Wet van 10 april 1997 tot aanpassing van de belastingbepalingen in de Provinciewet
aan bepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet, alsmede wijziging van de formele
belastingbepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de belastingbepalingen
in de Provinciewet, in het bijzonder de bepalingen over de heffing en de invordering van provinciale
belastingen, in overeenstemming te brengen met de overeenkomstige bepalingen in de
Gemeentewet en de Waterschapswet en in dat kader enige bepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet te herzien;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: