In het kader van de normalisering van de uitvoering van de sociale zekerheid voor
het overheidspersoneel dient de overheid door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
te worden ingedeeld in sectoren in de zin van artikel 51, eerste lid, van de Organisatiewet
sociale verzekering 1997 (Osv 1997). Het Lisv kan de betreffende sectoren indelen
in sectoronderdelen (artikel 51, tweede lid, van de Osv 1997). Het Lisv kan per sector
waartoe overheidswerkgevers behoren, een rechtspersoon erkennen als sectorraad (artikel
56, eerste lid, van de Osv 1997). Het Lisv laat per sector of sectoronderdeel waartoe
overheidswerkgevers behoren, de uitvoerende werkzaamheden verrichten door een uitvoeringsinstelling
in de zin van artikel 59 van de Osv 1997 op basis van schriftelijke overeenkomsten
in de zin van artikel 43 van die wet. Deze werkzaamheden omvatten, behalve de reguliere
werkzaamheden op grond van de wettelijke werknemers-verzekeringen, ook de werkzaamheden
in verband met de toepassing van hoofdstuk 1 van de Wet OOW ten aanzien van de (gewezen) overheidswerknemers (het overgangsrecht).
Er zijn bij de indeling van de overheid twee vraagstukken aan de orde. Het eerste
vraagstuk betreft de aansluiting van de overheidswerkgevers bij een sector. Het tweede
betreft de aansluiting van die werkgevers bij een uitvoeringsinstelling.
Met ingang van het tijdstip waarop de WAO wordt opengesteld voor het overheidspersoneel (1 januari 1998), valt de overheid
voor de uitvoering van de WAO volledig onder het systeem van de Osv 1997 en dus onder de verantwoordelijkheid van
het Lisv. De overheid zal naar verwachting in ten minste vijf sectoren worden ingedeeld.
De bedoeling was dat iedere overheidswerkgever bij één sector (of één sectoronderdeel)
zou worden ingedeeld. Dit dient, achteraf gezien, te worden genuanceerd. Er moet namelijk
rekening worden gehouden met de overgang van de bestaande indeling van overheidswerkgevers
naar een nieuwe indeling op basis van de Osv 1997. Tot nu toe zijn de overheidswerkgevers
langs in hoofdzaak bestuurlijk/ arbeidsvoorwaardelijke lijnen ingedeeld en niet, zoals
in de marktsector, op basis van de aard van de werkzaamheden. Het is dan ook niet
uit te sluiten dat bij de sectorindeling van de overheidswerkgevers op basis van de
Osv 1997 situaties naar voren komen waarin een overheidswerkgever niet volgens de
hoofdregel van de Osv 1997 bij één sector kan worden ingedeeld. Alsdan moet een afwijkende
sectorindeling mogelijk zijn. De Osv 1997 biedt daarvoor een basis. Op grond van artikel
53 van die wet kan het Lisv op verzoek dan wel uit eigen beweging een werkgever bij
meer dan één sector indelen, waarbij een indeling gemaakt wordt naar de aard van de
werkzaamheden.
Wat betreft het vraagstuk betreffende de aansluiting bij een uitvoeringsinstelling
geldt het volgende.
Momenteel kunnen overheidswerkgevers twee categorieën werknemers in dienst hebben:
Voor beide categorieën werknemers geldt een eigen systeem van sociale zekerheid met
eigen uitvoeringsorganen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering is als volgt
geregeld.
Ad a. Voor de werknemers die overheidswerknemer in de zin van de WPA zijn, vallen de overheidswerkgevers onder de verantwoordelijkheid van het FAOP wat
de WAO-conforme regeling betreft. Het FAOP heeft de uitvoering van de WAO-conforme
regeling uitbesteed aan de USZO. Voor deze werknemers geldt daarnaast bij werkloosheid
de wachtgeldregeling zoals die bij de sector rijk van toepassing is.
Ad b. Voor de werknemers die werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen zijn,
vallen de overheidswerkgevers onder de verantwoordelijkheid van het Lisv en onder
de uitvoeringsinstelling van de sector of het sectoronderdeel waarbij zij voor de
werknemersverzekeringen zijn aangesloten.
Opgemerkt wordt dat op dit moment alle overheidswerkgevers (inclusief de onderwijsinstellingen)
formeel aangesloten zijn bij de sector van de voormalige BVO, de sector overheidsdiensten.
Vanwege het eigen systeem van sociale zekerheid voor overheidswerknemers heeft deze
aansluiting voor de meeste overheidswerkgevers geen betekenis. De dubbele aansluiting
van werkgevers bij twee verschillende sectoren en dus verschillende uitvoeringsinstellingen
doet zich op dit moment uitsluitend voor bij onderwijsinstellingen en gemeenten.
Per sector of sectoronderdeel zal het Lisv een overeenkomst met een uitvoeringsinstelling
moeten sluiten voor de uitvoering van de WAO ten aanzien van de werknemers van de overheidswerkgevers. Er kan op grond van de
Osv 1997 eigenlijk maximaal één uitvoeringsinstelling per sector of sectoronderdeel
worden ingeschakeld. Gedurende een overgangsperiode wordt aan het Lisv de mogelijkheid
geboden om voor de betreffende sectoren te contracteren met meerdere uitvoeringsinstellingen.
Die uitvoeringsinstellingen kunnen dan bij voorbeeld de Uitvoeringsinstelling Sociale
Zekerheid voor Overheid en onderwijs (USZO) zijn wat betreft de overheidswerknemers
in de zin van de WPA en de beroepsmilitairen, en het GAK of Cadans wat betreft de werknemers van de voormalige
BVO- onderscheidenlijk BVG-sector. Uiteindelijk zal echter één uitvoeringsinstelling
per sector of sectoronderdeel moeten worden aangewezen.