij ministeriële
regeling ten aanzien van die rijbewijscategorie vastgestelde eisen, is het CBR bevoegd
te vorderen dat de aanvrager, indien hij na het tweede nader onderzoek voor dezelfde
rijbewijscategorie een nieuwe aanvraag ter verkrijging van een verklaring van rijvaardigheid
voor die rijbewijscategorie indient, op eigen kosten een onderzoek naar zijn geschiktheid
ondergaat. Het onderzoek wordt verricht door een of meer door het CBR aangewezen deskundigen.
Door de aangewezen deskundige of deskundigen wordt aan het CBR schriftelijk medegedeeld
of de aanvrager naar zijn of naar hun oordeel voldoet aan de bij ministeriële regeling
vastgestelde eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid
tot het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën
waarop de aanvraag betrekking heeft.
Het CBR onderzoekt mede op basis van de bevindingen van de aangewezen deskundige of
deskundigen of de aanvrager al dan niet voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde
eisen ten aanzien van de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen
van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën waarop de aanvraag
betrekking heeft.
Indien de aanvrager naar het oordeel van het CBR voldoet aan de bij ministeriële regeling
vastgestelde eisen ten aanzien van de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot
het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën
waarop de aanvraag betrekking heeft, dient hij zich in het kader van een nieuwe aanvraag
ter verkrijging van een verklaring van rijvaardigheid voor de betrokken rijbewijscategorie
te onderwerpen aan een nader onderzoek naar zijn rijvaardigheid als bedoeld in artikel
87. De artikelen 54 en 55, 67 tot en met 82 en 84 zijn van overeenkomstige toepassing.
Indien de aanvrager op basis van het in artikel 94 bedoelde onderzoek een mededeling
ontvangt dat hij naar het oordeel van het CBR niet voldoet aan de bij ministeriële
regeling vastgestelde eisen ten aanzien van de lichamelijke en geestelijke geschiktheid
tot het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën
waarop de aanvraag betrekking heeft, dient hij bij het indienen van een nieuwe aanvraag
ter verkrijging van een verklaring van rijvaardigheid voor de betrokken rijbewijscategorie
behoudens de in artikel 67 genoemde bescheiden tevens een verklaring van geschiktheid
voor die rijbewijscategorie over te leggen.